Wat is geest?
Deel 3: Geestwezens

door A.E.Knoch.

(Alle Bijbelcitaten zijn, tenzij anders aangegeven, uit de Statenvertaling.)

We hebben geest bestudeerd als een motiverende kracht en zoals die te zien is in de mensheid. Nu willen we kort een andere manifestatie overdenken.
Geest wordt genoemd als de naam van een klasse van wezens die enkele van de kenmerken van de mensheid bezit, maar andere niet heeft. Negatief gesproken kunnen we niet beter doen dan beginnen met de uitspraak van onze Heer: een geest heeft geen vlees en beenderen (Luc. 24:39). Geen vlees hebbend en niet verbonden zijnde met de grond, moeten deze geesten hun energie en vitaliteit van een andere bron hebben.

Dit kan moeilijk zijn voor menselijke wezens om te bevatten, maar een paar overdenkingen zullen de mogelijkheid laten zien van zulk een bron van leven en ons een mate van begrip geven over hoe zij er in slagen te bestaan. Grofweg gesproken komt de meeste kracht die we op Aarde hebben tot ons van de zon. De mensheid zou zonder deze niet kunnen bestaan. Onze geesten zijn, door de zondoordrenkte grond, er van afhankelijk. De zon straalt deze energie naar alle richtingen uit. Ze is niet alleen op andere planeten, maar ook in de verste diepten van de interstellaire ruimte aanwezig. Waarom zouden geesten niet toegerust zijn om het via meer directe middelen dan de mens te gebruiken? Dit zijn slechts speculaties, maar toch vinden ze een beetje ondersteuning van de doem van de boodschappers van wie de banden duisternis schijnen te zijn (Judas 6; 2Petrsus 2:4), alsof de scheiding van een lichtgever hun kracht inperkt en hun bewegingen beperkt.

Het maakte deel uit van de afval van de Sadduceeën dat zij het bestaan van deze geestwezens ontkenden (Hand. 23:8). Toen Paulus de aandacht van zichzelf wilde afleiden en verwarring scheppen onder zijn tegenstanders, bracht hij zijn hemelse onthullingen ter sprake. De Sadduceeën konden zo'n getuigenis niet ontvangen, terwijl de Farizeeën van de gelegenheid gebruik maakten om te vechten voor hun geloof in geesten (Hand. 23.9).

De invloed van geestwezens op de mensheid is veel markanter dan velen denken. Het was door een boze geest dat de zonde op het toneel kwam (Open. 12:9). Satan zet zijn duistere werkzaamheden voort in de zonen van de koppigheid (Efe. 2:2), doorheen de boze aionen, totdat hij, tijdens het millennium, gebonden wordt. Het gezag van de duisternis heeft nu een bijna universeel koninkrijk. Alleen de heiligen worden er uit gered. De rest van de mensheid wordt geregeerd door krachten waar ze geen weet van hebben. Wat ook de uiterlijke vorm van heerschappij is, van democratie tot autocratie, er is altijd een onzichtbare, ongekende kracht die de mensheid tegen zijn eigen instincten injaagt.

Een goede illustratie hiervan is het vraagstuk van vrede en oorlog. Het merendeel van de mensheid wil vrede. Zij willen zich niet eens voorbereiden op oorlog. Maar er is een onderstroom die hen wegvoert naar het conflict, een stroom die zij niet kunnen weerstaan. Er is geen redelijke verklaring voor de menselijke geschiedenis, tenzij we de invloed erkennen van toezicht houdende geestelijke krachten.

Dit wordt ons in het boek Openbaring levendig voor ogen gebracht. In de tijd van het einde wordt de aardse heerschappij gesymboliseerd door een zevenhoofdig monster. Tegelijkertijd wordt Satans macht gesymboliseerd door een duplicaat hiervan, een zevenhoofdige draak. Toen Adam zondigde overhandigde hij de controle over de zaken van de Aarde aan Satan, en kwade geesten hebben de zaken van hun menselijke onderschikten vorm gegeven, om zo de wereldwijde afval teweeg te brengen die er snel aan zit te komen. De huidige uitbarsting van spiritisme is een voorwaarschuwing dat de geesteswereld niet tevreden is met alleen maar overheersen. Ze willen mediums om zo een directe hand te hebben in het aanbidden van de mensheid. Door het wilde beest en de valse profeet zullen zij in staat zijn de opperste controle te krijgen.

