Zullen miljarden mensen voor eeuwig verloren gaan?
---
Hoofdstuk 26
MOEDER, IS OPA NAAR DE HEL?

door J. van A.

   
"Moeder, Johnny zegt, dat opa een zondaar was en dat hij de Here Jezus niet heeft aangenomen als zijn Verlosser. En hij heeft ook gezegd, dat opa nu in de hel is en dat daar een vuur brandt en dat hij daar altijd in dat vuur pijn moet lijden. Moeder, is dat waar?"

Een meer aangrijpende vraag kan een kind, dat zoveel van opa hield, niet stellen. Zijn opa, die met hem ging hengelen en zijn kapotte fiets repareerde. Opa, die zoveel van pappa en mamma hield.

Ik vond dit verhaaltje op Internet, maar het is uit het leven gegrepen, dat weet iedereen, die met de traditionele leer van de hel is opgevoed.

De moeder uit dit voorbeeld zal een antwoord moeten geven. En meestal zal een ouder, die zich voor die vraag ziet gesteld, voor dat antwoord aangewezen zijn op de leer zoals die gevonden wordt in de meeste geloofsbelijdenissen.

Die belijdenissen zeggen in het algemeen, dat de mens, die tijdens zijn leven hier op aarde Jezus Christus niet heeft aangenomen in de hel wordt geworpen en daar nooit meer aan ontkomen zal.

Maar.., is dat wel zo?

Om de leer van die "eeuwige" hellefolteringen bijbels te onderbouwen, moet onder andere de volgende bijbeltekst dienen:

"En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt."
(Openbaring 14:11)

Het is een vreselijk gebeuren, maar de vraag moet worden gesteld, over wie hier toch wel gesproken wordt. Zijn dat zonder meer al de miljarden, die buiten Christus stierven, vaak zonder van de Heiland der wereld te hebben gehoord?

Als de bijbellezer er ooit op moet worden gewezen het Woord in de context te lezen, dan is het wel bij het lezen van dit bijbelwoord.

Geldt dit woord voor de opa uit het bovenstaande verhaaltje?

Wie zullen deel hebben aan die pijniging?

Het zijn zij, die in de eindtijd de antichrist, dat beest, zullen aanbidden en zij doen dat in openlijke vijandschap tegen God, terwijl zij weten, dat God er is en dat Hij leeft! Immers in die dagen houdt God zich niet meer verborgen. Er zijn dan zoveel manifestaties van zijn macht en majesteit, dat niemand nog het idee zal hebben, dat Hij niet zou bestaan.

Elk mens zal dan weten, dat God leeft en dat Hij op het punt staat om vanuit de hemel neer te dalen om de macht van dat beest over te nemen. Maar in die dagen zullen mensen alles op alles zetten om God buiten de deur te houden.

En over die mensen gaat het in 14:11 en als we dat uit het oog verliezen, komen we terecht in een verwarring, die al zoveel mensen tot gedachten van wanhoop heeft gebracht.

Het zijn de ultieme zondaars in de tijd van de antichrist, die samen met het goddeloze Babylon (19:3), de duivel, het beest en de valse profeet gepijnigd zullen worden tot in de eeuwen der eeuwen. (20:10)

Inderdaad het is een vreselijk gebeuren, maar deze oordelen mogen niet zo gelezen worden als zouden de miljarden, die buiten deze categorieën vallen, daaronder zijn begrepen.

Vergeleken met de grote massa van ongelovigen is de groep van mensen over wie hier gesproken wordt klein. Het zullen er weliswaar miljoenen zijn, maar toch weinigen in vergelijking met de miljarden, die ooit leefden en als ongelovigen stierven.

En hoe merkwaardig!!

Ja, hoe merkwaardig, dat deze woorden vaak worden gebruikt om aan te tonen dat allen, die buiten Christus sterven, eindeloos zullen worden gepijnigd.

Het is dus niet alleen zo, dat deze woorden niet spreken van hellestraf, die nooit ophoudt, maar bovendien wordt hier melding gemaakt van inderdaad ultieme zondaars in de tijd, die onmiddellijk voorafgaat aan de wederkomst van Christus. We mogen niet alle zondaren over één kam scheren. Dat doet de Schrift ook niet. Het is aan te bevelen Romeinen 1 en 2 daarover te onderzoeken. God smijt niet de hele ongelovige mensheid weg in een ellende, die voor de meest schuldigen is weggelegd.

Hij oordeelt naar de werken en Zijn oordeel kent vele en weinige slagen, die beide uiteraard ook tot een einde komen.

De strafmaat is gegeven

"En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust dag en nacht."
(Openbaring 14:11)

Het moet ons opvallen, dat er gesproken wordt van dag en nacht in die eeuwen der eeuwen.

De vraag doet zich voor, over welke tijd hier dan wordt gesproken. Het laat toch overduidelijk zien, dat hier gesproken wordt over een tijd, waarin dag en nacht elkaar afwisselen.

Kan dat gezegd worden van een bestraffing, die geen einde kent? We weten niet, hoe lang die straftijd zal duren, maar in ieder geval niet langer dan dat de zon er zijn zal om ’s morgens de dag te doen aanbreken en ’s avonds de nacht.

Er mag toch niet aan getwijfeld worden, dat we aan de uitdrukking “tot in de eeuwen der eeuwen” in het boek Openbaring niet de conclusie mogen verbinden, dat er aan de straf van God geen einde komt. Integendeel, je zou kunnen zeggen: de strafmaat staat erbij; zolang er dag en nacht is in die eeuwen der eeuwen.

Stellen we ons voor, dat de rook van de pijniging zal blijven opstijgen (14:11), nadat het einde daar is en God zal zijn alles in allen. Gelukkig kunnen we een dergelijke bizarre gedachte niet vinden in Gods Woord.

De bijbelwoorden, die handelen over de straffen van hen, die zich tot het uiterste verzetten tegen Gods Zoon zijn ernstig en wekken vrees. En we hebben geen enkele behoefte de goddeloosheid en de straffen, die daarop volgen minder zwaar op te nemen. Maar aan de behandelde woorden te ontlenen de eindeloosheid van de eeuwige straf, zou betekenen, dat we aan de woorden van dit boek van God zouden toevoegen en dat wordt ons zeer sterk ontraden. (Openbaring 22:18)


Naar hoofdstuk 27

Naar de indexpagina

   


© www.hetbestenieuws.nl