“Jij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade in Christus Jezus”
(2Tim. 2.1;SW)

Wegens deze toestand van afvalligheid in het Lichaam van Christus, waarschuwde Paulus Timotheüs “krachtig” te zijn “in de genade in Christus Jezus.” Het antwoord op het staan blijven is te vinden in Gods genade. Timotheüs zal zijn kracht om sterk te zijn moeten vinden in genade, dat is waar zijn aandacht en nadruk zouden moeten liggen. Paulus kon dit niet alleen als theorie aan Timotheüs vertellen, maar als de manier – de manier - van leven. Paulus had eerstehands ervaring met de kracht van genade.

“Voor dit moedig ik drie maal de Heer aan, dat het van mij weggenomen zou worden. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is voor jou voldoende, want kracht wordt in zwakheid geperfectioneerd. Dan zal ik met veel voldoening roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus zijn tenten opslaat over mij. Daarom zal ik een welbehagen hebben in zwakheden, in schandelijkheden, in gebreken, in vervolgingen, in benauwenissen, alles ten behoeve van Christus, want wanneer ik zwak ben, dan ben ik krachtig”
(2Kor. 12:8-10;SW)

Wees krachtig in genade – dat is de oproep; en dat is het Paulinisch patroon. Het sterke deel van ons leven moet Gods genade zijn; dat is waar we ons op moeten richten en in uitblinken.

“Maar de wet is er bij gekomen, zodat de overtreding zou toenemen. Maar waar zonde toeneemt, overstijgt de genade, opdat, zoals de zonde heerst in de dood, zo ook de genade zal heersen door rechtvaardigheid, in aionisch leven, door Jezus Christus, onze Heer”
(Rom. 5:20,21;SW)