“Maar weiger domme en wrede vragen, waargenomen hebbend dat zij gevechten voortbrengen. Maar een slaaf van de Heer moet niet vechten, maar zachtaardig zijn tegen allen, geschikt om te onderwijzen, geduldig onder kwaad, in zachtmoedigheid de tegenstanders opleidend. Het zou kunnen dat God hen bekering zal geven, tot erkenning van de waarheid”(2Tim. 2.23-25;SW)

Omdat Timotheüs buiten het religieuze systeem van zijn tijd stond, zou hij de gelegenheid hebben om medegelovigen van Christus’ Lichaam te leren over de waarheden van Paulus’ boodschap, en er was duidelijk een juiste hartshouding (2.24,25) waarin het gedaan diende te worden. Ook al is er rond de gelovige conflict en vervolging, als gevolg van het buiten het systeem zijn, hijzelf moet niet een twistzieke geest hebben. Hij zou zijn leven en kennen niet met een twistende geest moeten delen, maar in zachtheid en in rust en zachtmoedigheid.

Heiligen in oppositie

Heiligen die, om wat voor reden dan ook, nog steeds in het systeem zitten, zijn in feite in oppositie tegen de waarheid. Het religieus systeem (het rijk van mensgemaakte “kerken” en “bedieningen”) heeft de gelovigen beroofd van wie ze zijn in Christus! Ze zijn dus, door iedere deelname aan dit valse systeem, in feite het tegendeel van wie ze in Christus zijn! Ze zijn in oppositie tegen de waarheid, tegen wie de waarheid leren, en zelfs tegen hun ware zelf. Ze zijn in oppositie tegen de waarheid van God! Met andere woorden: deze individuen zijn in oppositie tegen de waarheid van God waar het betreft wie ze zijn.

Bekering in het Lichaam van Christus

Jammer genoeg zijn vele geliefde en kostbare heiligen gebonden in zulk een oppositie. We moeten hen rustig en zacht instructie aanbieden (2:25), maar uiteindelijk is de enige weg voor deze gevangenen van geestelijke oorlogsvoering verlossing te vinden bij God, door bekering (2:25) van hun oppositie tegen de waarheid. Dit kan alleen gedaan worden door de “erkenning van de waarheid” (2:25).

Deze passage is niet een discussie over die verloren zijn of onze evangelisering van hen. Het is een passage die zich bezig houdt met de doorgaande satanische gevangenschap van leden van het Lichaam van Christus.

De ware kerk moet naar Paulus’ brieven komen en de waarheid erkennen van wie en wat we zijn in Christus. We moeten erkennen dat wij de kerk zijn – de ecclesia; dat er slechts één waar Lichaam van Christus is, en dat de “kerken” die we hebben gebouwd, bezocht en ondersteund hebben en de leer die zij onderwijzen, niet anders dan frauduleus zijn. We moeten erkennen dat ze satanische “valstrikken” zijn(2:26), die ons gevangen hebben genomen. We moeten erkennen dat we te lang in satanische gevangenschap zijn geweest.
We zullen vrij zijn in Christus!