Gods Aionische Doelstelling
Hoofdstuk 14

De komst van de Heer
door Adlai Loudy

"Want ons burgerschap behoort in de hemelen, waaruit ook wij de Redder verwachten, de Heer, Jezus Christus, Die het lichaam van onze vernedering zal omvormen gelijkvormig aan het lichaam van Zijn heerlijkheid, naar de werking van Die Hem in staat stelt zelfs het al aan Zich te onderschikken"
(Filip. 3:20,21;SW)

Geliefde lezer, in deze tekst van de Schrift zet God een verwachting van overstijgende heerlijkheid uiteen voor alle heiligen die zijn en geloven in Christus Jezus - de komst van de Heer.

Laat me, door middel van een inleiding, zeggen dat in mijn geestelijk leven drie belangrijke tijdperken naar voren komen, namelijk: gezegend zijn door Zijn genade om door Zijn woord de komst van de Heer te begrijpen, dan Gods doelstelling van de aionen die Hij maakt in Christus Jezus, onze Heer, en het correct verdelen (of snijden) van het woord van de waarheid. Totdat deze grote Schriftuurlijke leerstellingen over onze harten komen, zal er, ook al zijn we vurige studenten van Gods woord en voelen we ons tevreden met wat we hebben, ondanks dat, een grote mijn van rijkdommen in ons bezit zijn waarvan we in staat zijn slechts een klein deel te kunnen waarderen. Daarom, dit alles persoonlijk ervarend en me er van bewust zijnde, is het met een oprecht verlangen behulpzaam te zijn, dat ik ieder kind van God aanmoedig nijver bezig te zijn om zich deze grote leerstellingen eigen te maken.

De leerstelling ontkend

Het doet me pijn in het hart te zien en te weten hoe de leer van de Schrift met betrekking tot de komst van de Heer in het diskrediet wordt gebracht en verworpen wordt door zovelen die zeggen uitdelers van het woord van God te zijn! Sommigen gaan zelfs zo ver dat ze er over spreken als "onzin," zeggend dat ze er geen tijd aan willen verspelen. Maar voor hen van wie de harten verlicht zijn geworden door de bewustwording van het geloof dat hen verbindt met de Here Jezus, en de overstijgende geestelijke zegeningen waarmee zij begenadigd zijn te midden van de hemelingen in Christus Jezus, onze Heer, ons Leven en ons Hoofd, is het buitengewoon kostbaar.

Vaak vermeld

Naar de tweede komst van de Heer wordt 568 maal verwezen in de heilige Schrift. Er werden in de Hebreeuwse Schrift 250 verwijzingen naar gemaakt en 318 in de Griekse Schrift. In het zogeheten Nieuwe Testament gedeelte van de Schrift wordt het gemiddeld eens in iedere vijf en twintig verzen genoemd. In feite wordt de komst van de Heer van het begin tot aan het einde van de Schrift genoemd in type en beeld, in vorm en symbool, in open profetie en zinnebeeldige uitspraken, in aansporing en voordracht. U zult het genoemd vinden in verband met iedere fundamentele leerstelling:

Ten eerste: met de opstanding uit de doden, onvergankelijkheid, onsterfelijkheid, zoonschap, beloningen, en het binnen gaan in het bezit van het genieten van ons lotdeel van heerlijke genade te midden van de hemelingen.

Ten tweede: het is verbonden met iedere sublieme belofte - de belofte van gelijkenis met Christus, bevrediging van geest, overwinning over de dood en Satan, en het recht op heersen met Christus tijdens de toekomende aionen.

Ten derde: het is verbonden met iedere praktische aansporing tot het liefhebben van God, tot het liefhebben van elkaar, tot geduld, tot toegewijd leven, tot waakzaamheid, tot het ijverig zijn in goede werken, tot het waardig zijn van onze roeping in Christus Jezus, tot matigheid, tot het hebben van het woord van Leven, tegen het oordelen van elkaar, tot standvastigheid, tot het woord van Christus zich rijkelijk een huis laten maken in ons, tot trouw in het uitdelen van het woord van Zijn genade, omdat Christus Jezus weer terug komt. De waarheid is: de komst van de Heer is het centrale akkoord van toegewijd leven in Christus Jezus, steeds weer aangeraakt door aanmoediging en illustratie, als de verheven aansporing voor de niet-falende impuls in het hart van het kind van God doorheen het bereik van de Schrift.

Bevestigd door de Schrift

Het getuigenis van de Here Jezus Zelf: "In het huis van Mijn Vader zijn vele verblijfplaatsen. Indien zij er niet zijn, zei Ik niet tot jullie: 'Ik ga om ruimte voor jullie klaar te maken'. En als Ik weggegaan zal zijn en Ik ruimte voor jullie zal maken, kom Ik opnieuw en zal Ik jullie meenemen tot Mijzelf, opdat waar Ik ben, ook jullie zullen zijn" (Joh. 14:2,3;SW).

Het getuigenis van hemelse wezens: "En terwijl zij ingespannen in de hemel staarden bij Zijn opvaren, zie, stonden twee mannen bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staan jullie, kijkend naar de hemel? Deze Jezus, die van jullie opgenomen is in de hemel, zal op dezelfde manier komen als jullie Hem hebben zien gaan in de hemel" (Hand. 1:10,11;SW).

Het getuigenis van Petrus: "Want niet door het navolgen van wijselijk gemaakte mythen maken wij aan jullie de kracht en aanwezigheid van onze Heer, Jezus Christus, bekend, maar door het toeschouwers geworden zijnde van de luister van die Ene" (2 Petr. 1:16;SW).

