De minder bewandelde weg - deel 4
door
Rick Longva

(Ga met de muis op een onderstreepte tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
(Alle Schriftteksten zijn uit de SchriftWoord vertaling, tenzij anders aangegeven)

Licht in de duisternis

"Indien dan jouw lichaam geheel verlicht is, geen deel hebbend aan enig duister, zal het geheel verlicht zijn, zoals wanneer ook maar de lamp met haar felle licht jou zal verlichten."
(Luc. 11:36)

Wij brengen allen iets mee van onze voorbije ervaringen of onderwijzingen die nutteloos zijn wanneer het aankomt op geestelijke groei, hetzij van filosofiën, hetzij religie, hetzij politiek, hetzij moraal (of gebrek er aan), wanneer we binnen gaan door de nauwe poort "Strijd om binnen te komen door de nauwe deur, want Ik zeg jullie dat velen zullen zoeken binnen te komen en zij zullen niet sterk genoeg zijn. [Luc. 13:24]. We gaan niet binnen door de nauwe poort als een helder schijnend licht, we gaan binnen zoals we zijn, in duisternis; "Degene die jullie roept uit de duisternis tot in het wonderbaarlijke van Zijn licht" (1 Petr. 2:9). Toch is er zelfs in deze (onze) duisternis een licht in ons.

Zij die op de minder bewandelde weg zijn raken dit onderwijs kwijt, of het nu religieus of werelds is, dat ons bindt aan de instituten van mensen, die ons feitelijk aan deze aarde binden. Paulus vertelt ons: "tegelijkertijd de Vader dankend, Die jullie bekwaam maakt voor het deel van het lot van de heiligen in het licht, Die ons uitredt vanuit de autoriteit van de duisternis en ons verplaatst tot in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde" (Kol. 1:12,13). Dit is het doel van het licht in ons. Het legt alles wat duisternis over God is bloot, brengt ons in het licht en verwijdert de duisternis. Dit maakt allemaal deel uit van het proces van "gezouten worden met vuur" (Marc. 9:49), gesproken door Jezus. Het lijkt op het buiten zetten van de vuilnis, die, na ingezameld te zijn, naar de stortplaats wordt gebracht en verbrand.

Johannes vertelt ons in zijn verslag: "En het licht verschijnt in het donker en het donker greep het niet" (Joh. 1:5). Dit licht schijnt (verschijnt) IN het donker, niet NAAR BINNEN IN  het donker. Het licht groeit IN het donker, niet er buiten. Zodra het licht IN ons steeds helderder gaat worden, wordt de duisternis IN ons steeds minder. Niemand van ons komt naar het licht toe. Het licht schijnt in ons, of nog beter, IS in ons. Paulus vertelt ons: "Vanuit duisternis zal licht schijnen, dat doet schijnen in onze harten tot verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gezicht van Jezus Christus" (2 Kor. 4:6).

Zoals Johannes ons vertelt: "het donker greep het niet." Duisternis wordt hulpeloos zodra het blootgesteld wordt aan licht. En illustratie hiervan zou zijn wanneer we een deur van een hel verlichte hal openen naar een donkere kamer; de duisternis overspoelt niet de verlichte hal, het licht van de hal overspoelt de verduisterde kamer.

Duisternis kan niet blijven zodra het door het licht wordt blootgelegd. Dat is waarom zij die tot bewustzijn komen van bepaalde waarheden (licht) die in conflict staan met valse leer (duisternis), alleen maar weg kunnen bewegen van het valse (donker) en zich naar de waarheid (licht) richten.

Zoals gezegd, allen die de nauwe poort binnen gaan die leidt naar de smalle weg, zullen in het begin vasthouden aan veel van het onderwijs en tradities van de plaatsen die zij verlaten om hun reis te beginnen op de smalle weg van het Hem kennen. Of u nu van een Baptisten achtergrond komt, Pinkster, Mennoniet, Mormoon, Katholiek, werelds of wat dan ook, u zal een paar van die geliefde leerstellingen of filosofiën meeslepen door de nauwe poort. Al het valse van al die sekten in de wereld zal, op Gods moment, blootgelegd worden door het licht Maar los van geloof is het onmogelijk welgevallig te zijn, want die komt tot God moet geloven dat Hij is en de Beloner wordt van die Hem zoeken. [Hebr. 11:6], maar tot dan zal het veel van ons verstaan van God verduisteren en ons hinderen Hem te kennen.

