Bidden en lofprijzing
deel 16
Paulus' "onbeantwoorde" gebed.
door A.E.Knoch.

Gebed verschilt nogal in de Schrift, zoals alle waarheid, om overeen te stemmen met de bedeling waarin het gebeurt. Ontelbare teleurstellingen en spanningen zijn oprechte heiligen overkomen die probeerden Schriftuurlijk te zijn door gebeden van een andere tijd te kopiëren. Over het algemeen hebben zij het verkeerde idee dat, als wij maar volharden en aanhouden in gebed, we zeker zullen krijgen wat wij willen, anders is er iets radicaal fout. Het beste concrete antwoord hierop is de ervaring van de apostel Paulus.

Een boodschapper van Satan.

Paulus vroeg de Heer drie maal dat de splinter in zijn vlees van hem zou worden weggnomen. Het is goed dat ons niet wordt verteld wat het precies was, maar we weten dat het niet een zelfzuchtig verlangen was naar het een of ander verboden of schadelijk iets, maar eerder de verwijdering van een lichamelijke zwakheid, die, zo veronderstelde de apostel, zijn bediening zou hinderen. Kunnen we ons een meer prijzenswaardig motief voorstellen? Om te beginnen: waarom zou God een boodschapper van Satan gebruiken om Paulus een zwakte te geven, als zijn kracht zo nodig was bij het uitvoeren van zijn taak van het bekendmaken van het evangelie? De meesten van ons zouden dit een eerste vereiste vinden. Het is niet eenvoudig ons te realiseren dat het zelfs nog belangrijker is nederig gehouden te worden. Het werd hem gegeven opdat hij niet verheven zou worden(2Kor. 12:7).

Dit zou speciaal hen moeten aanspreken die, zoals Paulus, een glimpje hebben gezien van de allesoverstijgende onthullingen die hij ontving, zoals uiteengezet in Zijn gevangenisbrieven. Zonder twijfel waren zijn banden in de gevangenis ook een bijzondere toedeling om hem nederig te houden, want waarom zou je ze anders in zo'n tegengestelde omgeving onthullen? Sommigen van ons hebben zich afgevraagd waarom wij, met zo'n heerlijke boodschap, terwijl wij niet opgesloten zijn binnen gevangenismuren, zo beperkt zouden zijn in onze inspanningen om het bekend te maken. Bovendien: wij kunnen, net als de apostel, niet helpen dat wij de Heer smeken om ons gebied te vergroten. Het schijnt van meer belang te zijn dat Zijn dienaren nederig gehouden worden, dan dat zij sterk en vrij zouden zijn om hun wil uit te werken.

In Paulus' geval, en zonder twijfel in alle andere soortgelijke situaties, was er een combinatie van twee verschillende oorzaken voor zijn zwakte, zowel vleselijk als geestelijk. De fysieke kant er van veroorzaakte zonder twijfel pijn en lijden, want dat is gevolg van een splinter of doorn. Aan de geestelijke kant werd het veroorzaakt door een boodschapper van Satan, en zijn "slaan" zou bestaan uit "slagen" van geestelijke aard. Het woord slaan doet denken aan een straf die opgelegd wordt door hen met wie er nauw contact is, zoals in het geval van onze Heer, toen Hij voor de hogepriester geoordeeld werd(Matt. 26:67; Marc. 14:65), en, verborgen, in Paulus' eigen ervaringen(1Kor. 4:11). Maar Satans boodschapper zou beperkt zijn tot geestelijke slagen, eerder uitgedeeld door de tongen van mensen dan door hun handen, zoals beschimpen en belasteren, wat hem tot uitvaagsel en uitschot maakte(1Kor. 4:11-13).

Wij, die er naar uitzien met Christus te zijn, onder de hemelingen, in de toekomst, zouden het pad moeten overdenken dat Hij ging op Aarde om Zijn hoge ambt te bereiken. Eerst kwam Hij naar beneden om pijn en schande te lijden tijdens Zijn aardse leven, heel anders dan dat wat Hij was als Offer voor onze zonden door de dood. Ook Hij bad dat een beker van Hem zou worden weggenomen, maar Hij voegde er aan toe: "niet Mijn wil, maar de Uwe zal gedaan worden"(Luc. 22:42). Het is ons voorrecht met Hem gemeenschap te mogen hebben in dit lijden, dat tot ons komt door de oppositie van de Tegenstander, maar kennelijk slagen zijn van mensen, zeer vaak uitgedeeld door heiligen die proberen zichzelf te verhogen in de achting van de wereld.

