De minder bewandelde weg - deel 2
door
Rick Longva

(Ga met de muis op een onderstreepte tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)
(Alle Schriftteksten zijn uit de SchriftWoord vertaling, tenzij anders aangegeven)

Invloeden (de brede weg)

"Ik ben een Joodse man, geboren zijnde in Tarsus in Cilicië, maar grootgebracht in deze stad, gedisciplineerd zijnde aan de voeten van Gamaliël overeenkomstig de exactheid van de van de vaders geërfde wet, een geestdriftige zijnde van God, zoals jullie allen vandaag zijn"
(Hand. 22:3)

De invloeden van leraren kunnen zo nu en dan een twee snijdend zwaard zijn. Vaak merken velen dat ze iets geloven dat niet waar is, alleen omdat de leraar die het onderwijst gerespecteerd moet worden of een graad heeft in hoger onderwijs dan degenen die onderwezen worden; daarom buigen de velen blind voor die invloed op hen hebben.

Paulus werd op een bepaald moment zwaar beïnvloed door Farizees onderwijs over God. Hij was zodanig beïnvloed door hun onderwijs dat hij alle Joden die in Jezus geloofden vervolgde. Hij schreef dat hij getraind was aan de voeten van de meest invloedrijke en meest gerespecteerde leraar: Gamaliël 3 "Ik ben een Joodse man, geboren zijnde in Tarsus in Cilicië, maar grootgebracht in deze stad, gedisciplineerd zijnde aan de voeten van Gamaliël overeenkomstig de exactheid van de van de vaders geërfde wet, een geestdriftige zijnde van God, zoals jullie allen vandaag zijn. 4 Ik, die deze weg tot op de dood vervolg, zowel mannen als vrouwen bijeen bindend en overleverend tot in cellen, 5 zoals ook de hogepriester voor mij getuigenis gaf, en al de raad van oudsten, bij wie ook brieven ontvangend voor de broeders, ging ik tot in Damascus, om ook die daarheen zijn gegaan, gebonden zijnde, tot in Jeruzalem te leiden, opdat zij gestraft zullen worden. [Hand. 22:3-5].

Gamaliël droeg veel invloed met zich mee, niet alleen op de godsdienstige mannen van Jeruzalem, maar op heel het volk. Toen de apostelen voor Gamaliël werden gebracht om geoordeeld te worden voor het onderwijzen in de naam van Jezus, een Naam die hen door de Hogepriester was verboden te gebruiken (de Naam die Petrus en de apostelen weigerden niet in te onderwijzen, omdat dit de Naam was die hen had opgedragen daarin de waarheid te verkondigen), zei Petrus, staande voor het Sanhedrin: "Het is bindend veeleer aan God toe te geven dan aan mensen" (Hand. 5:29). Op dat punt stonden hun beschuldigers klaar om Petrus, en de mannen die met hem waren, te doden. Hun beschuldigers geloofden dat Jezus een bedrieger was, een misleider. Maar Gamaliël zei: 

"34 Maar een zekere Farizeeër in het Sanhedrin, genaamd Gamaliël, leraar van de wet, bij al het volk in ere, staat op en hij beveelt de mensen een beetje buiten te doen. 35 Bovendien zei hij tot hen: Mannen! Israelieten! Geefm acht op julliezelf in verband met deze mensen, wat jullie op punt staan te verrichten. 36 Want vóór deze dagen stond Teudas op, zeggend zelf iemand te zijn, bij wie het getal van vierhonderd mannen zich aansloten, die uit de weg werd geruimd. En allen, zovelen als door hem overreed werden, vielen uiteen en werden tot niets. 37 Na deze stond Judas op, de Galileeër, in de dagen van de registratie en trok volk achter hem. En ook die kwam om en allen, zovelen als door hem overreed werden, worden uiteen gestrooid. 38 En nu zeg ik tot jullie: Neem afstand van deze mensen en laat hen begaan, want in het geval dat deze raad of dit werk uit mensen zal zijn, het zal gesloopt worden, 39 maar indien het vanuit God is, zullen jullie hen niet kunnen slopen, opdat jullie niet ook vechters tegen God gevonden zullen worden." 40 En zij worden door hem overreed. En hen tot zich roepend, de afgevaardigden ranselend, geven zij opdracht niet te spreken over de naam van Jezus. En zij laten hen vrij.
(Hand. 5:34-40)