Laat de bagage achter

Terwijl we voortgang maken op de smalle weg, zullen we veel verschillen in doctrines vinden van hen die we zullen ontmoeten die geloven in de verzoening van allen. In feite zullen we horen van verdeeldheid tussen de verschillende kampen, en splintergroepen zullen zich vormen, net als bij de rest van het Christendom. Dit komt ten dele door de verscheidene geliefde doctrines die opgepakt en in de tas gedaan werden en door de nauwe poort meegebracht zijn. Dit gebeurt ook wanneer de een of andere nieuwe waarheid vanuit de Schrift wordt onthuld, en het individu dat het zich bewust is geworden niet langer om kan gaan met hen die nog tot een bewustwording is gekomen van wat aan hem (of hen) is onthuld. De geest dringt hem of hen door te gaan.

Toen Maarten Luther de grote waarheid zag dat de rechtvaardige door geloof zal leven, en andere waarheden vanuit de Schrift, deed dat hem breken met het Katholieke systeem. Hij sleepte een heleboel van de praktijken en tradities van dat systeem met zich mee, en veel daarvan maakt ook vandaag nog deel uit van de protestantse religie. En vóór dat, toen het Katholieke systeem begon, sleepte het veel van de tradities van de heidense religies, waarvan het wegbrak, met zich mee. En vóór die tijd sleepte de vroeg-Christelijke kerk veel van de praktijken van het Judaïsme met zich mee 20 En die het horen verheerlijkten God. Zij zeiden bovendien tot hem: "Aanschouw, broeder, hoe vele tienduizendtallen er zijn onder de Joden die geloofd hebben en allen zijn geestdriftigen van de wet; 21 maar zij werden aangaande jou onderricht dat jij, overeenkomstig de natiën, afstandneming van Mozes onderwijst, alle Joden zeggend hun kinderen niet te besnijden, noch te wandelen in de gebruiken. [Hand. 21:20,21]. En dáárvoor sleepten de Israelieten veel van de praktijken met zich mee uit de natiën waar zij doorheen kwamen. Het is niet te voorkomen. Mensen voelen zich op hun gemak met bepaalde leerstellingen en tradities en sommigen vinden het nodig ze te verdedigen of ze aan te passen, en vaak gaan ze naar ze terug, ten koste van geestelijke groei. Paulus waarschuwde de Galaten voor dit gevaar: "Maar nu, God kennend en veeleer gekend wordend door God, hoe kunnen jullie weer omkeren naar de zwakke en arme elementaire dingen, voor wie jullie weer slaven willen zijn? Jullie observeren dagen en maanden en perioden en jaargangen? Ik vrees voor jullie, dat ik, op de een of andere manier, niet tevergeefs onder jullie heb gezwoegd" (Gal. 4:9-11). Paulus ging zo ver dat hij dit een beheksing noemde in Galaten 3:1, iets dat hen die betovert zijn fascineert om in deze praktijken weggetrokken te worden. Dit kan een gevoel van "er bij horen" zijn, een bevredigen van de ziel, of iets dat aangenaam is voor het oog, iets dat er voor zorgt dat u weg trekt van het binnen gaan door de nauwe poort.

Ook zijn zij er die die niet voorbij God 101 (de basis principes) kunnen komen. Zij zijn tevreden met waar ze zijn en hun groei stokt, of ze groeien horizontaal, zoals Paulus zegt in Hebreeën 5:12 tot 6:3 "Want ook jullie zijn vanwege de tijd verschuldigd leraren te zijn. Hebben jullie weer nodig door iemand onderwezen te worden welke de elementaire dingen van het begin zijn van de gezegden van God, en zijn jullie er toe gekomen behoefte aan melk te hebben en niet aan vast voedsel? Want een ieder die deelheeft aan melk is onervaren in het woord van rechtvaardigheid, want hij is onmondig. Maar het vaste voedsel is van volwassenen, die, vanwege de gewenning, de zintuigen hebben geoefend in het onderscheid maken tussen zowel het goede als het kwade. Daarom, het woord rustend latend van het begin van Christus, zouden wij tot volwassenheid gebracht worden, niet weer het fundament van de bezinning vanaf dode werken neerwerpend en van geloof in God, van onderdompelingen, van onderwijs, bovendien van oplegging van handen en bovendien van opstanding van doden en van aionisch oordeel. En dit zullen wij doen, mits God het zal toestaan."

