De blije God
door
James Johnson

De apostel Paulus bad dat God de heiligen een geest van wijsheid en onthulling zou geven in de bewustwording van God (Efe. 1:17).

Of zoals de NIV het heeft (vertaald) "... opdat zij Hem beter mogen kennen."

Wat wilde Paulus dat ze beter zouden weten over God? Dit is hoe het leest in een concordante vertaling:

  1. De verwachting van Zijn roeping
  2. De rijkdommen van de heerlijkheid van het genieten van Zijn lotdeel te midden van de heiligen, en ...
  3. De alles overstijgende grootheid van Zijn kracht voor ons.

De meeste gelovigen weten dat God een heilig God is en dat God liefde is. Maar weinigen van ons weten dat God een BLIJE God is. Voor veel gewone mensen, wanneer ze er over nadenken, moet God, als er al een God is, een hard en wreed wezen zijn. Ze redeneren dat als God almachtig en liefdevol is, Hij dan niet alle pijn en lijden rondom ons zou toestaan. Daarom is het voor zulke mensen ondenkbaar dat God een blije God is. En laten we wel zijn, als God zou zijn zoals Hij gewoonlijk wordt afgebeeld, dan zouden we niet met Hem voor alle eeuwigheid willen leven.

Niet alleen dat, maar hoe kan God blij zijn en tegelijk alle pijn en lijden in de wereld aanzien? Wij zien tenslotte slechts een deel van de ellende van de mensheid, en dat is al erg genoeg. Wat heeft God dan waarover Hij blij kan zijn? We zouden het nooit kunnen weten als Hij het ons niet zou onthullen. We moeten de Schrift doorzoeken. Het is goed nieuws dat God heerlijk blij is.

Paulus vertelde Timotheüs (1 Tim. 1:11) dat hem het evangelie van de heerlijkheid van de BLIJE God was toevertrouwd.

Maar waar is God blij over?

Eerst en bovenal is God blij over Zijn Zoon, Mattheüs 17:5...

"Dit is Mijn Zoon, de Geliefde, in Wie Ik een welbehagen heb! Hoor naar Hem!"

Mattheüs citeert ook de profeet Jesaja (42:1) in Mattheüs 12:18...

"Zie, Mijn Jongen, die Ik verkies, Mijn Geliefde, in Wie Mijn ziel zich verheugt."

Maar hoe verklaren we vers 10 in Jesaja hoofdstuk 53?

"Maar JAHWEH verlangt er naar Hem te verbrijzelen. En Hij veroorzaakt dat Hij gewond wordt."

We zagen dat God Zich verheugt in Zijn Zoon, maar Hij heeft ook een genoegen in Christus te verbrijzelen. Lees Jesaja 1:11 ...

"En naar het bloed van jonge stieren en de lammeren en de bokken verlang Ik niet."

God heeft geen genoegen in dierenoffers, maar heeft een genoegen in het verbrijzelen van Zijn Messias. Maar Jesaja maakt duidelijk dat Christus niet leed vanwege Zijn eigen zonden. Jesaja 53:5 ...

"En Hij werd verwond vanwege ONZE overtredingen, verbrijzeld vanwege ONZE verdorvenheden."

Christus wist dat Hij moest sterven, net zoals de graankorrel moet sterven. Christus bad dat als het mogelijk was, het uur aan Hem voorbij zou gaan. Markus 14:35,36 ...

"En Hij zei: "Abba, Vader, alle dingen zijn voor U mogelijk. Neem deze beker van Mij weg. Maar niet iets wat Ik wil, maar wat U wil!"

Na lang bidden wist Christus dat het niet Gods bedoeling was om deze beker van Hem weg te nemen. Wat was Christus' geestestoestand? Een paar verzen er voor noteerde Markus (14:34) ...

"en Hij begon geïmponeerd te zijn en terneergeslagen te zijn. En Hij zei tot hen: 'Mijn ziel is tot de dood met verdriet geslagen.'"

Christus' hele wezen schreeuwde het uit om te sterven. Hij zweette bloeddruppels. Hij had kracht nodig om te leven, voordat Hij op Golgotha zou sterven. Daarom zond God een boodschapper uit de hemel om Hem kracht te geven (Luk. 22:43).

Bent u er zich van bewust dat als Christus in de Hof van Gethsemanee was gestorven of toen hij gegeseld werd of toen Hij weggeleid werd naar Golgotha, Hij NIET de REDDER van de wereld had kunnen zijn? Het was noodzakelijk dat Christus Zijn leven offerde op bevel van God en niet zomaar was gestorven. Johannes 12:27,28 ...

"Nu is Mijn ziel bedroefd en wat zal Ik Vader zeggen? 'Red Mij uit dit uur?' Maar hierom kwam Ik in dit uur! 'Vader verheerlijk Uw Naam!'"

Kort voordat Christus stierf, bad Hij: (Joh. 17:4)...

"Ik verheerlijk U op de aarde, het werk voltooiend dat U Mij gegeven heeft, dat Ik zal doen."

Het is van belang dat we verstaan hoe de Vader de Zoon kon verlaten en Hem kon overdragen aan de vloek van het kruis, Hem geen pijn sparend, en toch niet ophield van Hem te houden. Het is belangrijk omdat we moeten verstaan dat God een blije en liefdevolle God kan zijn, zelfs wanneer Hij de pijn en het lijden en de gevolgen van zonde aanschouwt.

