De kerk in puin

Een korte overdenking van 2 Timotheüs
Paulus’ laatste brief aan de kerk.

door
Clyde L. Pilkington Jr.


2 Timotheüs 2
Het geheim van Paulus' evangelie

“Herinner je Jezus Christus, opgewekt zijnd uit de doden, uit het zaad van David, naar mijn evangelie”
(2Tim. 2:8;SW)

Paulus’ “mijn evangelie” was stevig gericht op het preken (d.i. verkondigen, uitroepen) van Jezus Christus. Toch verkondigde Paulus niet slechts Jezus Christus gebaseerd op Zijn aardse bediening, zoals opgeschreven in de vier “evangeliën” van Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes. In plaats daarvan verkondigde hij Jezus Christus gebaseerd op een vooruitgang in waarheid van God – een progressie die bekend staat als “de onthulling van HET GEHEIMENIS”

“De bij machte Zijnde jullie te versterken naar mijn evangelie en de verkondiging van Jezus Christus, naar de onthulling van het geheim, tijdens de aionische tijden verzwegen”
(Rom. 16:25;SW)

Waarom werd het “Het Geheimenis” genoemd?

Omdat het verzwegen werd.

“de onthulling van het geheim, tijdens de aionische tijden verzwegen”
(Rom. 16:25;SW)

Omdat het was “verborgen in God.”

“allen opheldering te geven over wat de bediening van het geheim inhoudt, dat verborgen was in de aionen in God…”
(Efe. 3:9;SW)

Omdat het verborgen was tijdens de aionen en tijdens de geslachten.

“het geheim, dat verborgen geweest is tijdens de aionen en tijdens de geslachten”
(Kol. 1:26;SW)

“dat tijdens verschillende generaties niet bekend is gemaakt aan de zonen van de mensen”
(Efe. 3:5;SW)

Omdat het ”onnaspeurlijk” was.

“Aan mij, de minder dan de minste van alle heiligen, werd de genade gegeven dit aan de natiën te evangeliseren: de onnaspeurlijke rijkdom van Christus”
(Efe. 3:8;SW)

Paulus’ boodschap was “onnaspeurlijk”, dat wil zeggen, ze kon niet opgezocht, niet gelokaliseerd worden in de rest van de Schrift. (Voor meer informatie over “het geheimenis,” bestudeer Efe. 1:9; 3:3,4; 6:19; Kol. 4:3; 1Tim. 3.9).

Waar had het Geheimenis z’n oorsprong?

Het kwam als een rechtstreekse, goddelijke onthulling.

“Want ik maak jullie het evangelie bekend, broeders, het evangelie door mij gebracht, dat het niet is naar de mens, want ook ontving ik het niet van een mens, noch werd het mij geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus”
(Gal. 1:11,12;SW)

“die naar openbaring aan mij is bekend gemaakt, het geheim waarvan ik eerder in het kort schreef”
(Efe. 3:3;SW)

“ik zal komen met gezichten en openbaringen van de Heer … de voortreffelijkheid van de openbaringen”
(2Kor. 12;1,7;SW)

Aan wie werd het Geheimenis onthuld?

Paulus was de ontvanger van het Geheimenis.

“dat mij het evangelie van de onbesnijdenis was toevertrouwd”
(Gal. 2:7;SW)

"de bediening van de genade van God, de aan mij gegeven zijnde voor jullie”
(Efe. 3:2;SW)

“naar de bediening van God, die aan mij is gegeven”
(Kol. 1:25;SW)

“het evangelie door mij gebracht, dat het niet is naar de mens”
(Gal. 1:11;SW)

Paulus schrijft de woorden op die over onze Here Jezus Christus gaan(1Tim. 6:3) voor het Lichaam van Christus in deze bedeling van genade (Efe. 3:2).

Paulus was een apostel van de Heer (Gal. 1:15,16; 2:8; Hand. 9:15; 1Tim. 2:7; 2Tim. 1:11; Hand. 26:16,17; Rom. 11:13; 15:16).

Wat omvat het Geheimenis?

De vorming van het Lichaam van Christus.

Geen andere Bijbelschrijver spreekt van het Lichaam van Christus.

Tot Paulus’ ontvangst van de onthulling van het Geheimenis, was Israel het instrument van God geweest. Nu wordt een nieuwe groep individuen uitgeroepen uit de natiën en gevormd als het instrument van God (1Kor. 10:17; 12:27; Efe. 1:22,23; 4:4,12; Rom. 12.5; Kol. 1.18; 3.15).

Dit lichaam van individuen is samengesteld uit Joden en heidenen (Efe. 2:14-18; 3:6) en begint bij Paulus (1Tim. 1.13-16). Het Lichaam van Christus is Gods ecclesia (“de kerk” – Efe. 1:22,23; 5:23; Kol. 1.18,24). Het Lichaam van Christus is een totaal nieuwe schepping (Efe. 2:15; Gal. 6:15; 2Kor. 5:17).

De huidige bedeling van genade.

Geen andere Bijbelschrijver spreekt van deze bedeling.

Deze bedeling begint met Paulus (Efe. 3:2; Kol. 1:25). Genade heeft in deze bedeling zoveel controle, dat er van wordt gezegd dat ze heerst (Rom. 5:21).

Het evangelie van de genade van God.

Geen andere Bijbelschrijver spreekt van dit evangelie.

Dit heerlijke evangelie benadrukt en vergroot Gods genade. Paulus gebruikt het woord “genade” meer dan 100 maal in zijn brieven (meer dan enig ander Bijbelschrijver). In dit evangelie werd voorzien door het verlossende werk van de Here Jezus Christus, maar het werd pas aan Paulus onthuld(1Tim. 2:5-7; 2Tim. 1:9-11).

De rechtvaardiging van de gelovige.

Het geheimenis onthult dat de gelovige, verbonden met Christus, rechtvaardig is gemaakt – en niet zomaar een rechtvaardigheid, ook al zou dat mooi zijn – we zijn gemaakt tot “de rechtvaardigheid van God in Hem[Christus]”. Gerechtvaardigd zijn is een grote vooruitgang boven hen die alleen hun zonden vergeven zien.

De tijdelijke terzijde stelling van Israel.

De onthulling van het Geheimenis geeft het enige Schriftuurlijke antwoord op de vraag waarom God nu niet werkt met de natie Israel (Rom. 11:11-15, 25). In het programma van “het koninkrijk der hemelen” zouden de heidenen gezegend moeten worden door het opstaan van Israel (Jes. 11:1,10). Maar volgens het Geheimenis worden de heidenen gezegend door de val van Israel.

De ene doop.

Er ware diverse dopen onder Gods programma voor Israel(Hebr. 6:2,9,10). In tegenstelling daarmee kent de onthulling van het Geheimenis maar ÉÉN doop, die geestelijk is (Efe: 4:4; 1Kor. 12:13; Rom. 6:3; Gal. 3:27; Kol. 2:12; 1Kor. 1:17).

De hemelse positie van het Lichaam van Christus.

Waar Israels hoop een aardse was, onthult het Geheimenis een hemelse hoop voor de gelovigen van deze tijd (Efe. 1:3; 2:6; Filip. 3:20; Kol. 3:1-3).




Terug naar de index van "De kerk in puin"



Dit artikel is hier geplaatst met de toestemming van Clyde L. Pilkington Jr.
© www.hetbestenieuws.nl