“opdat de man van God volkomen mag zijn, toegerust tot ieder goed werk”
(2Tim. 3:16)

De “man van God” was kundig, door het woord van God, om “toegerust” te zijn “tot ieder goed werk.” Alles wat bereikt moest worden zou nu gedaan worden door het woord van God. Het woord “toegerust” betekent “voltooid, volledig uitgerust tot” (Strong’s #1822). Hoewel het Lichaam van Christus in z’n kindertijd bovennatuurlijke gaven toebedeeld moest krijgen om Gods werk te kunnen uitvoeren, was nu Gods woord alles wat ze nodig hadden.

“Paulus zegt geen woord over een opvolger voor zijn apostelschap of over het gezag van een kerk, lichaam van kerken, raad of belijdenis. De Schrift, en alleen Die, is gezaghebbend. (C.I.Scofield)^*29)

Onze broeder Duane Gallentine heeft een paar schitterende opmerkingen over deze waarheid in zijn uitstekende artikel “Hij gaf gaven aan mensen”:

“Nadat de volle storting van genadewaarheid aan Paulus was gegeven, die bijzondere onthulling die HET GEHEIMENIS wordt genoemd, voltooit God het opvoedingsproces met de Schrift. De mannen die eens de “gaven aan de mensen” weren, verminderden. 2 Timotheüs 3:16,17 onthult dat de … bediening van de gegeven mannen vervangen werd door Schriftgedeelten die hetzelfde doen, God verving hun bediening door Zijn woord van waarheid, te vinden in een boek … Gods complete woord in de Bijbel.

Met de tweede brief aan Timotheüs, dat als laatste boek van de Bijbel werd geschreven, terwijl Paulus op weg was naar zijn executie, had God zijn interne “gaven systeem” gebruikt om al wat Schrift is te kopiëren, samen te brengen en te vergelijken. Het Lichaam van Christus, de ecclesia van de levende God, was de pilaar en de basis voor de waarheid (1Tim. 3:15). Gods plan was om alle Schrift wonend te krijgen in het Lichaam van Christus, voordat Paulus zou sterven, met zijn tweede brief aan Timotheüs als afsluiting van de storting van waarheid. We hebben zes en zestig boeken van Schrift in één band. Dit zijn de schrijfselen die God ademde, Schrift genaamd (2Tim. 3:16,17; Rom. 16:25,26; 1Kor. 14:37; Kol. 4.16).

Sinds de dood van Paulus, de apostel, ging Gods opvoedende proces voor het geven van doctrine, weerlegging, correctie en instructie in rechtvaardigheid naar de heiligen via de Bijbel, en niet via een man in een bediening, want dat is niet het middel dat wordt aangegeven in 2Tim. 3:16. Door het woord van waarheid , gevonden in een BOEK en “juist gesneden” bestudeerd, groeien we op IN CHRISTUS en worden werklui van God (Efe. 4.15; 2Tim. 2:15).^*30)

29. C.I. Scofield, The Scofield Bible Correspondence Course, (Moody Bible Institute, 1960) Volume IV, Epistles ane revelation, page 870.
30. Duane Gallentine, He Gave Gifts Unto men, Bible Student’s PressTM 1992


Terug naar de index van "De kerk in puin"