Maar God is geduldig met ons, zoals Hij dat met hen was in het verleden, veel meer dan wij met onszelf en anderen zijn. Hij weet dat er tijd voor nodig is om, naar mate we dichter bij Hem komen, de dingen weg te doen die wij met ons meedragen, en Hij weet dat er dingen zijn die we zien van de Schrift die schijnen te zijn wat ze niet zijn, terwijl het licht in de duisternis langzaam aan hen verlicht en zaken verwijdert. Het moet herinnerd worden: waarheid uit de Schrift is progressief, voortdurend openend in wijdsere vergezichten. Velen geloven in persoonlijke redding, maar het licht in hen is nog steeds duisternis waar het aankomt op het zien van de redding van allen.

De Schrift vertelt ons dat om het licht je te kunnen laten verlichten, je denken geopend moet worden, "Dan ontsluit Hij hun denken om de Geschriften te begrijpen" (Luc. 24:45), je hart verlicht "verlicht zijnde de ogen van jullie hart" (Efe. 1:18), je oog eenduidig (niet gecompliceerd) "De lamp van het lichaam is het oog. In het geval dan dat jouw oog eenduidig zal zijn, zal heel jouw lichaam verlicht zijn" (Matt. 6:22), en Degene Die jou in Zijn licht brengt erkend "tegelijkertijd de Vader dankend, Die jullie bekwaam maakt voor het deel van het lot1) van de heiligen in het licht" (Kol. 1:12).

De Psalmist schreef: "Wolk en somberheid zijn rondom Hem. Rechtvaardigheid en oordeel zijn de basis van Zijn troon" (Psalm 97:2). Jesaja schreef: "Zeker, U bent El, Die Zichzelf verbergt, Elohim van Israel, de Redder" (Jes. 45:15). Wie nijver zoekt Hem te kennen begint altijd in de duisternis, totdat God Zichzelf in de duisternis onthult. Vaak is dit waar waarheid verhuld is, verborgen voor ons zicht, in de duisternis, totdat het licht het beschijnt: "Het is de heerlijkheid van Elohim om een zaak te verbergen en de heerlijkheid van koningen om een zaak te onderzoeken" (Spreuk. 25:2).

Licht overstraalt uiteindelijk duisternis

Op de minder bewandelde weg gaan we zien dat licht en duisternis samen verblijven en dat dit heel wel doorheen heen ons weg zo zal zijn, en God schiep beide. Jesaja vertelt ons dat dit zo is in hoofdstuk 45:7 "Vormer van licht en Schepper van duisternis, Maker van welzijn en Schepper van kwaad. Ik, JAHWEH, ben Maker van al deze." Maar het licht zal op den duur de duisternis blootleggen en de duisternis zal geen plaats hebben om zich te verbergen. Jezus zei: "Ik, het Licht, ben tot in de wereld gekomen, opdat elk die in Mij gelooft niet in het donker zou blijven" (Joh. 12:46). Jesaja zegt: "Ik doe de blinden wandelen op de wegen die zij niet kennen en op paden die zij niet kennen zal Ik hen doen treden. Ik zal duisternis voor hun aangezicht tot licht maken en ruige plaatsen tot vlakke grond. Ik doe deze dingen en Ik zal ze niet verlaten.... Niet langer zal de zon voor jou tot licht zijn, overdag; en de helderheid van de maan zal aan jou geen licht geven, maar JAHWEH zal voor jou tot aionisch licht worden en jouw Elohim tot schoonheid" (Jes. 42:26; 60:19). Paulus vertelt ons dat deze tijd van duisternis een einde zal hebben: "De nacht vordert en de dag is genaderd. Wij zouden dan de werken van de duisternis weg doen en wij zouden de wapens van het licht aantrekken" (Rom. 13:12).

Ook Jezus vertelt ons dat iedereen die in Hem gelooft niet in duisternis zou moeten blijven Ik, het Licht, ben tot in de wereld gekomen, opdat elk die in Mij gelooft niet in het donker zou blijven. [Joh. 12:46].

Zoals gesteld in een eerder artikel, vlees en bloed onthulden deze waarheid niet aan Petrus: "U bent de Christus." Het kon dat niet. Petrus' vlees had nog steeds macht over hem en over het merendeel van zijn gedachten. Het licht in hem was duisternis. Petrus was meer geneigd naar de wegen van de mensen (duisternis) dan naar de wegen van God (licht) Hij nu, Zich kerend, zei tot Petrus: "Ga heen, achter Mij, Satan! Jij bent voor Mij een valstrik, want jij bent niet de dingen van God gezind, maar de dingen van de mensen. [Matt. 16:23].