Hoewel de leer van Gamaliël het tegendeel was van die van de apostelen, adviseert hij de beschuldigers van de apostelen, die volgelingen waren van de religie die hij zelf volgde en waarvan hij een leider was, hen te laten gaan. De geschiedenis had hem geleerd dat deze leer van Jezus op niets zou uitlopen, net zoals de leer van anderen voor Hem. Hij geloofde dat waarvan hij in het verleden getuige was geweest zich zou herhalen, en hij overtuigde alle anderen dat ook te geloven. Zijn invloed was zo krachtig dat hij hen er van overtuigde het tegenovergestelde te doen van wat zijn en hun religie vereiste: dood door steniging.

Hoewel het voor de apostelen goed afliep, heeft niet altijd het onderwijs van invloedrijke leraren en hun advies voordeel of brengen ze de waarheid van de Schrift een stap verder. Vaak produceren ze het tegengestelde effect, net als Gamaliëls invloed deed op hen die zijn geloof over God volgden.

De invloed van de mens

"Want overreed ik op dit moment mensen of God?"
(Gal. 1:10)

Veel van het geloof dat vandaag wordt vastgehouden door de meerderheid van het Christendom, zowel Protestant als Katholiek, kan teruggevoerd worden naar een paar mannen die een zware invloed hadden op de leerstellingen die, gedurende de laatste zestien eeuwen, de moderne kerk doordrongen hebben.

Drie mannen hebben invloed gehad in het vormen van de geloofsweg die de meesten die zichzelf Christen noemen nu gaan.

1. Aurelius Augustinus 354-430 n. Chr.
2. Johannes Calvijn 1509-1564 n. Chr.
3. Jacobus Arminius 1560-1609 n. Chr.

Augustinus wordt door sommigen wel "de vader van de eeuwige kwelling" genoemd. Hij was een van de eersten die de leer omarmde dat de mensen die het evangelie verwerpen de eeuwigheid in kwellingen zullen doorbrengen. Hij kwam tot zijn conclusies, niet uit de vroege Griekse teksten, maar uit de latere Latijnse vertalingen. Augustinus gaf toe dat hij maar weinig kennis had van de Griekse taal en nog minder van het Hebreeuws. Augustinus' voornaamste argument was dat het Griekse woord "aionios" niet een beperkte of lange duur van tijd kon betekenen. Als dat wel zo was zou dat betekenen dat zij die in Christus geloofden slechts een beperkt leven beloofd werd en niet eeuwig leven. Zijn belangrijkste steuntekst was Mattheüs 25:46.

"En dezen zullen wegkomen tot in aionische tuchtiging, maar de rechtvaardigen tot in het aionische leven."

Zijn redenering, en die van de meerderheid die zijn leer aanhangt, is: je kunt voor de gelovige niet eeuwig leven met Christus hebben, tenzij er eeuwig leven afgescheiden van Christus is voor de ongelovige. En met die scheiding wordt eeuwige straf toegevoegd (kwelling). Voor hen is het bovengenoemde vers het bewijs van hun punt. Maar het bewijst alleen hun punt wanneer je het Griekse woord "aionios" verkeerd vertaalt of het vervangt door het Latijnse "aeternus etrenus". Denk er aan, Augustinus kende weinig of geen Grieks; ja, hij werd zelfs geciteerd dat hij gezegd had dat hij de Griekse grammatica haatte. Toch hangt vanaf zijn tijd zijn invloed over de kerk en haar doctrines met betrekking tot de bestemming van hen die niet geloven en wordt het in vrijwel ieder theologisch seminarie onderwezen, gepreekt op zondag, en wordt het geloofd door de meerderheid van hen die stellen te geloven dan Christus de Redder van de wereld is en dat God liefde is.

Het Nieuwe Testament werd oorspronkelijk in het Grieks geschreven. En snelle studie van het Griekse woord aion en aionios zal laten zien dat geen van deze Griekse woorden eeuwig, eeuwigheid of altijd durend betekent. Hun betekenis is respectievelijk: Een periode van tijd, lang of kort van duur, en: behorend tot een periode van tijd.

