Zijn wij de bruid van het Lam?
door A.E.Knoch

Er is niets in de twee figuren van bruid en lichaam dat het onmogelijk maakt dat beide niet voor ons gebruikt zouden kunnen worden. Paulus kon de Korinthiërs, die zeker één lichaam waren, vergelijken met de verloving van een pure maagd, om zo hun oprechtheid aan Hem weer te kunnen geven, niet hun eenheid met Hem. Maar toch noemt Paulus nooit of een bruid of een lam, noch is dit in het Woord van God verbonden met de volkeren.

     In 2Kor. 11:2 interpreteert Paulus zelf de figuur. Zoals een maagd ongehuwd is en rein ten opzichte van haar verloofde, zo moeten ook zij dat zijn ten opzichte van de Heer. Hoewel ik een cursus had gevolgd in rethorica en van mijn verwacht mocht worden dat ik spraakfiguren verstond, gebruikte ik op een bepaald moment deze tekst om te bewijzen dat de kerk de bruid van Christus was; maar in werkelijkheid, als ze op deze manier gebruikt kon worden, bewijst ze het tegengestelde, want de figuur is die van een maagd. Toen ik ontdekte dat het verloste Israël de bruid is, gebruikte ik deze passage tegen de gedachte dat de kerk de bruid is. Maar als snel zag ik dat dit niet afdoende was, want, als het zo was, was het dan ook niet tegen de waarheid van het lichaam? Hoe kan de kerk zowel de verloofde als het lichaam van Christus zijn? Geleidelijk aan opende dit mijn ogen voor de beperkingen van spraakfiguren. Ik zag dat ik ze misbruikt had en ze tot ver buiten hun grenzen had getrokken onder het voorwendsel dat ik "geestelijk" was in mijn interpreteren.

     Het probleem zit hem in onze falen ieder figuur in haar juiste begrenzingen te houden. We slagen er niet in te erkennen dat de ecclesia in alle punten die niet speciaal zijn vermeld, NIET is zoals een kuise maagd. De kerk is niet van een bepaald geslacht. Ze is niet samengesteld uit alleen vrouwen, Er is in deze geen gelijkenis. De Korinthiërs moeten later niet met Christus gehuwd worden. Zo kunnen we in het oneindige doorgaan, maar we hebben, naar we hopen, al voldoende gezegd, on te laten zien dat in slechts twee aspecten er een gelijkenis te trekken valt - die van oprechtheid en die van reinheid. Wij kunnen oprecht en rein zijn naar Christus, zoals een verloofde maagd, zonder ons geslacht te veranderen of op welke andere manier dan ook te lijken op een maagd.

    Maar, zo wordt tegengeworpen, Paulus gebruikt deze figuur in de brief aan de Efeziërs als hij spreekt over de relatie tussen de man en zijn vrouw:

Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,
26 om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,
27 en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.
28 Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief;
29 want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente,
30 omdat wij leden zijn van zijn lichaam.
31 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn.
32 Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en op de gemeente.
33 Intussen ook gij, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.

(Efe. 5:25-33)
    Indien de huidige ecclesia de bruid van het Lam zou zijn, dan zou nu het moment zijn om het naar voren te brengen. Dan zou alles wat gezegd moet worden zijn dat de mannen hun vrouwen lief moeten hebben zoals Christus de kerk liefheeft, Zijn bruid. Waarom dan zeggen dat echtgenoten hun vrouwen lief moeten hebben als hun eigen lichamen? Waarom dan zeggen: hij die zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief? Waarom dan het geheimenis van het huwelijk inbrengen om te laten zien dat man en vrouw één vlees zijn?

     Al deze vragen kunnen alleen beantwoord worden op basis dat de ecclesia in het geheel niet voorgesteld wordt als bruid of vrouw, maar dat het huwelijk, de twee tot één vlees makend, een zekere verwantschap heeft met de spraakfiguur van het ene lichaam van Christus. Vandaar dat het ene lichaam, en niet de bruid of vrouw, de basis is voor deze oproep. Dit is een veel nauwere eenheid dan een huwelijk. Niemand haat zijn eigen vlees. Kunnen we zeggen dat niemand ooit zijn eigen vrouw heeft gehaat? De intensiteit van de liefde van Christus voor ons gaat verre uit boven die welke door de figuur van het huwelijksband wordt uitgebeeld. Wanneer we ons eenmaal de onontkoombare standvastigheid en onbeperkte toewijding realiseren die wordt voorgesteld door ons gevoel voor onze eigen lichamen, dan zullen we alle verlangen verliezen voor een minder kostbare band, die passend is voor op Aarde, maar geen plaats kent in de hemelse gewesten.

