De kerk in puin

Een korte overdenking van 2 Timotheüs
Paulus’ laatste brief aan de kerk.

door
Clyde L. Pilkington Jr.


2 Timotheüs 1
Paulus' genade apostelschap

“Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, naar de belofte van het leven in Christus Jezus”
(2 Tim. 1:1;SW)

Niet alleen was Paulus niet een van de twaalf apostelen, hem werd ook een nieuwe boodschap gegeven, over een nieuwe bedeling, met een nieuwe opdracht, uitlopend op het vormen en bouwen van een nieuw volk.

Paulus bracht een nieuwe boodschap

Paulus predikte niet wat de twaalf leerden. Hij predikte veeleer het evangelie van de genade van God.

Er zijn vele evangeliën in de Bijbel. Paulus werd gekozen om te getuigen van “het evangelie van de genade van God.”

“en de bediening te volmaken, die ik kreeg van de Heer Jezus, om het evangelie van de genade van God te betuigen”
(Hand. 20:24;SW)

Het evangelie kwam niet via anderen tot Paulus; het was een goddelijke onthulling.

“Want ik maak jullie het evangelie bekend, broeders, het evangelie door mij gebracht, dat het niet is naar de mens, want ook ontving ik het niet van een mens, noch werd het mij geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus”
(Gal. 1:11,12;SW)

Dit was een dusdanig nieuwe boodschap, dat Paulus een reis naar Jeruzalem moest maken om hen te vertellen van deze hemelse onthulling.

“En ik ging op volgens een openbaring en ik legde hen het evangelie voor dat ik verkondig in de natiën, … en van degenen die de reputatie hebben iets te zijn. Wat zij eens waren, niets daarvan is voor mij van belang; God ziet niet naar het gezicht van de mens, want mij legden de aanzienlijken niets op. Maar integendeel: waarnemende dat mij het evangelie van de onbesnijdenis was toevertrouwd, net zoals Petrus van de besnijdenis”
(Gal. 2:2-7;SW)

Let er op dat Paulus dit nieuwe evangelie “het evangelie van de Onbesnijdenis” noemde. Hij noemde het ook zijn evangelie – “mijn evangelie.”

“in de dag waarin God het verborgene van de mensen zal oordelen, naar mijn evangelie, door Jezus Christus”
(Rom. 2:16;SW)

“De bij machte Zijnde jullie te versterken naar mijn evangelie
(Rom. 16:25;SW)

“Herinner je Jezus Christus, opgewekt zijnd uit de doden, uit het zaad van David, naar mijn evangelie
(2Tim. 2:8;SW)

Dit was een nieuwe boodschap die in voorgaande eeuwen verborgen was geweest.

“De bij machte Zijnde jullie te versterken naar mijn evangelie en de verkondiging van Jezus Christus, naar de onthulling van het geheim, tijdens de aionische tijden verzwegen”
(Rom. 16:25;SW)

Paulus bracht een nieuwe bedeling

Paulus’ goede nieuws was een onderdeel van een onthulling van een geheel nieuwe goddelijke bediening voor de mensheid, het niet terughoudende uitdelen van Gods genade.

“indien jullie tenminste luisteren naar de bediening van de genade van God, de aan mij gegeven zijnde voor jullie”
(Efe. 3:2;SW)

“waarvan ik dienaar werd, naar de bediening van God, die aan mij is gegeven, om in jullie het woord van God te completeren, het geheim, dat verborgen geweest is tijdens de aionen en tijdens de geslachten, maar nu geopenbaard werd aan Zijn heiligen, aan wie God wil bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheim onder de natiën. Dat is: Christus in jullie, de verwachting van de heerlijkheid”
(Kol. 1:25-27;SW)

Paulus vervulde een nieuwe opdracht

Paulus werkte niet onder Israels zogeheten “grote opdracht.” De opdracht van Paulus’ evangelie was heel anders.

“want Christus zendt mij niet om te dopen, maar om te evangeliseren”
(1Kor. 1:17;SW)
“En dit alles is uit God, Die ons met Zich verzoent door Christus en ons de bediening van de verzoening geeft, hoe dat God in Christus de wereld verzoenende was naar Zichzelf, aan hen niet hun overtredingen toerekenend en in ons het woord van de verzoening plaatsend. Ten behoeve van Christus dan zijn wij ambassadeurs, als van God, uitnodigend door ons. Wij moedigen jullie ten behoeve van Christus aan: Weest verzoend naar God! Want Degene die geen zonde kent, maakt Hij ten behoeve van ons zonde, opdat wij gerechtigheid van God mogen worden in Hem”
(2Kor. 5:18-21;SW)

Paulus diende een nieuw volk

Anders dan de twaalf die Israel dienden, diende Paulus een nieuw gevormd Lichaam van Christus, de hemelse schepping. Alle aardse, vleselijke onderscheid was nu verdwenen.

“zodat wij, vanaf het nu, niemand waarnemen naar het vlees, maar zelfs indien wij Christus naar het vlees gekend hebben, kennen wij hem nu niet meer. Daarom: indien iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping. Het oude ging voorbij. Neem waar! Het is nieuw geworden!”
(2Kor. 5:16,17;SW)

“Want ook in één geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen… Jullie nu zijn het lichaam van Christus, en de leden zijn daarvan deel”
(1Kor. 12:13,27;SW)



Terug naar de index van "De kerk in puin"



Dit artikel is hier geplaatst met de toestemming van Clyde L. Pilkington Jr.
© www.hetbestenieuws.nl