Dan, als men oorlog wenst, zal het niet nodig zijn om via futiele politieke vormen te gaan. De geesten van demonen zullen naar de koningen van de Aarde gezonden worden en zullen de legers van de natiën mobiliseren voor de slag van de grote dag van God Almachtig(Open. 16:14). Hoe nauwkeuriger we de bronnen van menselijk handelen bezien, hoe meer we overtuigd zullen worden dat mensen slechts instrumenten zijn in handen die dwars door de duisternis reiken, richting gevend aan de "zelfbestemming", waarover men zo roemt.

Christus is, omdat Hij de Zoon van God is, ook de Allerhoogste in de wereld van de geesten. Hij liet vaak Zijn gezag zien en lichtte Zijn vermogen om de emancipatie van het ras uit hun klauwen naar voren te brengen toe door het uitwerpen van geesten die bezit genomen hadden van menselijke wezens. De apostelen waren blij dat de geesten aan hen onderschikt waren (Luc. 10:20), hoewel ze niet altijd succes hadden. Hij wierp geesten uit door een enkel woord (Matt. 8:16). Zijn kracht over hen komt voort uit het feit dat Hij meer had dan een menselijke geest. Hij was voortgebracht door Gods Geest. Daarom kende Hij hen en was Hij in staat rechtstreeks met hen af te rekenen.

De menselijke geest kan gedomineerd en overgenomen worden door een andere geest. Dit neemt in enige mate plaats wanneer de wil of mening van een man wordt opgelegd op zijn medemensen. Hypnotisme schijnt een vrijwillige overgave te zijn van de geest van de ene persoon naar die van de andere. Ik heb gevallen gekend waar de hypnotiseur alleen maar een commando hoefde te denken en het werd onmiddellijk door het slachtoffer uitgevoerd. Vreemde, niet menselijke geesten, kunnen zo'n complete controle over menselijke lichamen krijgen, dat zij handelen in antwoord op de indringer. De wil is opzij gezet en overgenomen door een sterkere invloed.

Onreine geesten

Laten we als voorbeeld van zo'n bezetenheid het geval overdenken van de jongen die niet door de discipelen kon worden genezen (Luc. 9:37-43). Anders dan de normale menselijke geest, die mensen normaal en rationeel doet handelen, deed deze geest, wanneer die hem aanviel, hem schreeuwen en verkrampen, met het schuim op zijn mond, hem pas achter latend na hem verpletterd te hebben. Dit schijnt het kenmerk van zulke geesten te zijn. Zij zijn geen "ontlichaamde" menselijke geesten, zoals sommigen menen, want ze zijn nooit thuis in een lichaam, hoezeer ze ook verlangen het lichaam dat ze bezetten te gebruiken en misbruiken. Het is geen terugkeer naar hun normale toestand, maar een onwettig binnentreden op een terrein dat alleen tot de menselijke geest behoort.

De gebruikelijke omschrijvende term voor zulke geesten is "onrein". We kunnen veronderstellen dat zij niet zulke middelen van gevoel hebben als de menselijke ziel. Net zoals de menselijke geest samen gaat met het vlees om zo gevoel, of ziel, te geven, zo is het aannemelijk dat vreemde geesten in staat zijn een te worden met een menselijk lichaam om een soort van gevoel voort te brengen. Met andere woorden, het hele onderwerp van de onreine geesten is sensualiteit. Zij hongeren er naar dingen te voelen die mensen gewend zijn te voelen. Het schijnt dat ze niet erg succesvol zijn in hun inspanningen om te voelen zoals een menselijke ziel doet, want hun slachtoffers hebben zelden aangename ervaringen. De onnatuurlijke vereniging brengt vrijwel altijd lijden en angst met zich mee.

De mensen waren verbaasd dat onze Heer de onreine geesten met gezag en kracht tegemoet trad en ze naar buiten kwamen (Marc. 1:27; Luc. 4:36). De geesten bogen zich voor Hem toen zij Hem zagen (Marc. 3:11). Hij droeg hen op uit te komen (Luc. 8:29). Hij genas hen die door hen misbruikt waren (Luc. 6:18). Bij berispte hen (Marc. 9:25; Luc. 9:42). Hij was de Soeverein over de geestenwereld, en zij gehoorzaamden Hem, of ze nu in een klein meisje waren (Marc. 7:25), in een volwassen man (Marc. 1.23) of dat het de gewelddadige demonisch bezetene was die tussen de graven leefde (Marc. 5:2). Ook Zijn discipelen genazen vele gemolesteerden van deze indringers (Hand. 5:16; 8:7), want Hij had hen het gezag gegeven om dat te doen (Matt. 10:1; Marc. 6:7).