Johannes Calvijn is de uitvinder van de leer die bekend staat als het Calvinisme. Volgens Calvijn zit het zo: vóór het begin van de wereld bestemde God een bepaalde groep mensen doorheen heel de aardse geschiedenis voor die Gods Uitverkorenen (de geredden) wordt genoemd. Gods soevereine wil voor de redding van Zijn Uitverkorenen kan niet weerstaan of tegengewerkt worden, omdat Zijn onweerstaanbare genade verzekert dat allen die uitgekozen zijn, op een zeker moment in hun leven Jezus Christus gewillig zullen aanvaarden voordat ze sterven. De niet-Uitverkorenen (ongeredden) kunnen niet tot Christus komen (nooit!) omdat de natuurlijke, gevallen mens volkomen zondig en verdorven is. Redding is, van start tot finish, geheel het werk van God. Alle gelovigen (de Uitverkorenen) zullen naar de hemel gaan, alle ongelovigen (de niet-Uitverkorenen, de overgrote meerderheid van de mensheid), zal door God geoordeeld en in de hel geworpen worden, waar zij voor altijd gekweld zullen worden. Hyper-Calvinisme leert dat God deze niet-Uitverkorenen uitkoos voor de hel, ongeacht hun goedheid of slechte daden. Deze leer, hoewel nog steeds populair in vele kerken, heeft veel van haar invloed verloren door de invloed van de leer van...

...Jacobus Arminius, de uitvinder van het Arminianisme. Volgens Arminius zit het zo: Christus stierf voor alle mensen en God wil dat alle mensen tot erkenning van de waarheid komen en gered worden God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid. [1 Tim. 2:3,4]. Maar Gods wil kan tegenwerkt en gedwarsboomd worden door de mensen en Gods genade kan weerstaan worden door de menselijke vrije wil. Dit is omdat Arminius geloofde dat het aan ieder persoon is overgelaten uiteindelijk te beslissen of hij/zij gered wenst te worden of niet. Daarom moet, om naar de hemel te gaan, ieder persoon kiezen om, voor hij/zij sterft, Jezus Christus te aanvaarden. Allen die sterven zonder voor Christus gekozen te hebben (de overgrote meerheide van de mensheid) zullen door God geoordeeld en in de hel geworpen worden, waar ze voor altijd gekweld zullen worden.

Deze beide mannen werden beïnvloed door Augustinus. En ze hebben alle drie de Christelijke religie beïnvloed. De meerderheid van het Christendom houdt vast aan de leren van deze drie mannen over het onderwijs van Jezus, Paulus, Petrus, Johannes, Marcus, Mattheüs, Lucas, Jakobus, Judas in de Griekse Schrift. En ieder ander persoon in de Schrift werd tijdens hun bedieningen door deze geïnspireerde aangeraakt.

Waarom zo'n invloed?

"Dit echter zeg ik opdat niemand jullie zal doen misrekenen met overredende taal"
(Kol. 2:4)

Het is begrijpelijk hoe wij allen beïnvloed kunnen worden door bepaalde individuen. Zij kunnen een bepaalde charme of wijze van doen hebben die onze zinnen aanspreekt, een manier van spreken die ons motiveert, of een warme persoonlijkheid die ons uitnodigt dichterbij te komen. Dit is waar voor ieder gebied van het leven, van zakendoen tot amusement, van politiek tot religie. En we hoeven niet te zeggen dat het merendeel van ons er naar verlangt ergens bij te horen of te passen. De teamgeest is al millennia bij ons. Het is maar een zeldzaam persoon die niet ergens bij wil horen of door iemand beïnvloed is. En wanneer zo iemand ons pad van het leven kruist zien wij hen vaak als vreemd. Zij zijn het type dat stopt, iets onderzoekt en weer verder gaat. Ze zijn niet onverschillig of a-sociaal, ze nemen wat van waarde is (waarheid) in wat wordt aangeboden, en gaan door. Maar de meesten geven de voorkeur aan tevredenheid en veiligheid (zelfs valse veiligheid). Dit is niet alleen waar in de wereld als geheel, het is net zo goed waar in de religieuze wereld.

