Is de redding van allen dan aan ons?
Deel 4
door Rick Longva

Het Woord wordt leeg

"Want zoals de stortbui en de sneeuw afdalen vanaf de hemelen, en daarheen niet terugkeert, maar veeleer de aarde doordrenkt en haar doet baren en haar doet ontspruiten en zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, zo is Mijn woord dat uitgaat vanaf Mijn mond. Het keert niet leeg tot Mij terug, maar het doet veeleer wat Ik verlang. En wat Ik zond zal voorspoedig zijn."
(Jesaja 55:10,11)

"In het begin was het Woord en het Woord was naartoe God, en God was het Woord. Deze was in het begin naartoe God. Alle dingen gebeurden door Hem en los van Hem gebeurde ook niet één ding dat gebeurd is. In Hem was leven en het leven was het licht van de mensen. ... En het Woord werd vlees en woont in een tent onder ons. En wij slaan Zijn heerlijkheid gade, een heerlijkheid als van een enigverwekte bij de Vader, vol van genade en van waarheid."
(Johannes 1:1-4,14)

"Hij was in de wereld en de wereld gebeurde door Hem, en de wereld kende Hem niet. Hij kwam tot in de eigen dingen en de eigen mensen accepteerden Hem niet. Maar zovelen als Hem in ontvangst namen, aan hen geeft Hij autoriteit kinderen van God te worden, aan die in Zijn naam geloven, die niet vanuit bloed, noch vanuit de wil van vlees, noch vanuit de wil van een man, maar vanuit God verwekt werden."
(Johannes 1:10-13)

Het "Woord" (Christus) is het centrum van alles. Hij is Degene Die het Licht is. Hij is Degene Die alles naar God doet wijzen. Hij is Degene door Wie alles tot stand kwam. En Hij is Degene door Wie wij allen kinderen van God worden. Wij worden niet kinderen van God door onze eigen wil of door onze werken, het is door de wil van God. Zij die deze waarheid ontkennen door te geloven dat zij zichzelf redden, bewaren of hun redding verliezen, maken in hun hart het Woord dat God zond leeg.

De eerste verzen hierboven uit Jesaja vertellen ons (figuurlijk) wat het Woord in ons zal bereiken. De regen en de sneeuw (Woord) keren niet terug voordat ze de aarde (ons) bewateren, ze doet uitspruiten, allen voedend (ons kracht gevend, niet wij onszelf kracht gevend). Zonder regen groeien gewassen niet. Met andere woorden, ze doen zichzelf niet groeien; ze hebben regen nodig, anders sterft het zaad in de grond. Zo is het ook met ons. Alleen het Woord kan ons veranderen van vleselijk, ziels (vertrouwend op ons vlees), in geestelijk (vertrouwend op Christus), ons doen groeiend in Christus. Wij wijzen onszelf naar God in onze adamische lichamen, alleen Christus kan ons naar God wijzen. Hij is het uitgezonden Woord, Hij is het Woord dat niet tevergeefs terugkeert van wat Hij in elke gelovige aan het bereiken was (en is), en uiteindelijk binnen heel de schepping. Met ons zielse, vleselijk denken zullen wij vaak onszelf eerst plaatsen (het is onze standaard-instelling sinds de tijd van de schepping), in plaats van het gezonden Woord, het Woord dat zijn thuis in ons maakt (Kolossenzen 3:16).

Zij die geloven dat zij hun redding door hun eigen inspanningen kunnen behouden of verliezen, zijn op zichzelf gericht en niet op Christus. Zij zijn slaven van hun vlees, niet slaven in Christus, Wiens dienaren groeien in waarheid en kennis in Hem, op Hem vertrouwen, naar Hem opzien.

Paulus waarschuwt ons voor deze mensen die valstrikken op onze reis plaatsen:

"Maar ik roep jullie op, broeders, dat jullie letten op hen die de onenigheden en de valstrikken maken, naast het onderwijs dat jullie leerden, en vermijd hen! Want de zulken zijn niet slaaf voor onze Heer, Christus, maar voor de eigen buikholte. En door de vriendelijke taal en zegening misleiden zij de harten van de argelozen."
(Romeinen 16:17,18)

Paulus schreef in Kolossenzen:

"Laat niemand dan jullie oordelen in spijziging of in drinken of in het deelnemen aan een feest of van nieuwe maan of van sabbatten, welke een schaduw zijn van het op het punt staande. Het lichaam, echter, is van de Christus. Laat niemand jullie diskwalificeren in gewilde nederigheid en in godsdienstige praktijk van de boodschappers, paraderend wat hij heeft gezien, onterecht opgeblazen wordend onder het denken van zijn vlees, en zich niet houdend aan het Hoofd, vanuit Wie heel het lichaam is, door de verstrekt wordende en verenigd wordende assimilaties en banden, groeiend in de groei van God."
(Kolossenzen 2:16-19)

A.E. Knoch's commentaren op dit deel van de Schrift zouden overwogen moeten worden.