Onze Heer had de Heilige Geest van God zonder beperking, zoals duidelijk werd door Zijn machtige daden, Zijn levengevende woorden, en Zijn heilig gedrag. Maar toch gaan de Schriftgeleerden, omdat Hij gezag had over geesten en de mensen niet Zijn goddelijke kracht wilden erkennen, tot het te vrezen uiterste door te stellen dat ook Hij een onreine geest had, krachtiger dan de rest, zodat Hij hen Hem kon doen gehoorzamen (Marc. 3:28-30). Omdat Zijn getuigenis aan Israel gebaseerd was op de uiterlijke manifestaties van de heilige Geest, wees hun bewering absoluut alles af wat Hij deed. Dit is de zogeheten "onvergeeflijke", of aionische, zonde, die niet, door de aard er van, voor de aionen vergeven kan worden.

Boze geesten

Bij andere gelegenheden worden de geesten "boos" genoemd. Dit is waarschijnlijk een ander aspect van dezelfde wezens, meer gericht op het beschadigen van anderen dan op het zichzelf tevreden stellen. Ze worden gewoonlijk verbonden met ziekte (Luc. 7:21; Hand. 19:12) en zwakte (Luc. 8:2). Het beste voorbeeld van de werking zo'n geest wordt ons voorgesteld in verband met de zeven zonen van Scevas. Sommige van hen dreven een boze geest uit bij een man, en werden zwaar geslagen en vluchtten weg (Hand. 19:13-16).

Stomme en doofstomme geesten

In sommige gevallen leidt de kracht van een geest tot blijvende onwerkzaamheid van enkele organen van het slachtoffer. De kleine jongen die de stomme en dove geest had, kon niet door de discipelen van onze Heer genezen worden (Marc. 9:14-29). Zijn handicap was zonder twijfel een beeld van de afvallige natie en het feit dat Israel onder de kracht van de Tegenstander stond, zodat zij Gods woord niet konden horen of spreken. Dit voorval laat ons zien dat, zelfs al schijnen de boze geesten de mensheid in hun macht te hebben, zij zelf onderhorig zijn aan de overheersende hand van God.

Een pythongeest

De dienares van Filippi was bezeten door een "pythongeest". De naam is dezelfde als die door de Hebreeën wordt toegepast op een cobra, een van de grootste slangen. In latere tijden werd hij toegepast op de beruchte slang die door Apollo werd gedood, of op de geest van de orakels van Delfi, of zelfs op voorspellingen van een buikspreker. Dit is waarschijnlijk de vorm die de dienares aangreep die Paulus volgde en die gedwongen was de superioriteit te erkennen van de geest die in hem woonde, al voordat hij zijn kracht gebruikte om de python uit te drijven (Hand. 16:16).

Misleidende geesten

Een van de meest belangrijke en praktische van alle passages die zich bezig houden met boze geesten, is de voorzegging dat sommigen zullen afvallen van het geloof, gehoor gevend aan misleidende geesten en leringen van demonen(1Tim. 4:1). In de vroege dagen werden geesten uitgedreven door de heiligen; nu worden ze weer uitgenodigd om binnen te komen. Grote religieuze bewegingen, zogenaamd onder de leiding van de heilige Geest van God, zijn kundig georganiseerd en opgewonden in een razernij van zielse uitingen onder de leiding van misleidende geesten. Bij velen gaat dit door voor grote geestelijke opwekkingen, omdat er voldoende geestelijk gedrag is, samen met wat er mogelijk voor aangezien wordt, om die heiligen te misleiden die niet de geesten en hun uitingen testen door de Schriften.

Zij die bekend zijn met de moderne opbloei van spiritisme, vinden daar veel van deze uitingen zoals die welke gemeend worden het werk te zijn van de heilige Geest in gelovigen die menen een speciale bevoegdheid daarin te hebben. Er zijn zo af en toe sensationele bewegingen geweest onder Gods volk die, in het begin, aangenomen werden als bijzondere werking van Gods Geest, maar later bleken gecontroleerd te worden door misleidende geesten. Er kan niet genoeg nadruk gelegd worden op het karakter van deze geesten. Ze schijnen niet boos te zijn, integendeel. Zij schijnen zelfs buitengewoon goed te zijn. Ze doen zich voor als intens evangelisch, en houden vaak de misleiding vast door de spoedige komst van de Heer te voorspellen. Ze zijn buitengewoon misleidend.