Toen ik begon met studeren was ik beïnvloed door de leer van Calvijn. Voor mij was dit de ware kijk op de Schrift. Wanneer mij werd gevraagd wat de waarheid was, was dat wat mij beïnvloedde te antwoorden zoals ik deed. Ik volgde de man, niet de Maker.

Waarheid, verborgen in invloeden

Pilatus vroeg aan Jezus  "Wat is waarheid?"

Jezus had Pilatus al geantwoord voordat Pilatus de vraag stelde.

"Hiertoe ben Ik ook geboren en hiertoe ben Ik ook tot in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid getuigenis zou geven. Iedereen die vanuit de waarheid is, hoort Mijn stem."
(Joh. 18:37)

Is er waarheid?

Natuurlijk is er waarheid (zie de verzen hierboven), maar vandaag worden we geleid te geloven dat waarheid beperkt is tot mensen, of tot organisaties die door mensen geleid worden.

Waarheid is verspreid, verborgen, en dient gezocht te worden; ze is ook onthuld want die komt tot God moet geloven dat Hij is en de Beloner wordt van die Hem zoeken. [Hebr. 11:6b]. Zovelen zijn tevreden met horizontaal te groeien in plaats van verticaal, wanneer het er op aan komt de waarheden van de Schrift te zoeken. Menselijke antwoorden zijn alleen antwoorden die voor hen aanvaardbaar zijn (zelfs als ze bepaalde delen van de Schrift tegenspreken), zolang ze maar passen in "hun"theologie.

Is het verkeerd de theologie van een bepaald individu of organisatie te aanvaarden?

Als die niet in lijn is met de heldere leer van de Schrift dan is dat het geval.

Veel onderwijs dat door mensen wordt geleerd is in lijn met de Schrift, maar veel is dat niet. Calvijn en Arminius hadden een paar goede punten, en een deel van wat zij vertelden was schriftuurlijk.

Calvijn: "Voor het begin van de wereld bestemde God, doorheen de geschiedenis van de aarde, een bepaalde groep mensen voor." De apostel Paulus bevestigde dit in Efeze 1:3-6.

"Gezegend zij de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus, Die ons zegent met alle geestelijke zegen te midden van de ophemelsen, in Christus, 4 zoals Hij ons uitkiest in Hem vóór de neerwerping van de wereld, opdat wij heiligen en smettelozen zijn voor Zijn aangezicht, in liefde 5 ons tevoren bestemmend tot zoonschap in Hem door Christus Jezus, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, 6 tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, met welke Hij ons begenadigt in de Geliefde..."

En er zijn verscheidene andere verzen.

Arminius: "Christus stierf voor alle mensen en God wil dat alle mensen komen tot de kennis van de waarheid en gered worden. Opnieuw bevestigt de apostel Paulus dit, in 1 Tim. 2:3,4.

"want dit is goed en welkom in het zicht van God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid."

Net als Petrus, in 2 Petrus 3:9.

"De Heer is niet traag met de belofte, zoals sommigen dat traagheid achten, maar Hij is geduldig vanwege jullie, niet van plan zijnde enigen verloren te laten gaan, maar allen plaats te bieden tot bezinning."

En Jezus, in Johannes 12:32.

"En Ik, in het geval dat Ik verhoogd zal worden vanuit de aarde, zal allen naar Mijzelf toe trekken."

Waar beide mannen in de fout gaan over de redding van de mensheid is dat niet alleen in hun geliefde leerstellingen; Arminius: vrije wil (kies juist of de hel in); Calvijn: uitverkiezing (gekozen voor de hemel, gekozen voor de hel), maar hun beider invloed is Aurelius Augustinus. Augustinus kwam niet geheel uit zichzelf op de gedachte van eeuwige marteling; voordat hij zich bekeerde tot het Christendom was hij van de religie van het Manichaeisme. Een kerngeloof van het Manichaeisme was dat de krachtige, hoewel niet almachtige, goede kracht (God) tegengesteld was aan de semi-eeuwige kwade kracht (Satan). Daarom legde het Manichaeistische wereldbeeld het bestaan van het kwaad uit als een aangetaste schepping waarin God geen rolde speelde, maar eerder het gevolg was van het aanvallen van Satan tegen God (klinkt bekend, toch?). Het Manichaeisme geloofde ook in het paradijs en de hel, maar zij geloofden dat beide tijdelijk waren en daarom was niemand zeker van eeuwig leven. Dit is waar Augustinus meer dan waarschijnlijk de Latijnse vertaling van Mattheüs 25:46 vastgreep (zie boven). Op een ziekelijke wijze troostte het waarschijnlijk zijn ziel.