"Houdend aan het Hoofd" (Kolossenzen 2:19) is een bondige uitdrukking van onze taak als leden van het Lichaam van Christus. Een bewuste verbinding en onderschikking aan Hem als ons Hoofd zullen ons afscheiden van de dingen van de wereld, of dat nu religie is (hoe goddelijk de oorsprong er van is) of haar filosofie. Iedere poging om onze positie voor God door lichamelijke middelen te verbeteren, of dat nu een beroep is op de zintuigen of een bedwingen van haar normale benodigdheden, ontkent onze compleetheid in Christus." (einde citaat)

Wij kunnen niets doen om onze positie in redding te verbeteren, die is zeker. Waar ik geloof dat verwarring ontstaat is ons lotdeel in de komende aionen. Wij zijn gered in genade en wij worden in genade gehouden, maar ons lotdeel in het komende koninkrijk wordt niet in genade die in ons geplaatst is gehouden, door waar wij ons in dit leven aan onderschikken en aan welke geest we ons onderschikken. Onderschikken we ons aan de geest van mensen, die ons voortdurend vertelt onszelf schoon te maken om aanvaard te worden? Of onderschikken we ons aan de geest van Christus die ons vertelt dat wij al gereinigd en aanvaard zijn? Blussen we de geest uit of onderschikken we ons aan de geest? Houden we HET Hoofd hoog, of houden we ONS hoofd hoog?

"Want wie van de mensen heeft de dingen van de mens waargenomen, anders dan de geest van de mens die in hem is; zo ook heeft niemand de dingen van God geweten, anders dan de geest van God. Wij nu namen niet de geest van de wereld in ontvangst, maar de geest die vanuit God is, opdat wij de dingen onder God zullen waarnemen, genadig aan ons gegeven wordend."
(1 Korinthe 2:11,12)

Dat wat ons lotdeel kwalificeert

Wij die in Christus en Zijn voltooide werk voor ons, en in ons, geloven, hebben de geest van God. En wij hebben de kennis dat we de geest van God in ons hebben, wat op zijn beurt vrede geeft. De Heilige Geest is aan ons gegeven om ons te onthullen dat wij in feite kinderen van God zijn, ook al leven we op dit moment in een lichaam dat in de komende aionen geen plaats heeft in ons lotdeel.

"En dit zeg ik met nadruk, broeders, dat vlees en bloed niet het koninkrijk van God als lotbezit ontvangen, en ook kan de vergankelijkheid niet de onvergankelijkheid als lotbezit ontvangen."
(1 Korinthe 15:50)

En toch proberen velen dit lichaam van vlees en bloed in heilige onderschikken te slaan, alsof men het voorbereidt voor de hemel.

Religie heeft tientallen, zo niet honderden wegen uitgevonden waarin zij hun volgelingen vertellen hoe ze toegang kunnen krijgen tot Christus, alsook hoe ze hun plaats (redding) zeker kunnen houden.

De vastentijd werd uitgevonden opdat mensen een tijdje iets konden geven om God te tonen dat ze waardig zijn, en in hun vlees kunnen ze toegeven aan verdorvenheid. Het verheerlijkt het vlees, maar God is niet onder de indruk.

Het geven van tienden is een andere zekerheidsdeken die aangeboden wordt als een manier om het chequeboek van het vlees in balans te houden met God's boekhouding. Hoe meer u geeft, des te meer zegen u zal ontvangen. Nogmaals, het verheerlijkt het vlees. Even terzijde: God zit niet zonder geld! Het heeft in het Koninkrijk van God geen waarde of in uw wandel in de Heer (Handelingen 8:20).

Kerkgang is een andere zekerheidsdeken die door velen wordt gezegd noodzakelijk is om je in Christus te houden. Als uw aanwezigheid schaars is zal uw kennis van wat God van uw wil ook schaars zijn, en indien u verkiest niet te gaan is de kans groot dat u nooit een gelovige was en daarom verloren bent (tenminste, dat zegt men).