Het getuigenis van Johannes: "En nu, kindertjes, blijft in Hem, opdat, indien Hij tevoorschijn gebracht zal worden, wij vrijmoedigheid zullen hebben, en wij niet door Hem beschaamd zullen worden in Zijn aanwezigheid" (1 Joh. 2:28;SW).

Het getuigenis van de maaltijd van de Heer: "Want zo vaak als jullie dit brood zouden eten en jullie de drinkbeker zouden drinken, verkondigen jullie de dood van de Heer, totdat Hij komt" (1 Kor. 11:26;SW).

Het getuigenis van Paulus: "Want ons burgerschap behoort in de hemelen, waaruit ook wij de Redder verwachten, de Heer, Jezus Christus, Die het lichaam van onze vernedering zal omvormen gelijkvormig aan het lichaam van Zijn heerlijkheid, naar de werking van Die Hem in staat stelt zelfs het al aan Zich te onderschikken" (Filip. 3:20;21;SW).

We zijn er zeker van dat dit voldoende bewijsmateriaal is voor allen die de heilige Schrift aanvaarden als het woord van God, dat Christus Jezus terug zal komen.

Verschillende theorieën

Er zijn twee afzonderlijke theorieën die in het Christendom worden geleerd en geloofd over de komst van de Heer. De ene school leert dat Christus pas zal terugkeren wanneer de wereld is bekeerd of gered; pas dan zal Hij komen en Zijn heerschappij vestigen. Een andere school leert dat de wereld niet in deze aion bekeerd of gered zal worden, maar dat Zijn komst deze huidige, boze aion zal afsluiten en de komende aion van het millennium zal inluiden, wanneer de kennis van de heerlijkheid van JAHWEH de aarde zal bedekken zoals de wateren de zee bedekken. De eerste school staat bekend als "post-millenniaal," terwijl de laatste "pre-millenniaal" genoemd wordt.

Maar er is slechts weinig echte vooruitgang geboekt in het bestuderen van de Schrift door te theoretiseren, dus doen we een beroep op het Woord voor wat echt is onthuld met betrekking tot Zijn komst en de afsluiting van deze aion.

Toen Christus op een dag op de Olijfberg zat, kwamen de discipelen bij Hem en stelden een dubbele vraag:

"En wat is het teken van Uw komst en van het einde van de aion?"
(Matt. 24:3;SW)

Als antwoord gaf Hij de volgende samenvatting van gebeurtenissen waar zij naar konden uitzien, leidend naar het "teken" van Zijn komst en het "einde" van de aion:

"1 En buiten komend ging Jezus weg van het heiligdom. En Zijn discipelen benaderen Hem om Hem de gebouwen van het heiligdom te tonen.
2 En Hij, antwoordend, zei tot hen: "Zien jullie al deze dingen niet? Amen, Ik zeg tot jullie dat hier geen steen op een steen gelaten zal worden, die niet zal worden afgebroken."
3 En toen Hij op de Olijfberg zat, kwamen Zijn discipelen alleen bij Hem, zeggend: "Vertel ons, wanneer zullen deze dingen zijn? En wat is het teken van Uw komst en van het einde van de aion?"
4 En antwoordend zei Jezus tot hen: "Past op, dat niemand jullie zal misleiden!
5 Want velen zullen komen in Mijn Naam, zeggend: 'Ik ben de Christus', en zullen velen misleiden.
6 En jullie zullen horen van veldslagen en berichten van veldslagen. Zie toe, weest niet gealarmeerd, want het moet gebeuren, maar de voleinding is het nog niet.
7 Want natie zal opgewekt worden tegen natie en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen op diverse plaatsen hongersnoden en aardbevingen zijn.
8 Maar deze zijn het begin van de weeën.
9 Dan zullen zij jullie overleveren in beproeving en zij zullen jullie doden, en jullie zullen door allen van de natiën gehaat worden vanwege Mijn Naam.
10 En dan zullen velen ten val gebracht worden en zij zullen elkaar overleveren en zij zullen elkaar haten.
11 En vele valse profeten zullen opgewekt worden en zij zullen velen misleiden.
12 En doordat de wetteloosheid vermenigvuldigd wordt, zal de liefde van de velen verkoelen.
13 Maar die volhardt tot in de voleinding, deze zal gered worden.
14 En dit evangelie van het koninkrijk zal verkondigd worden in heel de bewoonde Aarde, tot een getuigenis aan al de natiën, en dan zal de voleinding komen.
15 Wanneer dan jullie de gruwel van de verwoesting zullen waarnemen, die verklaard werd door Daniël de profeet, staande in de heilige plaats (die dit leest, laat hem er aan denken!),
16 laten dan die in Judea zijn vluchten naar de bergen.
17 Die boven op het huis is, laat hem niet naar beneden gaan om de dingen uit zijn huis weg te nemen.
18 En laat hem die in het veld is niet terugkeren om zijn mantel op te halen.
19 En wee die zwanger zijn en de zuigelingen in die dagen!
20 Maar bidt dat jullie vlucht niet zal gebeuren in de winter, noch op een sabbat,
21 want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals niet is voorgekomen sinds het begin van de wereld tot op heden en ook niet meer zal voorkomen.
22 En indien die dagen niet ingekort zouden worden, zou in het geheel geen vlees gered worden, maar vanwege de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.
23 Dan, indien iemand tot jullie zou zeggen: 'Zie hier, de Christus!', of 'Hier!', zullen jullie dat niet moeten geloven.
24 Want valse Christussen zullen worden opgewekt en valse profeten, en zij zullen grote tekenen en wonderen geven, zodat zij, indien mogelijk, ook de uitverkorenen misleiden.
25 Zie, Ik heb jullie dit tevoren verklaard!
26 Indien dan zij tot jullie zullen zeggen: 'Zie, Hij is in de wildernis!', zullen jullie niet uitgaan. 'Zie, in de voorraadkamers!,' jullie zullen het niet geloven.
27 Want zoals de bliksem komt van het oosten en verschijnt tot zover als het westen, zo zal de komst van de Zoon van de mens zijn.
28 Waar ook het lijk zal zijn, daar zullen de gieren verzameld zijn.
29 En onmiddellijk na de verdrukking van die dagen, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar straal niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen geschud worden.
30 En dan zal het teken van de Zoon van de mens verschijnen in de hemel en dan zullen alle stammen van het land zichzelf slaan en zij zullen de Zoon van de mens zien, komend op de wolken van de hemel, met kracht en veel heerlijkheid."
(Matt. 24:1-30;SW)