WIE IS DE BRUID?

     De getrouwen in Israël worden vaak aangetroffen binnen de verbondsrelatie met Jehovah. In het gebied van het gevoel en aanhankelijkheid wordt dit voorgesteld door de huwelijksband. Israël was de vrouw van God. Zij die de Messias ontvangen zijn de bruid van het Lammetje. Daar Gods hoofddoel is: het verenigen van Zijn schepselen door de banden van de liefde, mag dit beschouwd worden als het hoogste aspect van Israël's band met hun God. Hij gebruikt de kortstondige ervaring van de hoogste Aardse geneugte om de permanente gelukzaligheid van Zijn volk voor te stellen.

     Niet alleen werd Israël bij de Sinaï onder de band van de wet gebracht, ze werd er ook aan Jehovah gebonden als Zijn vrouw. Hij werd er hun echtgenoot(Jer.31:32). Het was daar en toen dat Hij Zijn bevalligheid op haar legde(Eze. 16:8-14). Niet alleen braken ze de wet op alle mogelijke manieren, maar ze faalden bij het eerste gebod. In plaats van Hem lief te hebben, met heel hun hart en heel hun ziel, verlieten ze Hem, en zochten ze troost bij Zijn vijanden(Hos.3:6-13). Dit leidde tot de scheiding(Deut. 42:1-4), die er voor zorgde dat ze in ballingschap gingen. Volgens de wet verspeelden ze alle rechten om nogmaals de Zijne te zijn. Maar de wet van de liefde is hoger dan de wet van de Sinaï! Die werd deels gegeven vanwege de hardheid van hun harten. Jehovahs hart wordt niet verhard door de liefdeloosheid van Zijn volk. Zelfs hoewel gescheiden, nodigt Hij haar uit bij Hem terug te komen(Jer. 3:1).

    Hij gaf haar niet alleen Zijn woord dat Hij op haar zou wachten, maar ook beloften dat Hij veel meer dan dat zou doen. In haar wankelmoedigheid is het mogelijk dat ze naar iedereen toegetrokken wordt die haar bedroefde ziel wil troosten. Daarom heeft er voor gezorgd dat ze voor Hem blijft, totdat ze in de laatste dagen opnieuw de Zijne wordt. Jehovah zal geen ander huwen, noch zal Hij Israël toestaan dat te doen. Ze zijn vanouds voor elkaar bestemd.

gij zult ... geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen.
Deze trouw, beloofd door Jehovah, niet alleen voor Zichzelf, maar ook voor haar, moet zijn vervulling vinden. Hij zal Zijn woord niet breken. Hij kan Zich niet een vrouw uit de volkeren nemen. Hen tot bruid maken zou een breuk van belofte zijn die erger zou zijn dan de ontrouw van Zijn volk. Zijn karakter zou onherstelbaar beschadigd worden. Zijn woord zou zonder waarde zijn. De volkeren nemen niet de plaats in van het getrouwe Israël. We hebben geen deel aan het nieuwe Jeruzalem.

    Toen onze Heer kwam, was het volk als geheel trouweloos. Ze waren niet alleen een boosaardig, maar een overspelig geslacht, want ze hadden Jehovah verlaten. Slechts zij die Hem ontvingen werden hersteld in hun eerder band. Zij werden niet alleen de vrouw van Jehovah, maar de bruid van het Lammetje. Het is niet een vernieuwing van de oude wettelijke banden, een trieste hereniging op hoge leeftijd van hen die lang van elkaar vervreemd zijn geweest, maar een nieuwe en frisse relatie, met hervonden jeugd. Johannes de Doper stelde de bruid haar Bruidegom voor, toen hij zijn discipelen vertelde:

Die de bruid heeft, is de bruidegom;(Joh.3:29)
De twaalf apostelen waren de kern van dat goedige gezelschap van getrouwe Israëlieten, die, samen met al haar heiligen uit vroeger tijden, in de toekomst verenigd zal worden met het Lammetje, onder de figuur van het huwelijksverbond.(Open. 21:2,9)

Wat is vergeving van overtredingen?

    De vergeving van overtredingen(Efe.1:7) lijkt zo ver beneden de sfeer van waarheid in de brief aan de Efeziërs te zijn, dat zij die het meest verlicht zijn verleid worden wantrouwend naar de zin te kijken en zich afvragen of ze wel goed gegrond is in oude teksten. Ze hebben geleerd dat vergeving, of een pardon, voorwaardelijk is. Het behoort bij de verkondiging van het Koninkrijk. Velen die een pardon hebben gekregen, zoals degene die tienduizend talenten schuldig was(Matt.18:23-30), raakten het weer kwijt door verkeerd gedrag.