Hoe donker was het licht in Petrus?

Op een bepaald moment zei Jezus tot Petrus: "Ga achter mij, Satan" (Marc. 8:33). In Getsemané was de duisternis in Petrus weer aan de macht; Petrus viel in slaap toen de Heer hem vroeg met Hem te bidden tijdens Zijn uur van beproeving. Later in die volgende morgen won Petrus' duisternis weer de slag. Hij zou ontkennen dat hij zelfs maar bekend was met Jezus toen hij door zijn beschuldigers werd gepest. Na Christus' opstanding geloofde Petrus Maria Magdalena niet toen zij hem vertelde dat zij de verrezen Heer had gezien. Op dit punt zou men denken dat er geheel geen licht in Petrus was, maar het was er wel!

De echte Petrus (en ook de echte wij tijdens onze reis) moest gewekt worden door de verlichting door de geest van God. Ik zeg de "echte wij", omdat de echte wij werd gekozen vanaf de neerwerping van de wereld. Wij waren al gekozen om bij God te zijn en God en Zijn Zoon te kennen, lang voordat we geboren zijn. Paulus vertelt ons dat dit zo is in Efeze 1:4 "zoals Hij ons uitkiest in Hem vóór de neerwerping van de wereld". Het licht is al in ons, hoewel het in het begin duisternis is. Ons allen wacht het licht dat in ons opgaat, zoals Paulus zegt: "Ontwaak, die sluimert en sta op vanuit de doden, en Christus zal als het morgenlicht op jou schijnen" (Efe. 5:14).

In de momenten dat Petrus stil was en bij Jezus zat, luisterend naar hoe Hij sprak, toen onthulde de geest aan hem de waarheden van God Ontspan je en weet dat Ik Elohim ben. [Psalm 46:10a]. Later zei Jezus tot Petrus dat de geest aan hem meer waarheid over Hemzelf zou onthullen (licht laten schijnen) 12 Ik heb nog vele dingen tot jullie te zeggen, maar jullie kunnen het op dit moment niet dragen. 13 Maar wanneer ook maar deze zal komen, de geest van waarheid, zal hij jullie de weg leiden tot in alle waarheid, want hij zal niet uit zichzelf spreken, maar in het geval dat hij zal horen, zoveel zal hij spreken; en de komende dingen zal hij aan jullie verkondigen. [Joh. 16:12,13]. Hetzelfde geldt voor hen die op de minder bewandelde weg zijn. Het is alleen wanneer we stil zijn, luisteren naar Zijn woorden, dat de stille, kleine stem tot ons spreekt, onthullend Wie Hij is, onze harten verlichtend. Niet wanneer we van hot naar her rennen of gevangen zitten in de razernij van de religie of leven, maar zitten, wachtend en luisterend 11 En Hij zegt: "Ga uit en sta op de berg, voor het aangezicht van JAHWEH. En zie!, JAHWEH gaat voorbij, en een wind, groot en standvastig, breekt de bergen af en breekt de rotsen voor het aangezicht van JAHWEH. JAHWEH is niet in de wind. En na de wind een aardbeving, en JAHWEH is niet in de aardbeving. 12 En na de aardbeving een vuur. JAHWEH is niet in het vuur. En na het vuur een stem van zachte stilte." 13 En het gebeurt als Elia het hoort, dat hij zijn gezicht verpakt in zijn bontmantel. En hij gaat uit en hij staat in de opening van de grot, en zie!, er komt een stem tot hem en die zegt: "Wat doe jij hier, Elia?" [1 Kon. 19:11-13].

