Spraakfiguren in de Bijbel
deel 1 - Inleiding
door A.E.Knoch


God, Die de hemel ondersteunt met juwelen en de aarde bekleedde met kleuren, heeft Zijn onthulling geschreven in taal die de schoonheden van Zijn zichtbare schepping weerspiegelt. Het taalgebruik van het Oosten en van de Schrift is vol van fijne beelden, waarover we met een meedogenloze tred wandelen, slechts zelden stoppend om de bloemen onder onze voeten te bewonderen. Het is de stem van gevoel zowel als feit, noch is de schoonheid er van alleen maar ornamenteel. Tenzij onze ogen geopend worden voor hun aanwezigheid en we hun kracht voelen, kunnen we er heel wel niet in slagen onder het oppervlak van de kale feiten te komen, in het hart van God's waarheid, en verloren raken door alleen de externe zaken.

Niet waar als feit

Het is verbazingwekkend je er van bewust te worden dat veel van God's Woord niet letterlijk waar is. Een deel van de meest kostbare en belangrijke uitspraken kunnen gewoon niet genomen zoals ze er staan.  "God is licht" is geen echt feit. Letterlijk gesteld is Hij, in het geestelijke gebied, op sommige manieren als licht in het fysieke gebied. Maar hoeveel meer krachtig en mooi is het dit alles in een korte en opvallende zin te stoppen, zelfs als het niet strikt perfect is! Dit zou onze ogen moeten openen om ons er van bewust te worden dat niet alles in de Schrift letterlijk genomen moet worden. Toen de Heer Zijn discipelen vertelde dat Lazarus rustte en dat Hij op het punt stond hem uit de slaap te wekken, namen zij Zijn woord letterlijk, wat misleidend was. Daarom vertelde Hij hen duidelijk dat Lazarus was gestorven. Door dit beeld, dat niet feitelijk waar was, had Hij de grote waarheid voorafschaduwd dat Lazarus' dood was alsof hij een tukje deed, want Hij zou hem opwekken uit het graf. We zouden moeten oppassen wanneer de Schrift iets stelt dat niet waar kan zijn. Zulke woorden zijn niet fout, maar figuurlijk. Omdat de Schrift ons het metafisische en het materiële onthult, waarvoor we geen organen of waarneming hebben, zouden we mogen verwachten veel beeldspraak in God's onthulling te vinden. Woorden die gewoonlijk gebruikt worden voor dingen in het lagere gebied, toegankelijk voor onze zielse zintuigen, zijn in een hogere laag nodig voor dat wat tot een hoger gebied behoort. Zulke begrippen als licht en duisternis, leven en dood, hoog en laag, worden vrijelijk als beelden gebruikt. In feite worden vele zo vaak op deze manier gebruikt dat we ten onrechte van het figuratieve gebruik spreken als een speciale "betekenis," terwijl het in werkelijkheid een verbleekt beeld is.

Belang van interpretatie

Over het grote belang van spraakfiguren in interpretatie kan geen verschil van mening bestaan. Tijdens de Reformatie leidde één enkele metafoor, "dit is Mijn lichaam," tot conflicten en verdelingen die nooit gerezen zouden zijn als er ook maar een elementaire kennis van figuurlijke taal zou zijn geweest. Bij sommige onderwerpen schijnt de Schrift zichzelf tegen te spreken, alleen maar omdat beelden als feiten genomen worden. Waar de spraakfiguur wordt herkend, verdwijnt het conflict. Een onderzoek zal laten zien dat verschillen in interpretatie speciaal vaak voorkomen bij woorden die regelmatig figuurlijk gebruikt worden. Als regel heeft dit hun letterlijke belang aangetast en de passages bewolkt waarin zij verschijnen. In zulke gevallen zullen, als het letterlijke scherp wordt onderscheiden, de tegenstrijdigheden verdwijnen.

Geen bewijs voor de betekenis van woorden

Bij het proberen het exacte belang van een woord vast te leggen, zou alleen het letterlijke gebruik er van geraadpleegd moeten worden. Alleen hier verschijnt de eigenlijke betekenis. Het figuurlijke is een vertrek hiervan. Daarom zijn in de Keyword Concordance veel van de figuurlijke uitdrukkingen aangegeven. Zij zouden niet toegevoegd moeten worden wanneer de precieze betekenis van een woord wordt vastgelegd. Dit is niet gelijkelijk toepasbaar op alle spraakfiguren. De context binnen een gelijkenis toont de betekenis van een woord, want de delen van een gelijkenis kunnen, in verband met elkaar, letterlijk zijn. Zo kunnen we veel leren van dolik in de gelijkenis van de zaaier, ook al is de dolik zelf een beeld van de hypocritische discipelen.

De letterlijke betekenis van een woord is één en dezelfde; het figuurlijke gebruik is divers en variabel. Het feit dat lexicografen er over het algemeen niet in slagen de betekenis van een woord te onderscheiden van het gebruik, heeft hun definities zwak gemaakt en heeft tot veel verwarring geleid. Een woord kan vele "betekenissen" krijgen door het figuurlijk gebruik er van er bij te betrekken. Aangezien deze zeer verschillen, is het ware belang van het woord duister geworden. Het is van belang dat we elk woord een constante letterlijke betekenis geven, maar het is net zo noodzakelijk dat we het figuurlijke gebruik er van niet in elke passage toepassen.

