Het geheim van Babylon
Deel 15 - Het geheim van de stad

door A.E.Knoch

   
Het geheim van Babylon is samengevat in het beeld van een vrouw. De letterlijke stad die hersteld is in zevenvoudige pracht is de verblijfplaats van de ontrouwe vrouw van Yahweh.

Dit beeld van ontrouw is niet nieuw in de Schrift. Juda en Israel werden er vaak van beschuldigd verraderlijk te zijn tegen Yahweh (Jer.3:9; 13:27; Eze.6:9; 16:15-33; 20:30; 23:11; 43:8,9; Hosea 1-5). Zij vertrouwden op hun afgoden en in de natiën rondom hen. Zelfs handelen met Tyrus wordt afgebeeld als het zoeken van de gunst van natiën (Jes. 23:17).

Zo zal het zijn in de tijd van het einde. Voor hen die Yahweh niet kennen zal het absoluut noodzakelijk schijnen een alliantie te vormen met de grote wereldheerser, de gunsteling van Satan. De krachten van het kwaad scoren geen grotere overwinning dan het verbond dat de valse Messias bevestigt met het volk dat gebonden is door de verbonden van Yahweh.

Afgoderij, de aanbidding van andere goden dan Yahweh, was vaak de oorzaak van ontrouw. We mogen er heel wel aan twijfelen of Israel ooit weer in deze zonde zal vervallen zoals in de dagen van weleer. Maar we moeten er aan denken dat de aanbidding van weelde niets anders is dan een andere vorm van dit afschuwelijke kwaad. Hebzucht, wat afgoderij is (Kol. 3:5), zal het toppunt zijn van Israel's zonden bij het naderende einde van de aion.

Zoals we gezien hebben wordt Babylon beschouwd onder de Tempelsectie van Openbaring. Haar afwijking is in de sfeer van aanbidding. En zijn het niet deze twee overtredingen - de aanbidding van weelde en de aanbidding van het wilde beest - die de schaal van toorn afroepen van de tabernakel van het getuigenis in de hemel? Wanneer het volk dat Zijn Naam over heel de aarde zou moeten verspreiden de eerste en belangrijkste van Zijn geboden verbreekt, is het de hoogste tijd haar te geven wat zij verdient.

DE JALOEZIE VAN YAHWEH

"Jaloers" is Yahweh's speciale naam voor Zichzelf in Zijn band met het volk van Zijn keuze (Exo. 34:14). Trouw aan de dictaten van aanhankelijkheid kan Hij niet verdragen dat zij de milddadigheid van een ander genieten. Hij verlangt er naar hen naar Zichzelf te trekken. Het is veel beter dat zij miserabel zijn dan dat hun blijdschap een andere bron dan Hijzelf zou hebben.

God is liefde en alle bliksemflitsen van jaloerse toorn zijn slechts de verdediging van die liefde. Ja, alle oordelen die elkaar verdringen in het boek Openbaring moeten in dit licht gezien worden. Zij zijn niet de wraakzuchtige uitbarstingen van boosaardigheid en haat, met geen ander doel dan zichzelf en geen motief dan vernietiging, maar zij zijn de verdediging van gewonde liefde die staat op de ultieme zegening van haar doel, zelfs als de weg er een is van vernietiging en dood.

Wij zijn geneigd tevreden te zijn met een tijdelijke blijdschap, ook al draagt die in zichzelf de elementen van verval en vernietiging. Maar Hij richt Zich op onze eeuwige gelukzaligheid, niet gebaseerd op de voorbijgaande omstandigheden van dit leven, maar op het lassen van onze harten aan Degene Die in Zijn diepste wezen de Gezegende is en de Zegener van Zijn schepselen.

God's pijlen zijn gericht op één doel - dat Hij Alles in allen zal zijn. Maar weinigen hebben ooit Zijn doel gezien en zij van ons doe het gezien hebben richten zich voortdurend op niets en missen het doel volkomen. Hij zal niet alleen Allen in allen zijn (waarvoor wij Hem niet genoeg kunnen zegenen!), maar Hij zal hun Alles zijn. Elke vreemde bron van bevrediging moet afgescheiden worden. Elk ander doel in onze levens moet verduisterd worden totdat Hij wordt wat Zijn Gezalfde is in het grotere gebied van heel de schepping - de Oorsprong en vervulling van alles.

Het hart van het geheim van Babylon zit hem in haar alliantie met het wilde beest. Zij die alleen op Yahweh zouden vertrouwen worden gesteund door Zijn meest kwaadaardige vijand. De zegeningen die Zijn liefde ontkent aan die van Hem vervreemd is worden op haar geladen door de wereld die tegen Hem en Zijn Christus oorlog voert.