Zeer standvastige en heilige mannen zijn grondig door hen te pakken genomen. Een goddelijke heilige als ouderling Baxter vond dat hij op een bepaald moment geïnspireerd werd om een zeer opmerkelijke en welsprekende preek te brengen, niet alleen kennelijk Schriftuurlijk, maar gevuld met een vreemde en subtiele kracht die zijn gehoor op een machtige wijze beroerde. Op een ander moment was de "kracht" in hem zo oncontroleerbaar, dat hij zichzelf met een zakdoek moest dempen, uit vrees dat zijn gebrul door zijn familie gehoord zou worden. In het begin leek het hét toppunt van oneerbiedigheid te zijn er aan te twijfelen dat dit inderdaad de machtige kracht van God was. Anders te denken zou grenzen aan de onvergeeflijke zonde. Het zou het toeschrijven zijn van de werken van Gods Geest aan de Tegenstander. Maar niemand is veilig die niet de geesten test, hoe nauw ze ook schijnen overeen te komen met de heilige Geest van God.

Laten we altijd op onze hoede zijn voor de misleidende geesten die er vandaag in overvloed zijn, vermomd als de heilige Geest. We kunnen verwachten dat ze kracht en spectaculaire uitingen voortbrengen. De belangrijkste toestand voor de ontvangst van een valse geest is passiviteit. We willen al onze vrienden ernstig waarschuwen om alle afwachten en toegeven te weigeren. Gods Geest werkt samen met onze wil. Hij verlangt geen blinde, hypnotische controle over de leden van onze lichamen. Hij doet ze niet werken zonder onze nadrukkelijke wil. Zodra u merkt dat uw lichaam bewegingen maakt zonder uw bewuste toestemming, is het tijd de kracht die u bezet te berispen en uit diens krachten te ontsnappen. Abnormale lichamelijke verwringingen van allerlei soort zijn niet in overeenstemming met de huidige werking van Gods heilige Geest. Ze zijn te wijten aan die misleidende geesten door welke velen misleid moeten zijn, opdat de Schrift vervuld zal worden.

De opwekking in Wales was in z'n meest populaire fase een opmerkelijke uitstorting van misleidende geesten. Dit wordt erkend door hen die er kort door gebruikt werden. Het resulteerde in de samenstelling van een tekstboek over het werk van misleidende geesten onder de kinderen van God, waarin diep op de zaak wordt ingegaan. Het werd "Oorlog tegen de heiligen" genoemd, hoewel het zich voornamelijk bezig houdt met een analyse van de ervaring die samengaat met bezetenheid door boze geesten en de weg om er uit te komen, en niet zozeer met de worsteling met geestelijke krachten van boosaardigheid te midden van de hemelingen, die het voortdurend conflict zou moeten zijn van alle heiligen die door geloof in gegaan zijn in hun lotdeel. Dit aspect van het werk van boze geesten komt ons meer volledig voor ogen in de latere ontvouwingen van Efeziërs (Efe. 6:10-17).

Vele jaren lang woonde ik in het centrum van de laatste uitbarsting van geest-uitingen en heb genoeg gelegenheid gehad om hun methoden te leren en de resultaten te beoordelen. Ik heb de ervaringen gehoord van hen die bezeten waren en van anderen die in staat waren te ontsnappen. De beweging als geheel, waarvan men meent dat ze onder de controle staat van de heilige Geest, zou ons het meest gezegende voorbeeld gegeven moeten hebben van eenheid en liefde sinds de dagen van de apostelen. Maar ze leidde tot meer redetwisten en verdeeldheid dan andere. Misschien was wel het grootste tekort het gebrek aan opbouw. Zulke onmiddellijke onthullingen zouden groot licht gebracht moeten hebben. In plaats daarvan leidde het soms tot het verachten van Gods geschreven woord ten gunste van de geestboodschappen, die, vrijwel zonder uitzondering, totaal in disharmonie waren met de geïnspireerde tekst.

Goede geesten

Er is een opvallend verschil tussen de relatie van de geestenwereld met ons en met de Besnijdenis. Vanwege onze nabijheid tot God hebben we niet de bemiddeling van goede geesten nodig om ons te dienen. Ze hebben in Paulus' presentaties geen plaats. Wij voeren oorlog met boze geesten, maar we hebben niet de bescherming nodig van goede geesten.