Spraakfiguren in vertalingen

Aangezien de gevaren van een nauwkeurige weergave grotendeels voortkomen uit spraakfiguren, of beter: een gebruik aan een juiste waarneming er van, werd het wijs geacht de voornaamste figuren vast te stellen, op te sommen en te analyseren, in het bijzonder die de vertaling bepalen, en zo de concordante methode van vertalen veilig stellen. Daarom werd deze Concordantie, een lijst van de meeste plaatsen waar elke figuur voorkomt, voorbereid.

Het voordeel van een concordantie

Net zoals bij het zoeken naar de betekenis van een woord in de Schrift, zouden we alle letterlijke plaatsen er van moeten onderzoeken. Daarom is de beste methode van het vastleggen van de kracht van een figuur alle voorbeelden er van in de Schrift te onderzoeken. "Figures of Speech in the Bible" door E.W. Bullinger, D.D. (Grand Rapids, MI 49506: Baker Book House) heeft bewezen een waardevol gereedschap te zijn bij het voorbereiden van de volgende Concordantie van Beelden. Het grote voordeel van de volgende concordantie is dat ze de meeste van de figuren van dezelfde soort samen brengt, zodat elk volhardend geïnterpreteerd kan worden met de rest.

De concordantie van woorden die letterlijk gebruikt worden zal aantonen dat elke maar één centraal belang heeft, maar de concordantie van figuren zal aantonen dat elk er van ook voor verschillende, en zelfs tegengestelde, gedachten gebruikt kan worden.

Samengestelde of complexe figuren

Regelmatig is een enkele uitdrukking in twee of meer richtingen figuurlijk. Zo is in de zin  "De hemel is God's troon," het woord "troon" een metafoor, want van de hemel wordt niet alleen gezegd dat ze als een troon is, maar dat ze een troon is. Maar in dit geval is een troon niet slechts een meubelstuk, maar staat ze voor de gedachte aan heersen. Zo is het ook een verbinding (Metonyrny). Omdat het wat menselijk is in de Godheid beschrijft, is het ook een neerbuiging (Anthropopatheia). Alleen de hoofdfiguur mag in zulke gevallen aangegeven worden.

Veel figuren mogen onder twee of meer kopjes ingedeeld worden, wanneer ze karakteristieken van elk bezitten. Zo kunnen parallelismen, tot op zekere hoogte, herhalingen zijn, maar de figuur zit hem veel meer in de rangschikking van de woorden en zinnen. Er kunnen niet altijd harde en snelle lijnen getrokken worden.

Verbleekte figuren

Veel figuren zijn zo vaak gebruikt dat het ver gezocht lijkt ze als zodanig aan te duiden. Zo is opstaan, zoals toegepast op de doden, een helder figuur, maar het wordt in deze zin ook gewoon gebruikt, en is daarom niet aangeduid. De grens tussen verbleekte en niet-verbleekte figuren is zeer vaag, daarom hebben we geprobeerd praktisch en behulpzaam te zijn, ook al was het niet altijd mogelijk volhardend te zijn.

Beperkingen van figuren

Figuren, speciaal die van gelijkenis, moeten strikt beperkt worden tot het punt, of de punten, van contact, want het is axiomatisch dat er in alle andere bijzonderheden ongelijkheid is. Ze zouden nooit gebruikt moeten worden alsof ze feitelijk waar zijn. Daarom is het onverstandig spraakfiguren te gebruiken als een basis voor redeneren, want de punten van contact zijn beperkt tot die welke gegeven en kennelijk zijn, en ze mogen niet uitgebreid worden naar andere relaties. Wanneer Paulus dan ook spreekt van het verloven van de Garintiërs aan Christus, verwijst hij alleen maar naar hun vrijheid en zuiverheid. Het figuur omvat geen ander aspect van verloving of verwijst op enige manier naar een huwelijk. Het is verwarrend het met zulke figuren te verbinden.

Nomenclatura

Een naam zou een index moeten zijn van dat waar ze voor staat. De namen die gewoonlijk aan spraakfiguren worden gegeven zijn zo technisch en vreemd geweest dat ze het onderwerp onnodig moeilijk en onverteerbaar hebben gemaakt. Daarom zullen we, waar nodig, er een nieuwe naam aan geven. In plaats van de meest gebruikte figuur een Hypocatastasis te noemen, zullen we het definiëren met de naam Gevolgtrekking, en, omdat het zo vaak voorkomt, het eenvoudig aanduiden met F voor Figuur. De gebruikelijke, goed bekende namen als Vergelijking, Metafoor, Gelijkenis, enz. zullen blijven.

Klassering

Figuren kunnen op veel verschillende wijzen geklasseerd worden, maar het ontbreekt hen zo vaak aan vastgelegde grenzen, en overlappen elkaar zo vaak, dat geen klassering helemaal ideaal is. Daarom hebben we de koers gevolgd die het meest praktisch en behulpzaam is, en hebben ze in kleine groepen ingedeeld, overeenkomend met hun sterk vooruitstekend kenmerken, en hebben ze in de volgorde van hun belang geplaatst. De meeste figuren zijn figuren van gelijkenis, en daarom leiden deze de rest, gevolgd door die van verbinding. De groepen zijn: Gelijkenis, Verbinding, Ordening, Weglating, Toevoeging, Grammaticale Vervanging, Tegenstrijdigheid, Rhetorica, enz.
A.E.Knoch.

Dit artikel werd eerder in het Engels gepubliceerd in U.R.Magazine.
U.R. Magazine is een uitgave van Concordant Publishing Concern

Naar deel 2


© ©Concordant Publishing Concern