“een vorm van godsvrucht hebbend, maar de kracht daarvan ontkend hebbend. Mijd ook dezen” (2Tim. 3:5;SW)
Paulus is heel duidelijk over wat Timotheüs antwoord zou moeten zijn op religie; hij moest hen “mijden” (2Tim. 3:5), net zoals de leden van het Lichaam van Christus Paulus gemeden hadden (1:15). Sommigen zouden gedacht hebben dat het beter was binnen de religieuze vorm te blijven, met hoop op het terugwinnen van anderen, maar dit is menselijk redeneren. De weg van de goddelijk opdracht is “mijden”. Deze zinsnede, “mijden”, is Paulus’ zesde pleidooi voor de leden van Christus’ Lichaam om zich af te scheiden van deze namaakkerk, die we kennen als het Christendom.
- “Houd afstand” (2:16)
- “Afstand nemen” (2:19)
- “Reinigen” (2:21)
- “Ontvluchten” (2:22)
- “Mijden”(3:5)
Dit zijn alle heldere woorden. Dit zijn alle serieuze woorden. Ieder van ons moet zich naar de Schrift keren en, uit de context van 2 Timotheüs, de volgende vragen beantwoorden:
- Van welke “ongerechtigheid” moest Timotheüs “afstand nemen”?
- Wat was het “grote huis”?
- Waarvan moest Timotheüs zich reinigen?
- Van welke “jeugdige verlangens” moest Timotheüs “vluchten”?
- Waarvan moesten zij hun harten zuiver houden?
- Welke “dezen” moest Timotheüs “mijden”?
Terug naar de index van "De kerk in puin"