Deze stem is niet hoorbaar (in ieder geval niet voor mij); het is meer een getuigenis tussen de geest van God (licht) en de geest van de mensheid (duisternis), die beide in de gelovige verblijven, alsof zij een gesprek hebben De geest zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. [Rom. 8:16], de Ene geest, die van God is, de ander langzaam aan in een bewustwording van het licht in ons brengend, het andere (de duisternis) overwinnend 11 Want wie van de mensen heeft de dingen van de mens waargenomen, anders dan de geest van de mens die in hem is; zo ook heeft niemand de dingen van God geweten, anders dan de geest van God. 12 Wij nu namen niet de geest van de wereld in ontvangst, maar de geest die vanuit God is, opdat wij de dingen onder God zullen waarnemen, genadig aan ons gegeven wordend, 13 de dingen ook die wij spreken, niet onderwezen in woorden van menselijke wijsheid, maar in onderwijs van geest, geestelijke dingen met geestelijke woorden vergelijkend. [1 Kor. 2:11-13]. Het is niet een "gevoel," niet een "ervaring," maar een verlichting, een blootlegging, een verandering van ons denken om overeen te stemmen met het Zijne 17 opdat de God van onze Heer, Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, aan jullie moge geven de geest van wijsheid en van onthulling, in besef van Hem, 18 verlicht zijnde de ogen van jullie hart, in jullie waargenomen hebbend wat de hoop is van Zijn roeping en wat de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotbezit in de heiligen is [Efe. 1:17,18], waar duisternis uitgebannen wordt, waar de geest werkt zonder mate 9 Maar zoals het is geschreven: "De dingen die het oog niet waarnam en het oor niet hoort en in het hart van de mens niet op kwam, die maakt God gereed voor die Hem liefhebben." 10 MaarGod onthult het ons door Zijn geest, want de geest doorzoekt alle dingen, ook de diepten van God. [1 Kor. 2:9,10]. Tijdens deze tijden onthult Hij slechts zoveel als wij kunnen begrijpen voor de momenten dat wij alleen zijn met Hem 9 Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele. 10 Maar wanneer ook maar het volmaakte zal komen, zal wat ten dele is buiten werking gesteld worden. 11 Toen ik onmondig was sprak ik als onmondige, was ik gezind als onmondige, ik rekende als onmondige. Maar toen ik man ben geworden heb ik de dingen van de onmondige buiten werking gesteld. 12 Want wij kijken op dit moment door een spiegel, in raadsels, maar dán van gezicht tot gezicht. Op dit moment ken ik ten dele, maar dán zal ik herkennen zoals ik ook word herkend. [1 Kor. 13:9-12], en dan is er weer een pauze. Het Hebreeuwse woord is "selah." Dit "selah" komt nadat het licht meer van de duisteris blootlegt en verdrijft die onze groei hindert. Het "selah" is waar/wanneer ons wordt gegeven na te denken en te mediteren over wat God over Zichzelf aan ons onthult 15 Zet je hart op deze dingen. Wees in deze dingen, opdat de vooruitgang van jou openbaar zal zijn aan allen. 16 Vestig je aandacht op jezelf en op de onderwijzing. Ga door met hen, want dit doende zal jij én jezelf én die jou horen redden. [1 Tim. 4:15,16]. Het maakt allemaal deel uit van het proces van het worden van een "nieuwe schepping in Christus" (2 Kor. 5:17), een zoon of dochter van de Vader.

Paulus, schrijvend in de Efezebrief, bad: "opdat de God van onze Heer, Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, aan jullie moge geven de geest van wijsheid en van onthulling, in besef van Hem" 17 opdat de God van onze Heer, Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, aan jullie moge geven de geest van wijsheid en van onthulling, in besef van Hem, 18 verlicht zijnde de ogen van jullie hart, in jullie waargenomen hebbend wat de hoop is van Zijn roeping en wat de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotbezit in de heiligen is, 19 en wat de overtreffende grootte van Zijn macht is in ons die geloven, overeenkomstig de inwerking van de macht van Zijn sterkte, 20 welke Hij heeft ingewerkt in de Christus, Hem wekkend vanuit doden en Hem doen zittend aan Zijn rechterhand, te midden van de ophemelsen, 21 boven alle overheid en autoriteit en macht en heerschappij en alle naam die genoemd wordt, niet alleen in deze aion, maar ook in de op het punt staande. 22 En Hij onderschikt alles onder Zijn voeten en Hij geeft Hem, als Hoofd over allen, aan de ekklesia, 23 die Zijn lichaam is, de volheid van Hem Die het al in allen vervult.[zie Efe, 1:17-23].