Veel van het Christendom heeft, door de eeuwen heen, deze onschriftuurlijke leren van deze invloedrijke mannen aangenomen: vrije wil (jouw keuze), uitverkiezing (sommigen uitgekozen voor de hemel, anderen voor de hel), de hel, een almachtige God maar krachteloos om allen te redden, Satan - het zelf-gemaakte kwaad, eeuwige marteling, en ze goten ze in hun alledaags geloofssyteem en in verkeerd vertaalde Bijbels; en de meeste volgelingen zijn zich niet bewust waar het allemaal vandaan kwam.

Dit alles is zeer begrijpbaar, als je denkt aan het gebrek aan betrouwbare informatie en het overvloedige bijgeloof dat in die vroege dagen aan de vingertippen van Augustinus, Calvijn en Arminius lag; maar vandaag is er geen excuus om het te geloven en vast te houden aan de valse leren zoals die waaraan de meerderheid vasthoudt. Wij hebben concordanties en uitstekende vertalingen. Ook kunt u iedere vertaling Googelen om de juistheid van een vers vast te stellen!

Eigenlijk moet ik dat terugnemen. Er was NOOIT een excuus. De Grieks/Hebreeuwse Schrift heeft, vanaf het begin, nooit de mensen geleerd dat we een vrije wil hebben, uitverkiezing (sommigen naar de hemel, de meesten naar de hel), dat Satan een zelf-gemaakt kwaad is, een almachtige (maar krachtloze) God, eeuwige marteling, of eeuwig leven. Het woord "eeuwig" staat niet in de Grieks/Hebreeuwse Schrift. God heeft andere geïnspireerde woorden gebruikt om altijd-durend leven aan te duiden, zoals: 'onsterfelijkheid', 'onvergankelijk', 'onvergankelijkheid', 'onverwelkbaar', 'onontbindbaar'. Geen van deze woorden werd ooit gebruikt om het 'lot' te beschrijven van hen die in deze era niet geloven.

De invloed van Gods Woord (de smalle weg)

"de dingen ook die wij spreken, niet onderwezen in woorden van menselijke wijsheid, maar in onderwijs van geest, geestelijke dingen met geestelijke woorden vergelijkend."
(1 Kor. 2:13)

Het is voor ons allen zo gemakkelijk om van de mensheid afhankelijk te zijn om ons de dingen van God te leren. En ja, we kunnen leren van leraren; God heeft sommigen aangesteld om leraren te worden En die plaatste God inderdaad in de ekklesia: eerst afgevaardigden, ten tweede profeten, ten derde leraren, vervolgens machten, vervolgens genadegaven van gezondheden, ondersteuning, besturen, soorten van talen. [1 Kor. 12:28],

Kent u nog de woorden van Petrus aan het Sanhedrin?

"Het is bindend veeleer aan God toe te geven dan aan mensen."
(Hand. 5:29)

Ons wordt nooit gezegd te geloven wat een ander ons over God en Zijn woord zegt, zonder eerst de Schrift te checken. De Schrift zou onze invloed moeten zijn, omdat daarin Gods woorden aan ons staan.

Velen interpreteren verzen om ze te laten passen bij hun leerstellingen. Wij zijn allen, tot op zekere hoogte, daaraan schuldig. Maar wie geen "systeem van doctrines" heeft om te verdedigen zal degene zijn die meer open staat voor de waarheid van de Schrift dan degene die voortdurend verdedigt wat hen door mensen is geleerd.

