Alle schepselen
door Rick Longva

"U maakte de hemelen,
de hemelen van de hemelen en heel hun menigte,
het land en al wat er op is,
de zee en al wat er in is,
en U doet hen allemaal leven"

Nehemiah 9:6

Velen hebben hun eigen conclusie getrokken waar het gaat over het lot van Gods schepselen. Met schepselen bedoel ik het dierenrijk. Velen geloven dat zij niets meer zijn dan dieren die leven en sterven. Zij dienen hun doel op aarde als werkkrachten, voedsel, huisdier, kleding of wat in een bepaalde tijd in de mode is. Ze zijn aanbeden geworden, misbruikt, er is tot op uitsterven op gejaagd; andere zijn beschermd en in dierentuinen wen wildparken bewaard voor de volgende generaties.

Als gelovige in de verzoening van het al, geloof ik dat verzen als deze: "Want uit Hem en door Hem en tot Hem is het al. Hem zij de heerlijkheid tot in de aionen. Amen"(Rom. 11:36;SW) waar zijn, en ik bedoel dat ze een absoluut feit zijn. Het deel van dit vers dat in mij blijft weergalmen is: "tot Hem is het al." Alles wat God heeft geschapen is voor Hem. Er zijn delen van de schepping die aan ons zijn gegeven om een tijdje te bezitten, of beter: te lenen, maar alles is voor Hem.

Paulus vertelt ons hetzelfde in Kolossenzen 1:16 "het al is door Hem en tot Hem geschapen."

De meesten leren, en ik moet aannemen dat ze het geloven, dat God het merendeel van Zijn schepping zal wegdoen, ook al stelt Paulus regelrecht dat alles voor Hem is. Het religieuze denken is niet anders dan het denken van een atheïst waar het aankomt op verzen zoals die in Romeinen en Kolossenzen; zij geloven dat al Gods schepselen tot stof zullen terugkeren, vergaan. Dit is tegengesteld aan wat de Schrift ons leert.

Paulus vertelt ons in Romeinen hoofdstuk acht dat niet alleen heel de mensheid in een juiste relatie met God zal worden gebracht, maar dat heel de schepping verlost zal worden van de slavernij waarin de zonde van de mensheid ook hen in heeft gehouden.

God zal de schade, die door de ongehoorzaamheid in de Hof van Eden werd veroorzaakt, herstellen.

In Romeinen 5:12 vertelt Paulus ons de omvang van Adams ongehoorzaamheid aan heel de mensheid:

"net zoals door één mens de zonde de wereld is binnen gekomen, en door de zonde de dood, zo ging de dood door in alle mensen."

Paulus vertelt ons een paar hoofdstukken verder, in Romeinen 8:20-22, hoe Adams ongehoorzaamheid reikte tot aan de rest van de schepping:

"Want aan de vruchteloosheid was de schepping ondergeschikt geworden, niet vrijwillig, maar door Hem Die onderschikt, in de verwachting
21 dat ook deze schepping bevrijd zal worden van de slavernij van de vergankelijkheid, tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God.
22 Want wij hebben waargenomen dat de hele schepping, tot nu toe, tezamen kreunt en tezamen zwoegt."

De reden waarom de schepping door de ongehoorzaamheid van de mens werd aangetast is omdat de mens er heerschappij over was gegeven:

"en zij zullen heersen over de vis van de zee en over de vogel van de hemelen en over het beest en over al het land en over ieder bewegend dier dat op het land beweegt"
(Gen. 1:26 - SW)

De aarde en al wat er op is, is onder het gezag van de mens. De mens was (en is) aansprakelijk voor de zorg er voor.

Ik lees niet dat de dieren in het begin van de schepping nooit stierven, of dat Adams ongehoorzaamheid hen de dood bracht, zoals Paulus ons vertelt dat Adams ongehoorzaamheid de dood bracht aan heel de mensheid (Rom. 5.12). Wat Adams ongehoorzaamheid deed was het veroorzaken van een verandering in de wijze waarop dieren op de planeet overleefden.

In Genesis 1:30 wordt ons verteld wat voor Adams ongehoorzaamheid door de dieren werd gegeten:

"En voor ieder dier van het land en voor iedere vogel in de hemelen en voor ieder bewegend dier op het land dat in zich een levende ziel heeft is alle groenvoer tot voedsel."

Dieren aten het groenvoer van de aarde, hetzelfde wat de mensen aten (Gen. 1:29). Na Adams overtreding veranderde dit. Nu zijn de meeste dieren vleeseters of alleseters, zoals de meeste mensen. Ze leven nu allemaal in vrees voor elkaar en voor roofdieren, terwijl ze daarvoor in harmonie met elkaar leefden.

In het begin werd aan Adam de verantwoordelijkheid gegeven om de dieren een naam te geven (Gen. 2:20).

Wat we nu zien is niet wat Adam in het begin zag toen God net de toenmalige wereld had geschapen en al wat daarin was:

"En Elohim ziet al wat Hij maakte, en zie!, het is zeer goed."

Nu zien wij een wereld die voorbij is en verdorven is.