BABYLON EN HET BEEST

Twee onderscheiden krachten zullen de controle hebben over de wereld wanneer de Zoon des Mensen Zijn Koninkrijk opricht. Deze worden in Openbaring voor ons gebracht onder het beeld van het wilde beest en de valse vrouw, en in Daniël's grote beeld als ijzer vermengd met klei of aardewerk. Er is te weinig aandacht gegeven aan het deel dat door de vrouw wordt gespeeld en het symbool van de klei is verkeerd begrepen.

DE TWEEVOUDIGE HEERSCHAPPIJ VAN DE EINDTIJD

De eindtijd zal de soevereiniteit van de wereld zien in de handen van zowel een autocratie en een plutocratie. Het wilde beest wordt gezag gegeven over alle verwantschappen en talen en natiën (Openb. 13:7). De vrouw die het ondersteunt heeft haar koninkrijk over de koninkrijken van de aarde. Beide zijn wereldwijd, maar de ene is politiek, de ander is plutocratisch. Tot dusverre hebben mensen tevergeefs geprobeerd de politieke scepter te grijpen. Op dit moment schijnt het onmogelijk. Maar de controle van de plutocratie is stevig gevestigd en, door de aard van moderne instituten, er op uit toe te nemen in kracht.

Maar hoe zal het zijn wanneer alle Joodse kapitalisten samenballen in Babylon? Hun belangen zullen meer dan een private erkenning van hun weelde vragen en zij zullen in staat zijn een verdrag met het wilde beest te maken dat hun opperste kracht in de zaken van de mensheid zal erkennen. Deze stand van zaken wordt voor ons afgebeeld in het grote beeld dat Nebukadnezzar in zijn droom zag.

De eerste drie koninkrijken van het beeld waren elk van een enkele substantie: goud, zilver en koper. Er was geen verdeling in deze gebieden. Maar zo is het vierde koninkrijk niet. Haar soevereiniteit is verdeeld tussen twee elementen: ijzer en klei. De opvolgende visioenen van Daniël zijn vrijwel geheel betrokken bij het conflict tussen de getrouwen in Israel en de natiën. Dit visioen van een wereldmacht toont ons hoe de afvalligen zullen samenwerken met de natiën en hun aandeel hebben in de wereldheerschappij, samen met de tien tenen.

Israel, de klei in de handen van de grote Pottenbakker (Jer. 18:1-6), vormt een alliantie met de ijzeren confederatie van de laatste dagen, zodat een hint van het geheim van Babylon aan Daniël en Nekadnezzar werd gegeven. Soevereiniteit werd genomen van het klei-koninkrijk vanwege hun afvalligheid van God. Het degenereert doorheen goud, zilver, koper en ijzer tot het opnieuw in de hand van de klei-mensen komt. Maar hun kracht ligt alleen in hun eenheid met het ijzer (Dan. 2:36-43).

Het is niet moeilijk een gelijkenis te zien tussen de klei en de berg die op het beeld valt en het vernietigt. Het is niet verkeerd voor de klei om te heersen, maar welke plaats heeft het in een beeld dat de heerschappij van de natiën afbeeldt? Welk recht heeft het zich te mengen met de ijzeren confederatie die veracht en op Zijn volk stampt? Hebben we hier geen aanduiding van het geheim dat we bestuderen? God wilde door hen de natiën beheersen. Zij wilden de natiën beheersen zonder Hem.

Het zal ons zeer helpen de zonde van Babylon te zien als we haar vergelijken met de ware bruid, Jeruzalem. Er is op vrijwel elk punt een tegenstelling. Niets zou meer divers kunnen zijn dan de beschrijving van deze twee vrouwen en de rol die zij spelen in deze afsluitende tragedie. Eerst lijdt Jeruzalem en rolt Babylon van plezier. Maar in de afsluitende acte worden de tafels omgekeerd. Jeruzalem regeert in gezegende pracht, maar Babylon is verbannen van de aarde.

BABYLON EN JERUZALEM

De twee steden die voor ons gebracht worden in de visioenen van de eindtijd, Jeruzalem en Babylon, worden beide gezien onder het beeld van een vrouw. Jeruzalem is de trouwe vrouw, Babylon de ontrouwe. De tegenstellingen tussen hen zijn extreem en verbazingwekkend. Jeruzalem lijdt voor haar ontrouw aam Yahweh. Babylon geniet alle luxe van het het leven en de trots van macht voor haat ontrouw.