De plechtige uitspraken van onze Here Jezus Christus, schilderen een zeer beeldend plaatje van de vreselijke toestanden in de wereld die leiden naar Zijn komst en de afsluiting van de aion.

De wereld niet bekeerd

Allen die een ogenblik aandacht schenken aan de beschrijving die gegeven werd in antwoord op de vraag van de discipelen, in verband met de omstandigheden die in de tijd van Zijn verschijning in de wereld zullen heersen, zullen weinig hoop zien voor de bekering van de wereld in die periode! En het kan niet overbodig zijn andere Schriftplaatsen te geven die de omstandigheden bij de afsluiting van de aion te benadrukken.

Als de wereld bekeerd is voordat de Here Jezus terug komt, hoe moeten we dan de volgende Schriftplaats verstaan?

"En zij zeggen tegen de bergen en tegen de rotsen: "Valt op ons en verberg ons voor het aangezicht van Die zit op de troon en voor de verontwaardiging van het Lammetje, want de grote dag van Zijn verontwaardiging kwam en wie is in staat te staan?"
(Openb. 6:15-17;SW)

Als de wereld bekeerd is voordat Christus komt, hoe moeten we dan deze passage verstaan?

"En de rest van de mensen, die niet gedood waren in deze slagen, zij bekeren zich nog niet van de werken van hun handen, zodat zij niet de demonen en de afgoden zullen aanbidden, de gouden en de zilveren en de koperen en de houten, die niet in staat zijn waar te nemen, noch te horen, noch te wandelen. En zij bekeren zich niet van hun moorden, noch van hun drugs, noch van hun prostitutie, noch van hun stelen"
(Openb. 9:20,21;SW)

Als de wereld gered moet worden voordat Christus terug komt, hoe moeten we dan de volgende tekst verstaan?

"en aan jullie, de verdrukten, verlichting geeft, met ons, in de openbaring van de Heer Jezus van de hemel, met Zijn krachtige boodschappers, in vlammend vuur wraak gevend aan degenen die God niet waargenomen hebben en degenen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen de boete betalen van aionische uitroeiing, weg van het gezicht van de Heer en van de heerlijkheid van Zijn sterkte"
(2 Thess. 1:7-9;SW)

Als de wereld verlost is voordat de Heer komt, wat moeten we dan met deze uitspraak doen?

"Versterft dan de leden die op de Aarde zijn: prostitutie, onreinheid, passie, kwaad verlangen en de hebzucht, wat niet anders is dan afgoderij, waardoor de verontwaardiging van God komt over de zonen van de koppigheid, in welke ook jullie eens wandelden, toen jullie in deze dingen leefden"
(Kol. 3:5-7;SW)

Indien de wereld gered is voordat Christus terug komt, wat moeten we dan van het volgende maken?

"Nu is de wereld het veld... het goede zaak...de zonen van het koninkrijk...de dolik...zonen van de boze...Nu is de oogst de afsluiting van de aion."
(Matt. 13:7-43)
"Laat beiden samen opgroeien tot de oogst"
(Matt. 7:30;SW)

Als de wereld bekeerd is voordat de Heer komt, hoe moeten we dan deze bewering verstaan?

"Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon van de mens zijn"
(Matt. 24=37-42;SW)

"De dagen van Noach" beelden voor ons zeker iets anders uit dan een bekeerde of geredde wereld. En laat mij, beste lezer, het feit benadrukken dat de heerschappij van bloedige Mary, de gruwelen van de Spaanse inquisitie, het martelaarschap in het Romeinse colosseum, de Armeniaanse massaslachtingen, toen honderd duizend heiligen werden gedood, zullen verbleken bij de vreselijke benauwdheid die over de wereld van de mensheid komt bij de afsluiting van deze boze aion, pal voordat Christus vanuit de hemel onthuld wordt in kracht en heerlijkheid.

Twee gebeurtenissen markeren de eindtijd

Twee zwaarwegende gebeurtenissen markeren de komst van de Heer en de afsluiting van de aion - de verheerlijking van de ecclesia die het lichaam van Christus is, en de verlossing van Israel. En hier is het waar vrijwel allen de mist in gaan door het vermengen van de leer van de Schrift en het deze twee gebeurtenissen in één dooreen gooien.