Laat het in ons denken zeer duidelijk zijn dat de grote genade die wij ontvangen hebben niet is bedoeld om ons nu te verheffen, in de achting van de wereld. God maakt nu een achtergrond om Zijn genade te kunnen tonen. Hij roept niet veel wijzen of krachtigen of adellijken(1Kor. 1:26), zodat er geen roemen kan zijn. En Zijn dienaren moeten nederig gehouden worden om Zijn genade op de juiste wijze te tonen. Anders zou een man als Paulus, in plaats van een onzichtbare gevangene in Rome te zijn, gezeten hebben op Caesars troon, met zeven diademen op zijn voorhoofd, of tenminste de drievoudige kroon van de vermeende opvolger van Petrus, want zijn bediening overtrof die van het hoofd van de apostelen ver.

Ons wordt verteld dat hij drie maal bad voor het wegnemen van de splinter, de boodschapper van Satan. Hij kreeg nooit onmiddellijk antwoord. Er kan geen twijfel aan bestaan dat hij de eerste keer al werd gehoord. Dit moet voor hem vernederend zijn geweest, totdat hij zich realiseerde dat dit bedoeld was om zijn vernedering te versterken. God "beantwoordt" niet altijd zonder uitstel het gebed van zelfs de besten van Zijn dienaren. Dit houdt niet de een of andere zonde of belediging in, zoals de vrienden van Job meenden. Zoals de splinter zelf was het een onderdeel van de genadevolle kastijding om de apostel weg te houden van ongepast verhoogd te zijn door de allesoverstijgende onthullingen.

Als wij speciale kracht nodig hebben om het werk te kunnen doen dat God ons gegeven heeft, en de een of andere lichamelijke zwakte komt tussenbeide, dan is het goed te bidden voor de verwijdering daarvan. In de ervaring van uw schrijver heeft God zijn verzoeken voor toenemende energie om Zijn werk te kunnen doen, beantwoord.

Gebed zou de voortdurende houding van het menselijk hart moeten zijn. Maar specifieke verzoeken, zoals dit, zouden niet voortdurend herhaald moeten worden, alsof God doof zou zijn of niet bij machte om te zegenen. Lijden en zwakte kunnen een teken zijn van Zijn zorg en een middel voor de hoogste zegen, zoals in het geval van Job. Maar het is niet zo dat in alle gevallen lichamelijke zwakte wordt gebruikt om ons nederig te houden. Als de taak die aan een slaaf wordt toegewezen vraagt om lichamelijke of geestelijke kracht, dan heeft God andere middelen tot Zijn beschikking om ons nederig te houden. Ja, de Tegenstander, die een geest is, is een vakman in het gebruik van geestelijke pijlen en belastering. Job zal meer geleden hebben van de beschuldigingen van zijn foute vrienden, dan door zijn lichamelijke problemen.

Paulus herhaalde zijn verzoek twee maal. Is dat opgetekend als de limiet tot waar we mogen gaan? Tegen die tijd zouden wij de situatie nauwkeurig moeten wegen en overwegen of het kwaad waarvan we bevrijd wensen te worden, niet een verhulde zegen is. Indien het ons nederig houdt, dan is dat een van de grootste geschenken. Zelfs zwakte kan een middel zijn om Gods kracht tentoon te spreiden. Wij zijn een oneindig klein deel van de mensheid en maar een miniem onderdeeltje van Gods doel met het geheel. Hij schiep het kwaad om te voorzien in een achtergrond voor zegen, en om Zichzelf er doorheen te onthullen. Daarom zouden wij niet moeten vragen alle kwaad uit onze ervaringen weg te halen, maar eerder vragen naar het uiteindelijk gevolg. Dan zullen wij in staat zijn God er voor te danken, en Hem niet smeken het te verwijderen.

Paulus' specifieke verzoek werd, voor zover we weten, niet ingewilligd. Maar wie van de mensheid, uitgezonderd Zijn Heer, kwam ook maar in de buurt van krachtig zijn als hij? Niets kan vergeleken worden met de kracht van zijn gevangenisbrieven. Zijn zwakte lichtte de genade toe die zij onthult en benadrukte de allesoverstijgende kracht die ze toont. Daarom, in plaats van te volharden in gebed voor de verlossing van zijn vleselijke zwakheden, verheerlijkte Paulus zich in hen en had hij een genoegen in de woede en de vervolgingen en spanningen die hem omwille van Christus overkwamen. In plaats dat hij bidt dat ze ophouden, brengt hij dank voor het voorrecht dat hij ze mocht verdragen. Zijn verzoek werd afgewezen, zijn gebed werd niet "beantwoord", zijn verlangen werd niet bevredigd, maar zijn geest werd verlicht en zijn hart was nederig, en hij boog in onderschikking aan Gods wil, wat nu het hoogst bereikbare is voor al Gods schepselen.



Terug naar de indexpagina van Bidden en lofprijzing

Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.

©Concordant Publishing Concern