Beide steden zijn moeders. Jeruzalem draagt de mannelijke zoon, Die alle natiën zal regeren met een ijzeren knuppel. Of we dit als Christus nemen (Psa. 2:9) of de overwinnaar insluiten (Openb. 2:27), het resultaat is hetzelfde: ze is de bron van de rechtvaardige heerschappij op de aarde. En deze heerschappij zal gevestigd worden, niet door de geleidelijke toename van verlichting en opvoeding, niet door de evolutie van verbeterde vormen van regeren, niet door de verzameling van weelde en macht, maar door het tussenbeide komen van God's Gezalfde en de vernietiging van de natiën. Het zal de heerschappij van recht zijn, opgelegd door macht; maar het zal een rijke oogst van vrede en zegen dragen.

Babylon is de moeder van de gruwelen van de aarde. De liefde voor geld, de wortel van elke wijze van kwaad, verleidt haar tot alle lage wegen van winst en politiek gekonkel.

De aarde en haar volheid zijn van de Heer en zullen door Hem gebruikt worden voor het zegenen van de natiën en om hun beantwoordende lof op te roepen. Op dit moment gaat het geleidelijk over in de handen van de ontrouwe natie, om een vloek te zijn, niet alleen voor hen, maar ook voor alle andere natiën.

Beide vrouwen zijn gekroond. Jeruzalem heeft twaalf sterren in haar kroon, een passend symbool van de twaalf apostelen van het Lammetje, die zullen zitten op twaalf tronen in de dag van haar macht. Maar het voorhoofd van Babylon zal versierd worden met godslasterlijke namen. Sinds hun verstrooiing is de naam van God door hen gelasterd geworden (Rom. 2:24). Nu, echter, wordt hun macht uitgeoefend door middelen die het gezag van Yahweh ontkennen en verachten.

Maar hoe verschillend is hun lot! Jeruzalem, gehaat en opgejaagd door heel de wereld, wordt de vreugde van de hele aarde. Babylon, vertroeteld en verpest, wordt een spreekwoord en een aanfluiting.

Wat vinden we hierin een schitterende tentoonspreiding van de wegen van God, in de laatste afval van Zijn volk! Al die tijd zochten zij rechtvaardigheid, maar zij zochten niet de Bron van rechtvaardigheid. Zij stonden er op die te verkrijgen door hun eigen daden en versmaadden de rechtvaardigheid van geloof. Maar ze verkregen het nooit. Nu zoeken ze op dezelfde wijze zegen. Ongeduldig; zij zullen nooit wachten totdat Zijn tijd is gekomen om hen te zegenen. Wantrouwig zullen ze het niet uit Zijn hand krijgen. En zo, juist als heerlijkheid zeker en blijvend lijkt, keert het om in verdriet en zware wanhoop. Waarom? Omdat ze het niet in geloof zochten (Rom. 9:30-32).

Beide steden zijn gekleed, de een met de zon, het symbool van hemelse kracht en overvloed, de bron van alle aardse voorziening, de ander met schatten van beneden, het product van menselijk zwoegen en werk. Het goud en de juwelen komen van de donkere delen van de aarde; de parels van de diepten van de oceanen. Deze waren slechts de vergulding van haar koninklijke mantels, een aards en oppervlakkig gezag veronderstellend. Maar zie Jeruzalem! Haar kleding straalt als de zon. Ze is gekleed zoals het het koninkrijk van de hemelen past. Haar weldadige kracht verspreidt zegen in haar gevolg. Maar bovenal, het is de kracht van God, niet van mensen.

Beide steden zijn boven alle krachten van kwaad verheven: Babylon wordt gedragen door het wilde beest, Jeruzalem heeft de maan onder haar voeten. Wat een contrast! Babylon wordt gesteund, onderhouden, afhankelijk van het wilde beest dat Jeruzalem vervolgt. Maar Jeruzalem, ondanks haar tijdelijke beproevingen, kan in geloof vooruit kijken naar de tijd wanneer het beest gedood zal zijn en de draak in ketenen geslagen en alle krachten van duisternis, passend gesymboliseerd door de maan, vernederd onder haar voeten. Babylon heeft een korte tijd van heerschappij, rustend in de armen van Yahweh's vijanden; Jeruzalem's dag zal duizend jaar duren, triomferend over alle krachten van de nacht.

Beide steden lijden. Babylon wordt in stukken gescheurd door juist het beest dat haar verhoging en ondersteuning was; Jeruzalem wordt vervolgd door de draak waardoor het beest geobsedeerd werd. Maar God komt tussenbeide voor Jeruzalem en helpt haar door haar beproeving. Hij oordeelt Babylon door middel van de tien hoornen waarop ze vertrouwde.

Het geheim van Babylon - deel 16

   


© Concordant Publishing Concern