Het is heel waar dat de Besnijdenisschrijvers - Petrus, Jakobus, Johannes en anderen - wisten dat de Here Jezus terug zou komen; maar die komst verstonden en verwachtten zij ná de benauwdheid van Jakob, de grote verdrukking van de toekomstige verontwaardiging, waarover een complete studie wordt gegeven in hoofdstuk XV. Maar voor zo ver het in hun geschriften is onthuld, wisten zij niets over de "eerdere komst" van de Heer om de heiligen weg te grissen die het lichaam van Christus vormen, om Hem in de lucht te ontmoeten. De waarheid over deze gebeurtenis is onderdeel van de bijzondere onthulling die aan de apostel Paulus werd toevertrouwd voor de gelovigen onder de natiën, en gaat Israel, als natie, op geen enkele wijze aan.

De twee gebeurtenissen aan elkaar tegengesteld

De twee gebeurtenissen - de verheerlijking van de ecclesia en de verlossing van Israel - markeren de afsluiting van deze aion, en worden in de Schrift duidelijk onderscheiden, als we maar luisteren naar wat is geschreven. Het vertoon van genade in de gebeurtenis van het omzetten van het lichaam van onze vernedering om overeen te komen met Zijn heerlijk lichaam, is te zien in 1 Thessalonicenzen 5:9-11...

"want God plaatste ons niet tot verontwaardiging, maar tot verkrijging van redding door onze Heer, Jezus Christus, Die voor ons stierf, opdat, of wij nu waken of wij nu dommelen, wij tegelijkertijd samen met Hem zouden leven. Daarom, bemoedigt elkaar en bouwt elkaar op, zoals jullie ook doen"

Let er op, in tegenstelling hiermee, voor de verlossing van Israel, dat Hebreeën 9:28 hen waarschuwt...

"zo zal ook de Christus, één maal geofferd zijnde voor het dragen van de zonden van velen, een tweede maal gezien worden door zij die Hem verwachten, zonder zonde, tot redding"

Er kan niet vaak genoeg de nadruk op worden gelegd dat dit Schriftdeel uit Hebreeën alleen de gelovigen in Israel ten tijde van Christus' komst voor hun verlossing aangaat. De juiste verdeling van de Schrift niet erkennend is de betreurenswaardige leer uitgezonden geworden onder de heiligen, dat alleen zij die "wachten op" of "uitzien naar" de Heer weggegrist zullen worden voor de ontmoeting in de lucht! Welk aandeel heeft genade in zulk een leer? Als deze leer voor ons is, zijn we niet door genade gered, maar door het een of andere werk van verdienste dat we zelf doen! Het verwerpt Gods soevereine genade en doet Zijn heilig woord geweld aan.

Als we op juiste wijze deze Schriftgedeelten scheiden, en ze toepassen op hen voor wie ze werden geschreven, en op de tijd waarvoor ze zijn bedoeld, zal het onze harten met bewondering en lofprijzing vullen naar onze hemelse Vader voor de heerlijke genade waarmee Hij ons begenadigd in de Geliefde.

In deze geheime bedeling van genade, heeft God de heiligen die het lichaam van Christus vormen niet aangewezen tot verontwaardiging. Wij verkrijgen redding door onze Heer Jezus Christus, Degene Die voor ons stierf, opdat, of we nu waken of dommelen, wij in dezelfde tijd samen met Hem zouden leven! Wat een hart-aangrijpende boodschap van liefde en genade draagt dit naar alle heiligen die geloven en zijn in Christus Jezus!

Maar voor Israel is het noodzakelijk dat dit "het beginnen van het oordeel van het huis van God is (1Petr. 4:17,18;SW), wat de tijd van Jakobs benauwdheid is (Jer. 30:7), de grote verdrukking, zoals die sinds het begin van de wereld tot nu niet is gebeurd, noch onder enige andere omstandigheid zal gebeuren (Matt. 24:21). Voor hen die "volharden tot de voleinding", die "uitzien" naar Hem, zal Hij "genade brengen" (1 Petr. 1:13), "verlossing" (Rom. 11:26) en "redding"((Hebr. 9:28). Dit wordt verder verhelderd en geïntensifieerd door het werk van de hogepriester in Israel, van wie Christus het grote Antitype is. Eens per jaar, op de Grote Verzoendag, ging de hogepriester binnen in het Heilige der Heiligen, en kwam naar buiten met zegeningen voor de wachtende menigte. Christus, Israels grote Hogepriester, is het hemelse heiligdom binnen gegaan en zal naar buiten komen, "genade," "verlossing" en "redding" brengend aan hen in Israel die wachten op Hem bij Zijn onthulling uit de hemel, bij de afsluiting van deze aion.

Onze verwachting

Nu, aangewezen hebbend dat de Schrift onderscheid maakt tussen deze gebeurtenissen - de verheerlijking van de ecclesia en de verlossing van Israel - stellen wij voor elk er van, in hun volgorde, te bestuderen zoals de Schrift het geeft.

Laten we, in afwachting van ons Schriftuurlijk bewijs, eerst stellen dat de ecclesia die het lichaam van Christus is" (alleen te vinden in de geschriften van Paulus), begenadigd is geworden met een eerdere verwachting in de Christus (Efe. 1:12). Met andere woorden, Christus komt om de ecclesia weg te grissen en te verheerlijken, die Zijn lichaam is, voorafgaand aan Zijn komst om genade en verlossing te brengen aan Israel.