Hebreeën werd niet door Paulus geschreven. Het is niet voor de natiën, maar voor de Besnijdenis. Hun redding is niet in beeld als we lezen: "Zijn zij niet allen dienende geesten, aangesteld tot dienstbetoon vanwege hen die op het punt staan het lotdeel van de redding te genieten?"(Hebr. 1:14;SW). De verlossing van Israel tijdens de tijd van het einde is grotendeels in handen van boodschappers. Zeven geesten zijn voor de troon (Openb. 1:3; 3:1), uitgebeeld als vurige toortsen (Openb. 4:5), of als zeven horens of zeven ogen van het Lammetje (Openb. 5:6). In die tijd zal de grote hoofdboodschapper (aartsengel) Michaël, die staat voor de zonen van Israel, namens hen oorlog voeren (Dan. 12.1).

Tijdens de Pinksterperiode werden geesten gebruikt als boodschappers van de Heer. Is het niet opvallend dat, terwijl Paulus zijn aanwijzingen rechtstreeks van de Heer krijgt, een geest Filippus instructies geeft(Hand. 8:29) en hem op een wonderlijke wijze weggrist na zijn boodschap aan de Ethiopische eunuch? Zo verlost ook een boodschapper Petrus uit zijn gevangenis (Hand. 12:5-19), en zijn heidense bewakers werden vanwege zijn ontsnapping gedood. Paulus wordt in Filippi niet alleen bevrijdt zonder de hulp van een geest, maar hij gaat moedig voort, redding gebracht hebbend aan zijn heidense bewaker.

Geesten waren druk bezig tijdens de eerste komst van onze Heer. Hun aanwezigheid onder de spiritisten, die zeer toenemen in aantal en invloed, is één van de tekenen van Christus' terugkomst. Een veel zekerder teken is de ontvangst die misleidende geesten hebben gekregen in het midden van enige delen van het Christendom, waar de heilige Geest vervangen wordt door misleidende geesten. De enige test, de enige kracht die in staat is deze indringers te ontmantelen, is het geschreven woord van God, gebruikt door de kracht van Zijn heilige Geest. Geen boze geest zal ten volle het Woord of de heerschappij van Christus erkennen. Laten we daarom vasthouden aan Gods Woord zoals het is geschreven, en de Heer gehoorzamen Die het onthult.

Over de mens kan als een geest gesproken worden, net zoals wij hem een "ziel" of een "lichaam" noemen. Dit is echter niet letterlijk zo, want de mens is geen geest en kan het nooit zijn. Het is niet onze bestemming om "engelen" te worden, zonder materieel gestel. Niet alleen zullen onze geesten levend gemaakt worden, en onze zielen opgewekt, maar onze lichamen zullen opstaan bij de komst van Christus. Ze zullen van zielse lichamen veranderd worden naar geestelijke. Ons huidige zielse lichaam is niet uit ziel gemaakt, maar wordt er wel door gecontroleerd. Net zo zal ons toekomstige, verheerlijkte lichaam niet uit geest gemaakt worden, maar het zal er door gedomineerd worden. We zullen mensen blijven, we zullen geen geesteswezens worden.

Laten we ons, terwijl de heiligen van de hemelse bestemming voornamelijk gezegend worden in geest, herinneren dat een van de hoofdfiguren van onze gelukzaligheid die van het menselijk lichaam is. Het is gebaseerd op het feit dat onze Heer een letterlijk, materieel gestel had. In geest zijn we gezamenlijke leden van Christus' lichaam. Het is een van de heerlijkheden van Gods genade dat het lichamelijk gestel, dat de mensheid onderscheid en kenmerkt en dat vernederd is in het stof van de dood, het symbool zou worden van de hoogste geestelijke organismen in het universum.

God heeft de wereld van de geesten gescheiden van de wereld van de mensheid. Boze geesten proberen de barrières af te breken om het proces om te keren en van de mens een geest te maken, nu of in de toekomst. Laten we deze twee vergissingen vermijden door aan ieder de plaats toe te wijzen die God hen heeft gegeven. In Christus, Die een Mens is, zijn we oppermachtig, verheven boven de geestmenigten waarvan Hij het rechtmatige Hoofd is.

Naar deel 4: De identiteit van de menselijke geest


Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.


©Concordant Publishing Concern