    Paulus heeft echter een veel hoger, veel groter genade verkondigd dan het pardon van zonde door bekering en doop. Hij heeft rechtvaardiging van zonde door geloof uiteengezet, door de onverdiende goedgunstigheid van God, die ons in een gebied brengt waar veroordeling niet langer bestaat(Rom.8:1). Het is absoluut zonder bijmenging van woorden, of dat nu is vóór of nadat ze is ontvangen. Ze kan niet verspeeld worden door wat we ook mogen doen. Nu we dit hebben, zullen we dan terugkeren tot vergeving, ook al staat het in Efeziërs?     Efeziërs gaat niet over het pardon van zonden, maar over de vergeving van overtredingen. Het ligt niet op het terrein van de regering of de rechtbank, maar van het huis. Het staat niet in verband met Gods heerschappij, of Zijn rechtvaardigheid, maar Zijn gevoelens. Wij verlaten de rechtvaardiging niet voor iets wat lager is, we gaan naar een hoger niveau, zelfs indien een van de termen is geleend van het lagere. We hebben niet alleen gezondigd en zijn gerechtvaardigd, maar we hebben God beledigd en zijn vergeven!

    Deze vergeving echter wordt niet gemeten met de genade die aan de Besnijdenis wordt betoond. Zoals we zagen was dat betrekkelijk beperkt en voorwaardelijk. Het kwam eerder uit medelijden voort dan uit liefde. Ze was tijdelijk omdat haar voorwaarde afhankelijk was van de bezitter dan van God. Déze vergeving is overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. Het zou wijs zijn deze zin nooit te vergeten!

Wat is de vergeving van zonden?

    Volgens Kol. 1:13 zijn we gered uit het machtsgebied van de Duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde,

in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.(Kol. 1:14)
In afwachting van het komende Koninkrijk van God op Aarde, wanneer het ras bevrijd zal worden van de slavernij van haar geestelijk dwingeland, worden de gelovigen, en alleen zij, gered uit het gebied van de duisternis en overgezet naar een andere band, die met Gods Zoon. Om het plaatje kompleet te maken worden onze zonden gepardonneerd en hebben we verlossing, net zoals dat het geval zal zijn op de nieuwe Aarde. Laten we dit niet verwarren met andere figuren, zoals rechtvaardiging of kwijtschelding. Die horen thuis in de rechtbank en heeft niet van doen met onze relatie tot het oordeel, dat plaats zal vinden voordat de nieuwe schepping ontstaat. Nu is het een vraag naar toegang tot een koninkrijk, en, omdat het een figuurlijk koninkrijk is, dat kunnen we alleen binnengaan door middel van een figuurlijk pardon.

    Er is veel gezegd over de figuurlijke termen in Paulus' brieven, zoals de verbonden en de feesten, om te laten zien dat hij alleen voor Joden schreef. Maar toch is er waarschijnlijk geen passage die zo zeker en vast "Joods" is als deze verwijzing naar het koninkrijk en de vergeving van zonden, die beide, indien letterlijk genomen, volkomen vreemd zijn aan het onderwijs van Paulus. Volgens deze methode van interpretatie zou deze passage duidelijk bewijzen dat Kolossenzen een Joodse brief is, niet bedoeld voor de huidige bediening van Gods genade. Maar deze brief en die aan de Efeziërs zijn geheel toegewijd aan de tentoonstelling van de huidige tussentijd van Gods genade. Moge dit voorbeeld ons helpen te zien hoe onverantwoordelijk het is om ook maar één van Paulus' brieven "Joods" te maken vanwege zijn figuurlijk gebruik van "Joodse" zaken.

    Zodra we ons realiseren dat veel van de zegen, die ons op de bladzijden van de profetieën wordt toegezegd, tot ons komt in geest - lang voordat ze feitelijk worden vervuld, zullen zulke beweringen eerder het tegendeel bewijzen. Bijvoorbeeld: er is nu een nieuwe schepping. Is dit niet een schitterende methode om aan ons denken de grote geestelijke werkelijkheden over te brengen, die anders buitengewoon moeilijk uit te drukken zijn? Ik veronderstel dat niemand dit letterlijk zal nemen, dus waarom zouden we dan Paulus' verwijzingen naar een koninkrijk, verbonden en pardon letterlijk nemen? Wij hebben deze zaken nu in een figuur. Op geen enkele wijze kunnen onze zegeningen beter aan ons verstand worden gebracht dan door ze te illustreren met Israël's geschiedenis en tekeningen uit de profetische pagina's.


© ©Concordant Publishing Concern