Om een heldere bewustwording van deze waarheid te krijgen, moeten we Paulus' afzondering in gedachten houden voor de bijzondere bediening voor de ecclesia die het lichaam van Christus is, met een hemelse bestemming. Op geen enkele manier is die verbonden met de bediening van de twaalf apostelen die verband houden met het koninkrijk.

Laten we ons dan, nogmaals, herinneren dat, van Paulus' brieven, die aan de Thessalonicenzen in feite de eerste waren van de Griekse, of het "Nieuwe Testament," Schrift die geschreven werden. En totdat Paulus de onthulling in deze brieven naar voren bracht, was de enige hoop van de heiligen die van de "verlossing" voor het volk van Daniël, Israel, "een ieder die gevonden wordt geschreven te zijn in de rol", ná de tijd van verdrukking (Dan. 12:1), en de opstanding tot aionisch leven(Dan. 12:2), een hoop die leefde in de harten van Martha (Joh. 11:24) en alle gelovigen in Israel, en later door Johannes in het boek Openbaring werd beschreven als de eerste of eerdere opstanding (Openb. 20:5), in tegenstelling tot de opstanding voor het oordeel (Dan. 12:2; Joh. 5:29; Openb. 20:11-15).

De opstanding tot aionisch leven vindt plaats bij het begin van de duizend jarige heerschappij, of het milleniale koninkrijk (Dan. 12:2; Openb. 20:4-6), ná de komende verontwaardiging of Daniels zeventigste zevener (week)(Dan. 9:24,27; 12:1,2,7,11-13), bij de onthulling van Christus uit de hemel, het overnemend van de beest-koning en de soevereiniteit er van toevertrouwend aan Israel (Dan. 7.11,26,27). De "eerste opstanding" is verbonden met het gelovige Israel, vanaf Abraham tot aan de voleinding van de huidige aion, "Al dezen stierven in geloof, de beloften niet verkrijgend, maar ze ziende en groetend van een afstand, ... opdat zij een betere opstanding zouden verkrijgen" (Hebr. 11:13,35;SW).

In tegenstelling tot dit alles heeft God, in Zijn aionische bedelingen, voorzien in een "eerdere verwachting in de Christus" voor de uitverkoren, geroepen en gerechtvaardigde leden van Zijn lichaam. Kort voordat de tijd arriveert in het doel van God om Zijn toorn uit te storten over de zonen van koppigheid in de "komende verontwaardiging," zullen wij, door Zijn overstijgende genade, van de aarde verwijderd worden en opgenomen naar ons lotdeel van heerlijkheid, te midden van de hemelingen. Deze waarheid wordt bevestigd door de volgende Schriftdelen.

"want zij berichten over ons wat voor soort intrede wij bij jullie hebben gehad en hoe jullie keren tot God, weg van de afgoden, om te slaven voor de levende en ware God, en te wachten op Zijn Zoon uit de hemelen, Die Hij opwekte uit de doden, Jezus, Die ons redt uit de komende verontwaardiging."
(1 Thess. 1:9,10;SW)
"want God plaatste ons niet tot verontwaardiging, maar tot verkrijging van redding door onze Heer, Jezus Christus, Die voor ons stierf, opdat, of wij nu waken of wij nu dommelen, wij tegelijkertijd samen met Hem zouden leven"
(1 Thess. 5:9,10;SW)
"in Hem, in Wie ook ons lot werd geworpen, tevoren bestemd zijnde naar het voornemen van Die alles werkt naar de raad van Zijn wil, opdat wij zijn tot lofprijzing van Zijn heerlijkheid, die een eerdere verwachting hebben in de Christus"
(Efe. 1:11,12;SW)

Deze Schriftdelen onthullen dat wij niet zijn gesteld tot verontwaardiging, maar dat we er van gered zullen worden, bestemd voor de lof van Zijn heerlijkheid, en in een toestand van eerdere verwachting in de Christus zijn, Die ons bij Zich zal verzamelen voordat de zegels verbroken worden, de bazuinen van de weeën geblazen worden en de schalen van toorn uitgegoten op de bewoonde aarde, in de toekomende dag van Zijn verontwaardiging, zoals beschreven in het boek Openbaring.

Wat een troost, wat een vreugde, wat een blije verwachting voor allen die zijn en geloven in Christus Jezus! Hoe zal het onze harten vullen met overvloeïing met dankzeggen en lofprijzing voor de bewustwording van zulke onverdiende, overstijgende rijkdommen van genade die Hij in alle wijsheid en voorzichtigheid over ons uitgiet!

De dag van de Heer en Zijn komst

op dit moment is het nodig dat we een paar belangrijke feiten van de Schrift overdenken, kennelijk over het hoofd gezien door velen die geloven en leren dat de Heer al aanwezig is. Eerst: de Schrift toont aan dat de "komst van de Heer" en de "dag van de Heer" gelijktijdige gebeurtenissen zijn - komend of beginnend op hetzelfde moment.

"Maar wat betreft de tijden en de eras hebben jullie niet nodig dat jullie geschreven wordt"
(1 Thess. 5:1;SW)
"Maar jullie, broeders, zijn niet in duisternis, dat de dag jullie als dief zou overvallen"
(1 Thess. 5:5;SW)
"Maar wij vragen jullie, broeders, in verband met de komst van onze Heer, Jezus Christus, en onze vereniging met Hem, dat jullie niet snel geschokt worden in het denken en niet verontrust zijn, hetzij door geest, hetzij door woord, hetzij door een brief als ware die van ons, dat de dag van de Heer aanwezig is"
(2 Thess. 2:1,2;SW)

De waarheid die in deze Schriftgedeelten wordt gepresenteerd, laat zien dat voor Paulus "de komst van de Heer" en "de dag van de Heer" gelijktijdige gebeurtenissen zijn. Met andere woorden, de komst van de Here Jezus Christus zal het begin van de dag van de Heer markeren. Ze zijn zo verbonden, dat het niet mogelijk is de ene te hebben zonder de andere.