Toch wordt het enige dat ons vertelt dat ons gekwalificeerd voor God zal presenteren vaak vermeden. Paulus zei:

"Beijver je jezelf welbeproefd te presenteren voor God, als een werker die zich niet hoeft te schamen, het woord van de waarheid correct snijdend."
(2 Timotheüs 2;15)

Dit is onze kwalificatie voor een lotdeel in het komende Koninkrijk: wat we weten dat Christus voor ons, en in ons, heeft gedaan, en dat wordt alleen gerealiseerd wanneer we het woord der waarheid op juiste wijze snijden (sommige vertalingen hebben "verdelen"), aan ons onthullend dat het allemaal van Christus is, van begin tot eind (Openbaring 22:13; Kolossenzen 2:10).

Dit betekent niet dat we in totale losheid moeten leven, maar we moeten onszelf ook niet onder slavernij plaatsen. We dienen een balans te zoeken, onze levens afstemmend op een leven dat de Heer een genoegen doet (niet mensen), als we in een grotere bewustwording van Hem komen.

"Vanwege dit ook - vanaf de dag dat wij hoorden - houden wij niet op ten behoeve van jullie te bidden en te verzoeken, opdat jullie vervuld zullen worden met het besef van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om, op een wijze de Heer waardig, te wandelen tot in alle behagen, in alle goede werk vrucht brengend en groeiend in het besef van God."
(Kolossenzen 1:9,10)

Indien men voortgaat naar hun vlees te kijken voor verlichting, of dat onderschikking er aan ons voor God kwalificeert, dan hebben zij het woord der waarheid onjuist gesneden. Zij zullen beschaamd worden wanneer ze voor Hem staan met al hun offers en al de werken die zij zeggen gedaan te hebben. Door dit van henzelf te geloven hebben zij (onwetend?) Christus terzijde geveegd en zichzelf naar voren gehaald, zichzelf misleidend door te geloven dat onthouding hen grotere heerlijkheid en een beter lotdeel in het komende Koninkrijk zal brengen (als ze al weten of worden onderwezen dat er een lotdeel is!), wat een positie hebben is bij het, in de komende aionen, allen in Christus brengen, zoals Paulus ons zegt.

"opdat het nu aan de overheden en de autoriteiten te midden van de ophemelsen, door de ekklesia, de veelzijdige wijsheid van God bekendgemaakt zal worden, overeenkomstig het voornemen van de aionen dat Hij maakt in Christus Jezus, onze Heer."
(Efeze 3:10,11)

"Of hebben jullie niet waargenomen dat de heiligen de wereld zullen oordelen? ... Hebben jullie niet waargenomen dat wij boodschappers zullen oordelen? En dan niet de zaken van het leven?"
(1 Korinthe 6:2,3)

Dit lotdeel wordt alleen gerealiseerd wanneer we op juiste wijze het woord van God snijden.

We moeten vooruitzien, niet naar onszelf, we dienen naar Christus te zien, werkend in ons en wij in Christus, niet kloppend op de deur en hopend dat we waardig genoeg zijn om binnen te gaan, en eenmaal binnen waardig genoeg om binnen te blijven. Paulus vertelt ons vóór de twee uit Efeziérs:

"Aan mij, de allergeringste van alle heiligen, werd de genade gegeven deze aan de natiën te evangeliseren: de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus, en alles te belichten wat het beheer van het geheim inhoudt, dat verhuld was vanaf de aionen in God, Die alle dingen schept."
(Efeze 3:8,9)

Hoe kan iemand dit geheim van het doel van de aionen weten als alles waar ze zich zorgen over maken, en hen geleerd is, is dat hun vlees onder onderschikking geplaatst moet worden? Zij kunnen het niet! Ze zijn veel te druk bezig iets te repareren dat niet gerepareerd kan worden, iets dat geen plaats heeft in de toekomende aionen. Het heeft in feit ook nu geen plaats, het is dood.

"Wees gezind naar de dingen omhoog, niet de dingen op de aarde, want jullie stierven en het leven van jullie is verborgen, samen met Christus, in God."
(Kolossenzen 3:2,3)

Waarom zou iemand dit dode vlees willen laten herleven? Het vlees heeft voor de gelovige geen lotdeel in de toekomende aionen.

Onderschikking: is het het vlees?

"Jullie zijn onze brief, die is ingeschreven in onze harten, gekend wordend en gelezen wordend onder alle mensen, openbaar gemaakt wordend dat jullie een brief van Christus zijn, door ons bediend wordend, en niet ingeschreven zijnde met inkt, maar met geest van de levende God, niet in platen van steen, maar in platen van vlezen harten. Maar wij hebben zulk vertrouwen door Christus, naar God toe; niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn iets als vanuit onszelf te rekenen, maar onze bekwaamheid is vanuit God, Die ons ook bekwaam maakt om bedienden van een nieuw verbond te zijn, niet van letter, maar van geest, want de letter doodt, maar de geest maakt levend."
(2 Korinthe 3:2-6)

Het beste dan het vlees kan doen is zichzelf onder religieuze regels plaatsen. Dat is haar weg van onderschikking. Dat is de enige manier waarop het zichzelf kan rechtvaardigen voor God, door wat het doet en niet doet.