De Bereeërs van Paulus' dagen moeten maar al te goed hebben geweten van de beperkte menselijke kennis over Gods waarheden. Toen Paulus klaar was met tot hen te spreken, ontvingen zij de woorden die hij tot hen sprak met graagte (waarschijnlijk hopend: "Zouden Paulus' woorden echt waar zijn?"). Daarna gingen ze meteen naar de Schrift en doorzochten die om te zien of die dat ook hadden Dezen nu waren edeler dan die in Tessalonica, die het woord met alle bereidwilligheid ontvangen, dag na dag vragend de Schriften onderzoekend of deze dingen zo mogen zijn. [Hand. 17:11], en wat zij in de Schrift vonden was dat Paulus' woorden waar waren! De meesten zullen een leer aanvaarden of verwerpen zonder die ook zelf te controleren. Dat is voor een gelovige niet het geval, hij/zij zal een zaak onderzoeken door de Schrift als hun waarmerk te gebruiken.

De boodschap die Paulus aan hen bracht kwam overeen met de Schrift, net als het karakter van de levende God en Zijn Zoon Die Paulus aan het verkondigen was.

Paulus schreef aan Timotheüs en vertelde hem wie en wat hem eerst had beïnvloed, en wat hem later beïnvloedde:

"13 ik, die vroeger een lasteraar en vervolger en belediger was. Maar ik verkreeg ontferming, omdat, onwetend zijnde, ik het deed in ongeloof. 14 Maar de genade van onze Heer is overweldigend met geloof en liefde, in Christus Jezus. 15 Betrouwbaar is het woord en alle verwelkoming waardig, dat Christus Jezus tot in de wereld kwam om zondaars te redden, van wie ik de eerste ben. 16 Maar vanwege dit verkreeg ik ontferming, opdat eerst in mij Jezus Christus alle geduld zou betonen, tot patroon voor die op het punt staan in Hem te geloven tot aionisch leven. 17 Aan de Koning nu van de aionen, aan de onvergankelijke, onzichtbare, alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid tot in de aionen van de aionen. Amen."
(1 Tim. 1:13-17)

Paulus die eerder beïnvloed was geweest door het onderwijs van mensen over wat God zei, kwam later tot een bewustwording dat er maar Eén invloed is: Hij Die hem ontferming had getoond in zijn ongeloof.

Toen Paulus voor Agrippa stond, zijn zaak bepleitend, zei hij tot hem: "Bijstand dan ten deel vallend vanaf God, tot op deze dag, sta ik, getuigenis gevend aan zowel klein als aan groot, niets zeggend buiten wat zowel de profeten als Mozes spreken van wat op punt staat te gebeuren, dat indien aan lijden onderworpen, indien de eerste vanuit de opstanding van doden, de Christus op het punt staat licht aan te kondingen aan zowel het volk als aan de natiën" (Hand. 26:22,23). Paulus zei niets anders dan wat de Schrift had onthuld. Lang geleden was hij gestopt met door mensen beïnvloed te worden; hij vertrouwde op God om hem te helpen in zijn verstaan. Hem zouden heel goed de woorden kunnen zijn verteld die Jezus sprak: "Doorzoek de Geschriften, want jullie menen in hen aionisch leven te hebben en dezen zijn het die aangaande Mij getuigenis geven" (Joh. 5:39). Paulus zou niet toestaan dat enige leer buiten die van de Schrift hem zou beïnvloeden zoals ze dat in het verleden had gedaan. Alleen die leer die reeds geschreven was (Mozes en de profeten) en die leer die aan hem werd onthuld door de geest (dat wat wij nu het Nieuwe Testament noemen) waren zijn invloeden.

Er zijn vele schrijvers en leraren, uit het verleden en heden, aan wie vanuit de Schrift inzicht werd gegeven in de woorden van God, maar onze eerste invloed zou de woorden van God uit de Schrift moeten zijn, omdat zij (Gods woorden) voor Jezus 49 Want Ik spreek niet vanuit Mijzelf, maar de Vader, Die Mij zendt, heeft Zelf aan Mij een voorschrift gegeven, wat Ik zal zeggen en wat Ik zou spreken. 50 En Ik heb waargenomen dat Zijn voorschrift aionisch leven is. De dingen dan die Ik spreek, spreek Ik zoals de Vader tot Mij heeft uitgesproken. [Joh. 12:49,50], Paulus En hij gaat daar één jaargang en zes maanden zitten, onder hen het woord van God onderwijzend [Hand. 18:11], Petrus Nog terwijl Petrus deze uitspraken spreekt, valt de heilige geest op allen die het woord horen. [Hand. 10:44] en al de anderen die door God werden geïnspireerd om te schrijven en te voltooien wat God tot de mensheid wilde zeggen.