Velen hebben een hoofdkennis over God. Daarmee bedoel ik wat zij van anderen geleerd hebben. Zij zijn "altijd lerend en toch nooit tot besef van de waarheid kunnen komen" )2 Tim. 3:7). En zij zien nooit de richtingborden die naar de smalle weg leiden die onthult wie Hij werkelijk is; ze leren Hem nooit kennen. Zoals Paulus' gebed ons leert, de ogen van ons hart moeten verlicht worden opdat wat de waarheid (het licht), die God is, in ons over Hem onthult, kan doordringen (schijnen) tot in ieder deel van ons wezen en leven. Zij die op de smalle weg zijn worden waarheden over God getoond die God vanaf de neerwerping van de aarde geheim heeft gehouden, waarheden die Hij eerst aan Zijn apostelen en profeten onthulde met betrekking tot Zijn absolute liefde en redding van heel Zijn schepping 4 waartoe jullie, lezend, mijn inzicht in het geheim van de Christus kunnen verstaan, 5 dat tijdens andere generaties niet werd bekendgemaakt aan de zonen van de mensen, zoals het nu werd onthuld aan Zijn heilige afgevaardigden en profeten, in geest, [Efe. 3:4,5]. Deze waarheden komen niet zomaar uit de lucht vallen, dit is iets waaraan we moeten deelnemen 13 Want een ieder die deelheeft aan melk is onervaren in het woord van rechtvaardigheid, want hij is onmondig. 14 Maar het vaste voedsel is van volwassenen, die, vanwege de gewenning, de zintuigen hebben geoefend in het onderscheid maken tussen zowel het goede als het kwade. [Hebr. 5:13,14]. We moeten zoeken naar deze waarheden en bidden voor verlichting. Eenmaal onthuld zullen ze ons hart vullen met blijdschap en licht: "Uw woorden worden gevonden en ik eet ze. En Uw woorden worden voor mij tot uitgelatenheid en tot verheuging van mijn hart, want Uw Naam is over mij uitgeroepen, JAHWEH, Elohim van menigten." (Jer. 15:16). Zij die Hem bij Zijn Naam noemen zullen  "Hem kennen en door Hem gekend worden" (Gal. 4:9a).

Toen Jezus werd ondervraagd door hen die door de Schriftgeleerden en de Hogepriesters waren gezonden, zeiden zij: "Wij hebben waargenomen dat u op correcte wijze zegt en onderwijst en dat u niet de oppervlakte neemt, maar dat u in waarheid de weg van God onderwijst" (Luc. 20:21). Jezus' onderwijs ging veel verder dan alles wat de religieuze leiders uit de Schrift haalden. Zijn woorden (onderwijs) waren correct en veel dieper dan het oppervlakkige. Dit is het doel van het licht in ons, om ons dieper in de Schrift te brengen, voorbij het oppervlakkige, naar een diepere en meer ware kennis van God, voorbij alle leer die ons gebonden houdt aan ons vlees, ja, ons weghoudt van kijken naar ons vlees, en naar een vernieuwing van de geest (licht) in ons. Paulus zegt het zo in 2 Korinthe 4:16 - "Maar indien ook onze uiterlijke mens wordt aangetast, toch wordt ons innerlijk van dag tot dag vernieuwd."

De tijd komt wanneer allen verlicht zullen zijn door het Licht van God, omdat er in Hem geen duisternis is En dit is de boodschap die wij vanaf Hem gehoord hebben en wij aan jullie verkondigen: God is licht en in Hem is geen duisterheid, geen enkele. [1 Joh. 1:5], wanneer allen God zullen kennen En de natiën gaan bij jouw licht en koningen bij de helderheid van jouw straling. [Jes. 60:3; Het volk dat zit in het donker nam een groot licht waar, en voor die zitten in de landstreek en de schaduw van de dood, licht gaat op over hen. Matt. 4:16; 30 Want mijn ogen namen het redden van U waar, 31 die U gereed maakt, passend, overeenkomstig het gezicht van alle volken, 32 een licht tot in de onthulling van natiën en heerlijkheid van Uw volk, Israel. Luc. 2:30-32]. Het licht zal in al onze duisternis het ware Licht onthullen: "Het was het waarachtige licht, dat elk mens verlicht, komend tot in de wereld" (Joh. 1:9). Elk mens betekent alle mensen; er zal geen mens achterblijven in de duisternis. God zal op den duur Alles zijn voor iedereen. Dat is wat wij die op de smalle weg zijn zeker weten, dat Hij de Alles in allen zal zijn die Zijn lichaam is, de volheid van Hem Die het al in allen vervult.[Efe. 1:23]. Dat is de eerste waarheid die verborgen is in de duisternis die verlicht wordt op onze reis naar het kennis van God, dat Hij Alles in allen zal zijn.

Rick.

Naar deel 5


www.godisgod.ca



www.hetbestenieuws.nl