Laten we, met deze leer in gedachten, een ander feit van waarheid in verband er mee overdenken. Wanneer de "komst van de Heer" en de "dag van de Heer" arriveren, rusten allen die dood zijn nog steeds in hun graven.

"Want dit zeggen wij in een woord van de Heer, dat wij, die leven, die overblijven, in de aanwezigheid van de Heer zeker niet die rusten zouden voorbijstreven"
(1 Thess. 4:15;SW)

En...

"Want omdat door een mens de dood er is, is er ook door een mens opstanding van doden. Want evenals in Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in de eigen klasse: Eersteling is Christus, daarna die van de Christus zijn bij Zijn aanwezigheid
(1 Kor. 15:21-23;SW)

Deze Schriftgedeelten bevestigen het feit dat geen van hen die ter ruste zijn gelegd zullen opstaan tot de "komst van de Heer" en de komst van de "dag van de Heer."

Het volgende feit dat we willen aanduiden is dat de "doden in Christus" en de "levenden die overleven tot de komst van de Heer" bij het begin van de "dag van de Heer" (die de ecclesia vormen die het lichaam van Christus is), gelijktijdig weggegrist worden voor hun bijeenkomst met Hem in de lucht. Hierover zegt Paulus...

"Want dit zeggen wij in een woord van de Heer, dat wij, die leven, die overblijven, in de aanwezigheid van de Heer zeker niet die rusten zouden voorbijstreven, want de Heer Zelf zal afdalen van de hemel, met een bevelsroep, met de stem van de aartsengel en met de trompet van God, en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, die leven, die overblijven, tegelijkertijd, samen met hen, weggegrist worden, in wolken, in een treffen met de Heer in de lucht. En zo zullen wij altijd samen met de Heer zijn"
(1 Thess. 4:15-17;SW)

De misleidende manier waarop sommige uitdragers van de Schrift deze woorden van de Heer hebben behandeld is bijna niet te geloven! Opdat een ieder die dit boek leest in het bezit is van alle feiten in deze zaak, zullen we de passage geven in het letterlijke Grieks, met een uniforme sublineair. Dan leest het...

KAI  OI  NEKROI  EN  CHRISTw   ANASThSONTAI
EN     DE      DODEN           IN       GEZALFDE        ZULLEN-ZIJN-OPSTAANDE
PRwTON      EPEITA     hMeIS  OI  ZwNTES
EERST   DAARNA    WIJ           DE     LEVENDEN
OI   PERILEIPOMENOI   AMA          SUN   AUtoiS
DE    die-OVERLEVEND ZIJN         GELIJKTIJDIG    SAMEN    met-hen
ARPAGEeSOMETHA     EN   NEPHHELAIS  EIS
ZULLEN-WORDEN-GEGRIST    IN     WOLKEN                   IN
APANThSIN  TOU   KURIOU  EIS   AERA
VANAF-ontmoeting         VAN-DE     MEESTER             IN      LUCHT

Er is hier geen tijd voor spitsvondigheden, tenzij het met God is Die de onthulling heeft gegeven. Hij zegt duidelijk en onmiskenbaar dat bij de komst van de Heer, bij aanvang van de dag van de Heer, de doden in Christus eerst zullen opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die in leven zijn, GELIJKTIJDIG, SAMEN weggegrist worden in wolken om de Heer te ontmoeten in de lucht. Hier hebben we een geïnspireerde, tautologische*1) nadruk, zodat niemand in deze zaak aan het dwalen gaat. Daarom, sinds wij, de levende heiligen, nog steeds hier zijn, is dit positief bewijs dat de doden in Christus nog steeds in hun graven rusten. En verder vestigt dit boven alle twijfel, dat de "komst van de Heer" en de "dag van de Heer" nog niet zijn gekomen, maar nog toekomstig zijn!

Wanneer zal het gebeuren

De vraag die vandaag onder studenten van de Schrift over heel de aarde veel aandacht krijgt is: Wanneer zal de komst van de Heer gebeuren? Sommigen hebben geprobeerd datums vast te stellen en aantrekkelijke profetieën gemaakt over wanneer de Heer zal terugkeren, maar alles is fout gebleken. Door het niet erkennen van de juiste verdeling van de Schrift, en de "eerdere verwachting" van de ecclesia die het lichaam van Christus is in de brieven van Paulus, en proberend alles in harmonie te brengen met Zijn verlossing van het wakend Israel na de komende verontwaardiging, wordt ervaren dat hun redeneringen gebaseerd zijn op valse vooronderstellingen, en, uiteraard, kunnen tot niets anders leiden dan foutieve, teleurstellende conclusies.

Wat betreft het geven van jaren, de maand, de week, de dag of uur van Zijn komst, het absolute dwaasheid, alsook een schaamteloze ontkenning van Gods woord! De tekenen van de eras, ons gegeven door de apostel Paulus, verzekeren ons allen dat het zeker niet zo ver in de toekomst is. Toegewijde studenten van de Schrift over heel de aarde zijn vandaag onder de indruk van de nabijheid van Zijn komst, en leven in voortdurende verwachting van Zijn roep voor de ontmoeting in de lucht. Maar dit staat ons niet toe voorspellingen te doen of te profeteren over de dag of uur van Zijn komst. Wij moeten niet profeteren, maar bedaard wachten op Zijn zoon uit de hemelen, Die ons bij Zich zal verzamelen.