Paulus schreef aan de Tessalonicenzen: "En vanwege dit ook danken wij God op ononderbroken wijze, omdat, het woord van God, bij ons gehoord, accepterend, jullie niet het woord van mensen ontvangen, maar zoals het waarlijk is: het woord van God, dat ook inwerkt in jullie, die geloven" (1 Tess. 2:13)

Paulus was één van een handjevol mensen die deze uitspraak konden doen ("niet het woord van mensen ontvangen, maar zoals het waarlijk is: het woord van God") toen hij over God sprak.

Vandaag moeten we de woorden van mensen leggen naast de Schrift om te zien of zij overeenkomen met Gods woorden, niet andersom. Als ze niet overeenkomen, doe ze dan weg.

De Geest beínvloedt

"Wij nu namen niet de geest van de wereld in ontvangst, maar de geest die vanuit God is..."
(1 Kor. 2:12)

Jezus vertelde Zijn discipelen dat God hen/ons de geest van waarheid zal zenden.

"13 Maar wanneer ook maar deze zal komen, de geest van waarheid, zal hij jullie de weg leiden tot in alle waarheid, want hij zal niet uit zichzelf spreken, maar in het geval dat hij zal horen, zoveel zal hij spreken; en de komende dingen zal hij aan jullie verkondigen. 14 Deze zal Mij verheerlijken, omdat hij vanuit het Mijne zal nemen en aan jullie zal verkondigen. 15 Alles, zoveel als de Vader heeft, is het Mijne. Daarom zei Ik tot jullie dat hij vanuit het Mijne neemt en aan jullie zal verkondigen."
(Joh. 16:13-15)

Zij die van Hem zijn zullen die krijgen (de geest van waarheid), en het is die geest die ons informeert.

Hoe weten we dat we de geest hebben?

Jezus zei: "Deze zal Mij verheerlijken..." (Joh. 16:14).

De invloed van de geest op de gelovige zal er voor zorgen dat de leer van de gelovigen Christus zal verheerlijken. Deze zal nooit toegeven aan menselijke invloed. Hij zal allen die er door geleid worden bewaren tegen menselijke invloed. Hij zal hen ook nooit leiden buiten wat God al in Zijn woord heeft onthuld. Salomo schreef: "Schep voor mij een zuiver hart, Elohim, en vernieuw in mij een gevestigde geest" (Psalm 51:10). Paulus schreef aan de Kolossenzen: "Daarom ook - van de dag dat wij hoorden - houden wij niet op ten behoeve van jullie te bidden en te verzoeken, opdat jullie vervuld zullen worden met het besef van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht" (Kol. 1:9). Al Gods woorden (waarheid) zullen door Zijn geest onthuld worden. De geest zal de invloed zijn die ons zal leiden in alle waarheid uit Zijn woord.

Johannes waarschuwde in 1 Johannes 4:1 "Geliefden, geloof niet in elke geest, maar test de geesten of ze vanuit God zijn." Johannes gaat verder door te schrijven over hen die door de wereld beïnvloed zijn. Hij zegt: "Wij zijn vanuit God. Wie God kent hoort naar ons; wie niet vanuit God is hoort niet naar ons. Hieruit kennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling" (1 Joh. 4:6). Paulus vertelt ons hetzelfde in 1 Timoteüs 4:1,2 "Maar de geest zegt uitdrukkelijk dat in navolgende perioden sommigen afstand zullen nemen van het geloof, acht gevend op geesten die doen dwalen en op onderwijzingen van demonen, in huichelarij van leugenwoorden, het eigen geweten gebrandmerkt zijnde." Hij vertelt ons ook in 1 Tessalonicenzen 5:19 en 21 om de geest niet te blussen, "maar toets alles. Houd het goede vast!"

