“Maar jij, blijf bij wat je leerde en toevertrouwd werd, waargenomen hebbend door wie jij werd geleerd, en dat jij van kind af aan de heilige schriften hebt waargenomen, de in staat zijnde jou wijs te maken door redding in het geloof dat is in Christus Jezus. Alle Schrift is door God geïnspireerd en voordelig voor onderwijs, voor blootlegging, voor correctie en voor opvoeding, in rechtvaardigheid, opdat de mens van God volkomen mag zijn, toegerust tot ieder goed werk”
(2Tim. 3:13-16;SW)

Paulus wijst Timotheüs hier op de Schrift. Dit is precies waar hij de oudsten van Efeze op had gewezen toen hij uit Asia vertrok.

“En nu vertrouw ik jullie toe aan God en aan het woord van Zijn genade, die in staat is op te bouwen…”
(Hand. 20:32;SW)

Zo zien we de afdoendheid van de Schrift. Het was alles wat de oudsten nodig hadden, hoewel zij het zich niet erg ten nutte maakten. Het was alles wat Timotheüs nodig had. Paulus zei dat het nuttig was.

Paulus schreef, na zijn vertrek, aan de Efeziërs ook een brief, de nadruk leggend op de plaats die de Schrift heeft in geestelijke oorlogvoering.

“En ontvangt … het zwaard van de geest, dat is het woord van God”
(Efe. 6:17;SW)

Paulus had Timotheüs eerder verteld dat het woord van God afdoende was voor de meest benauwde situaties.

“waarvoor ik kwaad lijd in boeien, als een misdadiger, maar het woord van God is niet gebonden geworden”
(2Tim. 2:9;SW)

De bron van voordeel

In de duistere toestand waarin Timotheüs zich bevond, moet de bemoediging door de herinnering aan deze dingen heel wat voor hem zijn geweest. Met alleen het fundament overblijvend (2Tim,. 2:19), zou men gemakkelijk de hoop kunnen opgeven. “Waarom zou je?” “De strijd is het gewoon niet waard!” Maar toch wijst Paulus Timotheüs op de plaats van eeuwig voordeel: “Alle Schrift … voordelig” (2Tim. 3:16;SW).


Terug naar de index van "De kerk in puin"