Er is één uitspraak die meer licht op het onderwerp doet schijnen over wanneer het zal gebeuren dan welk ander Schriftdeel dan ook, maar het wordt gewoonlijk geheel genegeerd. Het is Romeinen 11:25-27, en vertelt precies wanneer Hij zal komen.

"Want ik wil niet dat jullie onwetend zijn, broeders, van dit geheim, opdat jullie niet eigenwijs zult zijn, dat een verharding, ten dele, over Israel is gekomen, totdat de volheid van de natiën zal binnengaan. En zo zal heel Israel gered worden, zoals het is geschreven: Uit Sion zal de Verlosser arriveren. Hij zal de oneerbiedigheden van Jakob afwenden."

De zinsnede "totdat de volheid van de natiën zal binnengaan" is van groot belang. Het woord volheid komt van het Griekse woord pleeroma. De letterlijke betekenis er van is VULLEN, of "dat wat vult," het complement. Tot het volle complement van de natiën zal binnengaan, betekent het volle aantal van de natiën, of heidenen, dat door God is bestemd om de ecclesia "op te vullen" of "completeren" die het lichaam van Christus is. Het wordt in één keer duidelijk dat het lichaam een bepaald aantal heiligen moet bevatten, anders kan het noot vol gemaakt worden, of gecompleteerd. Daarom is Israel, ten dele, verhard geworden tot het volle complement van de natiën zal binnengaan. En, net zoals een elektrische lamp zijn stralen uitzendt, wanneer de noodzakelijke voorwaarden zijn vervuld, zo zal de Heer komen en Zijn heiligen tot Zich bijeen verzamelen op het moment dat de laatste is geroepen, gerechtvaardigd en verzegeld door de geest van de belofte, nodig om de ecclesia aan te vullen, of completeren die Zijn lichaam is.

Hoe het zal gebeuren

De weggrissing of verheerlijking van de ecclesia, die deze geheime bedeling van genade afsluit, zal de grootste verrassing zijn die de wereld ooit heeft meegemaakt. Paulus benadrukt het feit met deze woorden:

"Maar wat betreft de tijden en de era's hebben jullie niet nodig dat jullie geschreven wordt. Want jullie zelf hebben accuraat waargenomen dat de dag van de Heer zo komt: als een dief in de nacht. Wanneer zij zullen zeggen: vrede en veiligheid, dan overkomt hen onverwacht verderf, zoals barensweeën de vrouw in de buik, en er zal geen ontsnapping zijn"
(1 Thess. 5:1-3;SW)

We zijn allemaal bekend met de komst van een dief - het is altijd onverwacht en grijpt ons aan met een plotselinge verrassing wanneer we onze meest gewaardeerde juwelen en schatten missen! En zo is het als de dag van de Heer komt - onverwacht - behalve voor de heiligen, die de zonen van het licht zijn en zonen van de dag. De bazuin van God zal hen opwekken die te ruste zijn gelegd, de levenden veranderend die overleven tot aan Zijn komst, in een ogenblik, in het knipperen van een ooglid, en zij zullen weggegrist worden, samen, in de wolken, voor een ontmoeting met Hem in de lucht. Luister hoe Paulus het beschrijft:

"Maar wij willen jullie niet onwetend laten, broeders, over de rustenden, opdat jullie niet bedroefd zouden zijn, zoals ook de overigen, die niet een verwachting hebben. Want indien wij geloven dat Jezus stierf en opstond, zo ook zal God die rustend zijn, door Jezus, samen met Hem meevoeren. Want dit zeggen wij in een woord van de Heer, dat wij, die leven, die overblijven, in de aanwezigheid van de Heer zeker niet die rusten zouden voorbijstreven, want de Heer Zelf zal afdalen van de hemel, met een bevelsroep, met de stem van de aartsengel en met de trompet van God, en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, die leven, die overblijven, tegelijkertijd, samen met hen, weggegrist worden, in wolken, in een treffen met de Heer in de lucht. En zo zullen wij altijd samen met de Heer zijn. Bemoedigt elkaar daarom met deze woorden!"
(1 Thess. 4:13-18;SW)

Aanvullend licht wordt als volgt gegeven aan de heiligen in Korinthe, met betrekking tot dezelfde grote vraag:

"Zie, ik zeg u een geheim! Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ogenblik, in het knipperen van het oog, in de laatste trompet. Want Hij zal de trompet blazen en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid zal hebben aangedaan, en dit stervende onsterfelijkheid zal hebben aangedaan, dan zal het woord waar worden dat werd geschreven:
de dood werd verzwolgen in de overwinning.
Waar, dood, is jouw overwinning?
Waar, dood, is jouw steek?"

(1 Kor. 15:51-55;SW)

Deze Schriftgedeelten onthullen een paar schitterende waarheden die de overweging waard zijn en welkom bij alle heiligen. Wat een diepgaande gedachten voor meditatie - de doden in Christus die onvergankelijk worden opgewekt en de levende heiligen veranderd naar onsterfelijkheid! Wie is in staat zulke een blije verwachting te beschrijven? Alleen de Geest van God kan dat, want er staat geschreven...