Wanneer wij de waarheden die in het geschreven woord (de Schrift) te vinden zijn achter ons laten of aan hen toevoegen vanwege invloeden van buiten, beginnen wij de geest van waarheid te doven. Jezus vertelt ons hiermee voorzichtig te zijn, omdat er velen zijn die zullen komen in Zijn naam (en er al zijn), die zeggen dat hij inderdaad de Christus is en dat zij velen zullen misleiden 4 En antwoordend zei Jezus tot hen: "Kijk uit, dat niemand jullie zou doen dwalen! 5 Want velen zullen komen in Mijn Naam, zeggend: 'Ik ben de Christus', en zij zullen velen doen dwalen. [Matt. 24:4,5].

Er zijn veel goede leraren; u kunt ze kennen aan hun vrucht, hun onderwijs. En er zijn ook veel slechte leraren, meestal onbewust van de schade die hun leer veroorzaakt bij hen die luisteren. Indien hun onderwijs u beïnvloedt te geloven dat de Schrift niet het laatste woord heeft, of dat Gods wil onmachtig is, God weifelend is, niet zorgsaam is, of dat God een monster is, een God Die zou toestaan dat Zijn schepping zelf z'n eigen bestemming kiest en hen martelt voor het maken van de verkeerde keuze, of sommigen kiest voor Zichzelf en de rest in de hel werpt, laat dat onderwijs dan liggen, want het zijn valse leringen. U wordt dan beïnvloed door menselijke leer (valse interpretaties van wat de Schrift leert), het is niet Gods onderwijs vanuit de Schrift.

Paulus was zo zeker van de invloed van het woord van God dat hij Timoteüs (en ons) vertelt:

"proclameer het woord, sta er bij, bij een goede gelegenheid of ongelegen komend, ontmasker, vermaan, roep op, in alle geduld en onderwijs .... Elk Geschrift is door God geïnspireerd en heeft ook baat voor onderwijzing, voor weerlegging, voor correctie en voor discipline, die in rechtvaardigheid, opdat de mens van God toegerust zal zijn, volkomen toebereid zijnde, voor alle goed werk."
(2 Tim. 4:2; 3:16,17)

De reden hiervoor is deze:

"Want de periode zal zijn wanneer zij de gezonde onderwijzing niet zullen verdragen, maar zij zullen overeenkomstig de eigen begeerten voor zichzelf leraren ophopen, het gehoor gekieteld wordend, 4 en zij zullen inderdaad het gehoor afkeren vanaf de waarheid en zij zullen zich terzijde keren op de mythen."
(2 Tim. 4:3,4)

Nog een woord van Paulus met betrekking tot de invloed van de geest:

"11 Want wie van de mensen heeft de dingen van de mens waargenomen, anders dan de geest van de mens die in hem is; zo ook heeft niemand de dingen van God geweten, anders dan de geest van God. 12 Wij nu namen niet de geest van de wereld in ontvangst, maar de geest die vanuit God is, opdat wij de dingen onder God zullen waarnemen, genadig aan ons gegeven wordend, 13 de dingen ook die wij spreken, niet onderwezen in woorden van menselijke wijsheid, maar in onderwijs van geest, geestelijke dingen met geestelijke woorden vergelijkend. 14 Maar een ziels mens ontvangt niet de dingen van de geest van God, want voor hem is het domheid. En hij kan het niet kennen, omdat het op geestelijk wijze wordt beoordeeld. 15 De geestelijke mens, echter, beoordeelt inderdaad alle dingen, maar hij zelf wordt door niemand beoordeeld."
(1 Kor. 2:11-15)

Er zijn daar buiten veel invloeden. Wat of wie uw invloeden ook zijn, onderzoek alles wat zij leren met betrekking tot God en Zijn woord. Laat altijd God, Zijn Geest en Zijn Woord uw laatste invloed zijn.

De Schrift werd ons gegeven als het laatste woord van God, totdat wij allen één zijn in Hem; wij dienen niet beïnvloed te worden door wat mensen zeggen dat ze zegt, maar door wat God zegt dat ze zegt.

"MaarGod onthult het ons door Zijn geest, want de geest doorzoekt alle dingen, ook de diepten van God."
(1 Kor. 2:10)

Rick.

Naar deel 3


www.godisgod.ca



www.hetbestenieuws.nl