De kerk in puin

Een korte overdenking van 2 Timotheüs
Paulus’ laatste brief aan de kerk.

door
Clyde L. Pilkington Jr.


2 Timotheüs 2
Gedesoriënteerd en omver geworpen

“Maar houd afstand van de wereldse lege klanken, want zij zullen de oneerbiedigheid nog meer voortgang doen vinden, en hun woord zal kanker als weide hebben, onder wie zijn Hymeneus en Philetus, die afwijken van de waarheid, zeggend dat de opstanding reeds is geweest en het geloof van sommigen omverwerpen”
(2Tim. 2:16-18;SW)

Door het verwerpen van Paulus en zijn unieke boodschap en apostelschap, hadden zij in Efeze het zicht verloren op wie ze waren als de uitgeroepenen onder “de natiën”. Ze verloren ook het zicht op Gods grootse doelstelling voor de tijden en waar zij er in feite in passen.

Paulus, de apostel, zegt ondubbelzinnig: “Ik ben de apostel van de heidenen[d.i. de natiën]”. Wie dan was hun apostel? Er kan geen ander antwoord zijn dan dat Paulus hun apostel was – zoals hij de onze is – want hij werd specifiek door onze opgevaren Heer aangesteld “om de dienaar van Christus Jezus te zijn voor de natiën”(Rom. 15:16;SW), een volk uitroepend voor Zijn hemelse doelstelling. `

Nu ze Paulus en zijn unieke evangelie hadden verlaten, waren de Efeziërs totaal de weg kwijt. Ze waren zo gedesoriënteerd dat ze niet langer zelfs maar de timing correct hadden, die in feite ontkennend. Te leren dat de opstanding al had plaatsgevonden stond in contrast met de belangrijke waarheid van het vers er voor, dat van “juist verdelend het woord van de waarheid.” Na Paulus en de waarheid in de steek gelaten te hebben, werd de opstanding nu buiten de juiste context geleerd. Door de opstanding te verwijderen van de plaats in de toekomst en die in het verleden te plaatsen, verwijderden ze die uit het gebied van de verwachting en geloof, en als gevolg daarvan wierpen ze het geloof van sommigen omver.

Jammer genoeg, voor velen, was hun geloof omver geworpen van de zekere verwachting van opstanding. De opstanding was een levende waarheid van verwachting die door Paulus werd geleerd, zonder welke alleen ijdelheid overbleef(1Kor. 15) en nu “ijdel gebabbel.” Voor hen was de opstanding zonder betekenis geworden. Ze keken niet meer uit naar de opstanding; in plaats daarvan was nu de inhoud van hun geloof dat ze naar de hemel zouden gaan bij hun sterven, of misschien dat Christus terug zou keren en de uitverkorenen zou redden en de niet-uitverkorenen in de hel zou gooien.

Abraham had geloof dat in een toekomstige dag hij een zoon zou hebben en dat alle families op Aarde in zijn zaad gezegend zouden worden. Ons geloof is niet alleen in de voltooide dood en opstanding van Christus, maar ook in onze verlossing, wanneer Hij terugkomt, heersend en regerend met Hem in de komende aionen. Het eindresultaat van deze regering zal de verlossing zijn, de verzoening en heerlijke onderschikking van heel de schepping aan God.

De misplaatsing van de opstanding staat in contrast met de heerlijke “redding … in Christus Jezus, met aionische heerlijkheid”(:10), alsook met de trouwe uitspraken dat we samen met Hem zullen leven, en samen met Hem regeren als we met Hem het lijden verdragen (:11-13).




Terug naar de index van "De kerk in puin"



Dit artikel is hier geplaatst met de toestemming van Clyde L. Pilkington Jr.
© www.hetbestenieuws.nl