Het vlees misleidt zichzelf elke dag en allen die zich er aan onderschikken doen dat ook. Het maakt zichzelf wakker en vertelt zichzelf wat het voor zichzelf en voor God zal doen, en tegen de tijd dat het haar hoofd doet rusten op het kussen, heeft het in werkelijkheid alleen twee dingen bereikt: het ontwaakte en ging terug slapen. Daar tussen kwam de meerderheid van de plannen die het maakte, bedoeld voor God, nooit tot ontwikkeling. Maar voor hen die vertrouwen op Christus, en de plannen die God voor hen bedoelde in Zijn Naam te doen, ze deden ze en ze zullen ze doen, want het is God Die alle dingen doorheen ons werkt (Romeinen 9:19b; Spreuken 16:9).

Paulus schreef aan de Thessalonicenzen:

"En de God van de vrede, moge Hij jullie volledig en intact heiligen. Moge jullie geest en ziel en lichaam op onberispelijke wijze bewaard worden in de aanwezigheid van onze Heer, Jezus Christus. Trouw is Die jullie roept, Die het ook zal doen."
(1 Thessalonicenzen 5:23,24)

Heiligen betekent heilig maken, apart zetten voor heilig gebruik.

Zoals in deze verzen uit Thessalonicenzen gezien kan worden is het God die ons heiligt en ons heilig maakt.

We zullen alleen doen zoals God ons geroepen heeft te doen. Wij (de gelovigen) worden door Zijn Geest geleid, niet door de geest van mensen. Paulus vertelt ons:

"Want wie van de mensen heeft de dingen van de mens waargenomen, anders dan de geest van de mens die in hem is; zo ook heeft niemand de dingen van God geweten, anders dan de geest van God. Wij nu namen niet de geest van de wereld in ontvangst, maar de geest die vanuit God is, opdat wij de dingen onder God zullen waarnemen, genadig aan ons gegeven wordend, de dingen ook die wij spreken, niet onderwezen in woorden van menselijke wijsheid, maar in onderwijs van geest, geestelijke dingen met geestelijke woorden vergelijkend. Maar een ziels mens ontvangt niet de dingen van de geest van God, want voor hem is het domheid. En hij kan het niet kennen, omdat het op geestelijk wijze wordt beoordeeld. De geestelijke mens, echter, beoordeelt inderdaad alle dingen, maar hij zelf wordt door niemand beoordeeld. Want wie kende het denken van de Heer? Zal die Hem instrueren? Maar wij hebben het denken van Christus."
(1 Korinthe 2:11-16

God leidt ons op, wij leiden onszelf niet op. Hij is de Onderhouder (Filippenzen 1:6; 2:13; 1 Korinthe 1:8). In deze tijd van leven bereidt Hij ons voor voor wat ons lotdeel zal zijn in de toekomende aionen, en het is niet ons vlees dat Hij voorbereidt.

In  Christus zijn we onberispelijk (voor zover het onze redding betreft) in de aanwezigheid van God, ondanks de vele zwakheden van ons vlees. Wanneer Christus voor ons terugkeert zal er geen blaam aan ons plakken voor het niet vervullen van alles wat God voor ons in petto had om te doen in Christus' naam, want God zal alles bereikt hebben wat Hij van plan was doorheen ons te doen.

"Trouw is Hij Die u roept, Die het ook zal doen."

Ja, Hij gebruikt deze lichamen van ons om er doorheen te werken, maar Hij weet ook dat onze lichamen maar tot zoveel in staat zijn. Ze zijn ontworpen om te vergaan (Genesis 3:10), ze hebben gebreken; niet dat het ontwerp fouten had, het ruwe materiaal heeft die, het is vergankelijk.

"Want het is voor dit vergankelijke bindend onvergankelijkheid aan te trekken en voor dit sterfelijke onsterfelijkheid aan te trekken."
(1 Korinthe 15:53)

Daarom is proberen dit vlees in onderschikking te brengen aan een religieus verstaan van wat God verwacht, denkend dat dit God een plezier zal doen, nutteloos. We moeten afgestemd zijn op God, en op wat Hij in en door ons door geest doet, niet door vlees. Zodra dit eenmaal is gerealiseerd zal de kennis van vrede en zekerheid volgen.

Door naar deel 5

Rick
www.godisgod.ca



www.hetbestenieuws.nl