Alle zielen

"in Wiens hand de ziel van al het levende is"
(Job 12:10 -SW)

Gods hand is op heel Zijn schepping. Wij zijn niet het enige deel van de schepping waar God voor zorgt

Ik had onlangs een gesprek met een kennis die mij vertelde dat dieren niet verlost kunnen worden, omdat ze geen ziel hebben. Ze zijn ziel-loos. Alleen mensen hebben een ziel. Deze man gelooft dat om verlost te worden men berouw moet tonen en het zondaarsgebed opzeggen. Zijn redenering is dat dieren niet het vermogen hebben om berouw te tonen en zich te bekeren en zij kunnen zeer zeker niet het zondaarsgebed zeggen. Ook kunnen alleen wezens met een ziel spreken.

Planten hebben geen ziel, maar volgens God hebben dieren die wel.

Genesis 1:24 zegt:

"Het land zal levende ziel voortbrengen naar haar soort, het beest en het bewegende dier en het landdier naar zijn soort. En zo gebeurt het."

Dieren hebben een ziel en zij hebben de adem van God in zich, net zoals wij die hebben. In feite hebben dieren een betere gedachte over wat God is dan de meeste mensen.

Paulus vertelt ons waar de schepping op wacht om te zien ontvouwen.

"want vol spanning verwacht de schepping de openbaring van de zonen van God"
(Rom. 8:19 - SW)

Wat anders kan dit betekenen dan ook de dierenschepping?

De ongelovigen (mensen) wachten niet op de zonen van God om geopenbaard te worden.

A.E. Knoch schreef over Romeinen 8:18 in zijn commentaar op het Nieuwe Testament:

"De schepping is betrokken geraakt in de tredmolen van verderf door de zonde van de mens. Wij zijn aan de lichamelijke kant met de schepping verbonden. Wanneer onze lichamen verlost zullen worden van hun huidige slavernij en dood, bij het afdalen van onze Heer uit de hemel, dan zal Hij hen omvormen om overeen te komen met Zijn heerlijke lichaam (Filip. 3:21). Later, wanneer wij onthuld zullen worden, zal de schepping vrij gemaakt worden van de slavernij die ze nu boeit. Wat zou het ons moeten troosten te weten dat de geduldige, lijdende schepselen, die niets kunnen doen aan hun vernedering, toch een echte losmaking zullen vinden van de pijn en het verdriet waaruit ze nu niet kunnen ontsnappen! Het lichamelijke aspect wacht tot de terugkeer van de Heer. "

Hosea spreekt over een verbond dat God na onze openbaarmaking voor de dieren zal maken:

"En Ik snij in die dag voor hen een verbond met het dier van het veld en met de vogel van de lucht en met het bewegende op de grond"
(Hos. 2:18 - SW)

Jesaja geeft ons een blik in wat dit verbond zal inhouden:

"6 En de wolf zal bijwonen bij het lam en de luipaard zal rusten bij het geitenbokje. En de kalf en de jonge leeuw en het vetgemeste zullen samen zijn en een kleine jongen is het die hen leidt.
7 En de jonge koe en de beer zullen samen grazen en hun kinderen zullen rusten. En de leeuw zal gekneusd stro eten zoals de os.
8 En de zuigeling zal feest maken bij het hol van een cobra, en de hand van een gespeende zal de lichtkoker van de gele adder binnendringen.
9 Zij zullen geen kwaad doen en zij zullen geen vernieling brengen over heel Mijn heilige berg, want het land is vol van kennis over JAHWEH, zoals de wateren de zee bedekken"

(Jes. 11:6-9 -SW)

De schepping werd niet vrijwillig onderschikt om doorheen het bestaan te zwoegen en te kreunen. Toen de mens ongehoorzaam werd, werd de schepping - in z'n geheel - vervloekt, net als de mens.

Zij werden gevormd uit dezelfde grond als de mens:

"En JAHWEH Elohim vormt van de grond ieder dier van het veld en iedere vogel van de hemelen"
)Gen. 2.19 - SW)

Ze hebben dezelfde levensadem in zich als de mens heeft:

"En zij [de dieren] komen naar Noach, naar de ark, twee aan twee, van al het vlees dat in zich geest van levens heeft"
(Gen. 7:15 - SW)

Ze heben een ziel, net zoals de mens die heeft:

"En Elohim zegt: Het land zal levende ziel voortbrengen naar haar soort, het beest en het bewegende dier en het landdier naar zijn soort."
(Gen. 1:24 - SW)

Ze hebben één ding dat de meeste mensen verloren hebben, ze wachten op de onthulling van de zonen van God, zodat ook zij bevrijd zullen worden van de slavernij en corruptie waar ook wij onder leven, en om ook gebracht te worden in de heerlijke vrijheid die de kinderen van God zullen ervaren (Rom. 8:19).

Ìn die tijd zal dit vers uit de Psalmen vervuld worden:

" Al wat adem heeft zal JAH prijzen! Prijs JAH!"
(Psalm 150:6 - SW)

Heel de schepping zal dat doen.

Rick
www.godisgod.ca



www.hetbestenieuws.nl