De kerk in puin

Een korte overdenking van 2 Timotheüs
Paulus’ laatste brief aan de kerk.

door
Clyde L. Pilkington Jr.


2 Timotheüs 3
Een imitatie

“Maar op de manier zoals Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, zo staan ook dezen tegen de waarheid. Het zijn verdorven mensen van wie het denken onbeproefd is voor wat het geloof betreft. Maar jij volgt volledig mijn onderwijs, het motief, het doel, het geloof, het geduld, de liefde, de volharding” (2Tim. 3:8,9;SW)

Uit het leven van Mozes illustreert Paulus het punt dat hij wil maken. Jannes en Jambres stonden tegenover Mozes. Mozes was, zoals u weet, Gods goddelijk aangestelde boodschapper voor Israel. Jannes en Jambres waren een imitatie van het echte, zelfs tot het punt van zinsbegoocheling. Zo is het ook met het Christendom: het staat op tegen Paulus, Gods goddelijk aangestelde boodschapper voor het Lichaam van Christus. Het is ook een imitatie van het echte. Het echte is de ecclesia, het Lichaam van Christus; en toch presenteert het Christendom haar eigen versies van “kerk” tot het punt van zinsbegoocheling.

God had een confrontatie met Egypte. Aan de ene kant stonden Mozes en het getuigenis van God; aan de anderen kant stond Farao met zijn “wijze mannen”, “tovenaars” en “magiërs”. Farao’s dienaren “deden op gelijke wijze” als Mozes, door middel van hun betoveringen. Ze waren overtuigende imitators.

Maar toch heeft God ons niet opgeroepen ons bij de imitatie te voegen. God heeft ons niet opgeroepen om het religieuze systeem te imiteren - zij zijn de imitators! Zij hebben een “vorm” van godsvrucht, maar zonder de kracht er van. Wij zijn het echte – het geheimenis van godsvrucht! Voeg je niet bij de imitators! Wees echt!

André Sneidar schreef:

“De kerk (zelfs de vroege kerk van Paulus’ dagen!) is onontwarbaar verstrikt geraakt in de tentakels van het religieuze systeem (het grote huis – 2:20)”

Dit is het religieuze systeem dat zijn ware aard laat zien. In de laatste dagen zal het kenmerk van de kerk zijn dat het zo onverbiddelijk verloren zal zijn in de greep van het religieuze systeem, dat er een totale verlating zal zijn van alles wat met God te maken heeft en met Zijn apostel voor hen.

Jannes en Jambres waren vertegenwoordigers van het religieuze systeem van Egypte in Mozes’ dagen, en Paulus’ verwijzing naar hen informeert ons hier over het feit dat hetzelfde systeem van mystiek en afgoderij heerste in Paulus’ dagen, en, rond ons kijkend, ook in die van ons.

Dit is de “ongerechtigheid” waarvan de dienaar van de Heer zich moet afscheiden (2:19).

De enige remedie, de enige manier om dit te bereiken, is WEGGAAN!

God doet een beroep op de eerbare voorwerpen, en nodigt hen uit om de verdorven omgeving van de graftombe van de gedroogde beenderen te verlaten, die zich uitgeeft voor “het echte”, maar waarvan God heeft gezegd: “Niks echts aan!”

Gods roep is niet om “de kerk” te hervormen of ze op de een of andere wijze te verbeteren – Paulus heeft het buitengewoon duidelijk gemaakt dat “de kerk” niet het brandpunt van Gods inspanning zal zijn in de laatste dagen. Nee, Gods roep is tot individuele mensen, hen oproepend het corrupte en armoedige religieuze systeem te verlaten en in plaats daarvan hun plaats in te nemen in de eenzame wildernis buiten haar muren. Dat is de manier waarop iemand een effectieve dienaar kan worden.


Terug naar de index van "De kerk in puin"




Dit artikel is hier geplaatst met de toestemming van Clyde L. Pilkington Jr.
© www.hetbestenieuws.nl