"Maar zoals werd geschreven: wat het oog niet waarneemt en het oor niet hoort en in het hart van de mens niet is opgerezen, dat bereidt God voor hen die Hem liefhebben. Want God onthult het ons door de geest, want de geest doorzoekt alles, zelfs de diepten van God"
(1 Kor. 2:9,10;SW)

Hier leren we dat onze essentiële nood is: een oor dat is afgestemd op Gods woord door Zijn Geest, Die alles zo helder onthult dat niemand in het duister hoeft te tasten over deze gezegende, hart-troostende heerlijkheden, die Hij klaarmaakt voor hen die Hem liefhebben.

Over onze verandering schrijft Paulus...

"Want indien wij waargenomen hebben dat onze aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, een huis, niet met handen gemaakt, aionisch, in de hemelen. Want ook in dit zuchten wij: wij verlangen er naar met onze woonplaats uit de hemel bekleed te worden, indien wij tenminste bekleed en niet naakt bevonden zullen worden. Want ook die in de tent zijn zuchten bezwaard, waarop wij niet ontkleed willen worden, maar bekleed, opdat het stervende door het leven verzwolgen moge worden."
(2 Kor. 5:1-4;SW)
"Want ons burgerschap behoort in de hemelen, waaruit ook wij de Redder verwachten, de Heer, Jezus Christus, Die het lichaam van onze vernedering zal omvormen gelijkvormig aan het lichaam van Zijn heerlijkheid, naar de werking van Die Hem in staat stelt zelfs het al aan Zich te onderschikken"
(Filip. 3:20,21;SW)

Dit bewijs opsommend vinden we dat, in een ogenblik, in het knipperen van een ooglid, het sterfelijke opgeslokt zal worden door leven - veranderd naar onsterfelijkheid - omgevormd om overeen te komen met Zijn heerlijk lichaam! Wat een heerlijk vooruitzicht! Hij zal trompetten en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke (zij die rusten) moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke (de levenden) moet onsterfelijkheid aandoen. Wanneer nu dit vergankelijke (zij die rusten) onvergankelijkheid zal aandoen en dit sterfelijke (de levenden) onsterfelijkheid zal aandoen, dan zal het woord gebeuren dat is geschreven: "de dood werd verzwolgen in de overwinning. Waar, dood, is jouw overwinning? Waar, dood, is jouw steek?"

Onze verzameling bij Hem

Wanneer de Heer afdaalt uit de hemel met de "bevelsroep," zullen alle leden van de ecclesia die het lichaam van Christus is - de doden onvergankelijk opgewekt en de levenden veranderd in onsterfelijkheid, in een ogenblik tijd - in de lucht bijeen verzameld worden bij de Heer (2 Thess. 2:1).

Van alle rang en stand zullen er weg zijn: ambtenaren zullen weg zijn, boekhouders zullen weg zijn, portiers zullen weg zijn, dokters zullen weg zijn, zusters zullen weg zijn, patiënten zullen weg zijn, kinderen zullen weg zijn, vrienden zullen weg zijn, buren zullen weg zijn. Feitelijk zullen van ieder terrein en roeping, zij die leden van Christus' lichaam zijn, gerechtvaardigd door geloof in Zijn bloed en verzegeld met de heilige Geest van belofte, of zij nu rusten of in leven zijn, weggegrist worden en bijeen verzameld met de Heer bij de ontmoeting in de lucht.

Allerlei soorten handel zullen onderbroken worden, terwijl tumult en boosheid zullen heersen. Treinen, buslijnen, oceaanstomers, luchtvaartmaatschappijen, de grote industrieën over heel de wereld zullen in gevaar komen wanneer de Heer de bevelsroep geeft voor de Zijnen! De bestuurder van een snelle expresstrein, als lid van Christus' lichaam, zal de trompetstoot horen en hij, met alle andere gelovigen in Christus, die op de trein zijn, zullen onmiddellijk naar de ontmoeting in de lucht gaan! Kunnen we ons de werkelijkheid van dit alles bewust zijn en de angst die over de hele aarde zal heersen wanneer dit gebeurt?

It may be at morn, when the day is awaking,
When sunlight through darkness and shadow is breaking,
That Christ will return in the fullness of glory,
To receive from the world His own.

It may be at mid-day, it may be at twilight,
It may be perchance, that the blackness of midnight
Will burst into light in the blaze of His glory,
When Christ will receive His own.

He comes all alone with no angels attending,
The glorified saints will to Him be ascending.
His shout and His voice and His trumpet will call us,
When Christ will receive His own.

O joy! O delight! should we go without dying!
No sickness, no sadness, no dread, and no crying.
Snatched away in clouds, with our Lord into glory,
When Christ will receive His own.

Wanneer de Heer komt voor de verheerlijking van de ecclesia die Zijn lichaam is, zal de "wereld" niet eindigen, zoals velen verwachten en leren. Het zal gewoon het einde van de huidige geheime bedeling van Gods genade zijn. Er zal nog veel wereld over zijn nadat deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

Er zullen drie klassen achterblijven op de aarde - de zonen van de koppigheid, de natie Israel en de heiden- of ongeciviliseerde natiën van de aarde. Dan zal de "komende verontwaardiging" komen, waaraan het volgende hoofdstuk gewijd zal zijn.



*1) - Tautologisch - herhaling van iets dat al gezegd is, bv. ik ben blij en verheugd.


terug naar de Indexpagina




© www.hetbestenieuws.nl