Laten we er eerst naar kijken vanuit een menselijk standpunt. Blijdschap is vreugde die in een persoon ontspringt. Het is niet afhankelijk van invloeden van buiten. Paulus was in staat te zeggen dat hij tevreden was in alle omstandigheden waarin hij zich bevond (Filip. 4:11,12).

Paulus begreep waarom hij tevredenheid en innerlijke vrede ontving. Romeinen 8:6 ...

"... de gezindheid van de geest is leven en vrede."

Hij onderwees ook het principe in Romeinen 8:7:

" ... dat voor hen die God liefhebben, alles samenwerkt ten goede van degenen die naar Zijn doelstelling geroepenen zijn."

Dus waarom zouden we ons zorgen maken? Als God voor ons is, wie kan er dan tegen ons zijn? Laten we niet vergeten wat er staat in Hebreeën 12:2...

"Jezus, Die, in plaats van de vreugde die voor Hem lag, het kruis verdroeg, de schande verachtend, en gezet is aan de rechterkant van de troon van God."

Jezus kon voorbij het lijden zien naar de vreugde die in het verschiet ligt. Als dit alles toepasbaar is op Paulus en op ons, wat doet ons dan denken dat God niet blij is? Hoe kan God ONS vrede geven door Zijn geest, als HIJ geen vrede heeft?

Op het moment dat Jezus ten behoeve van ons een vloek werd (Gal. 3:13) en de toorn van de Vader over Hem werd uitgegoten, wist Hij dat God van Hem hield, omdat Hij ook wist dat Hij het droeg voor de heerlijkheid van de Vader.

"Daarom houdt de Vader van Mij, omdat Ik Mijn ziel neerleg, opdat Ik haar weer zou krijgen."
(Joh. 10:17)

De Vader beloonde Zijn Zoon voor het lijden dat de vloek van de Vader was.

"Maar wij zien Jezus, een beetje minder gemaakt zijnd dan de boodschappers, vanwege het lijden van de dood gekroond zijn geworden met heerlijkheid en met eer, zodat door de genade van God, Hij zou proeven van de dood ten behoeve van iedereen."
(Hebr. 2:9-10).

God is heel blij met de grootheid en de goedheid en de triomf van de Zoon, Die Hij koos (Filip. 2:9)...

"Daarom ook verhoogt God Hem hooglijk en geeft Hem genadevol de Naam boven iedere naam."

Al Christus' pijn en schaamte en vernedering en oneer dienden om de heerlijkheid van de Vader te vergroten, omdat zij toonden hoe oneindig waardevol Gods heerlijkheid is, dat zo'n verlies noodzakelijk zou zijn om de waarde er van te demonstreren. God had een genoegen in het verbrijzelen van Zijn Zoon, omdat Hij wist dat het essentieel was voor de heerlijkheid van Christus, ONZE redding en GODs heerlijkheid, faam en eer.

Wat kunnen we nog meer concluderen, wetend dat God een blije God is?

God is niet eenzaam. Hij wordt niet weerhouden door een innerlijk tekort of ongeluk om iets te doen wat Hij niet wil doen. Als Hij ongelukkig zou zijn, als Hij op de een of andere manier ergens tekort aan had, zou Hij kunnen voelen dat Hij iets van BUITEN nodig zou hebben om Hem blij te maken.

Dat is wat ons anders maakt dan God. Diep van binnen weten we dat we iets missen. We zoeken bevrediging door mensen of dingen buiten onszelf. Maar God is niet zo. Niemand kan Hem, op welke wijze dan ook, iets geven. Handelingen 17:25,26 ...

"De God, Die de wereld maakte ... wordt niet bediend door mensenhanden, alsof Hij iets nodig heeft, Hijzelf aan allen leven gevend en adem en alles."

Wat heeft God gedaan waar Hij blij mee is? De Psalmist legt uit (135:6)...

"AL wat JAHWEH een genoegen doet, dat doet Hij, in de hemelen, op het land, in de zeeën en in alle afgronden."

God heeft een genoegen in ALLES wat Hij doet. Dat woord "alles" sluit ook het verbrijzeln van Zijn Zoon en het menselijk lijden in. Het sluit ook het kiezen van een paar en niet een ieder in om Zijn bijzondere volk te zijn.

Laten we een paar Hebreeuwse en Griekse Schriftgedeelten onderzoeken die beschrijven wat God voelt over Zijn volk - het oude Israel en het Lichaam van Christus. Deuteronomium verhaalt wat Mozes aan Israel vertelde.

"Zie! Voor JAHWEH, jouw Elohim, zijn de hemelen en de hemelen van de hemelen, het land en al wat er in is, maar aan jouw vaders was JAHWEH gehecht, hen liefhebbend en hen kiezend in hun zaad na hen, in jullie, uit alle volken, zoals in deze dag."
(Deut. 10:14,15)

God had de hele wereld om uit te kiezen. Waarom koos Hij Israel? Het was niet omdat zij de grootste of de beste waren, maar omdat Hij van hen hield. Waarom hield Hij van hen? Hij hield van hen omdat Hij hen koos. God heeft geen reden nodig om van iemand te houden. Hij hield van hen omdat hij van hen hield. Zefanja 3:17 ...

"JAHWEH, jouw Elohim, is in jouw midden, de Krachtige. Hij zal redden, Hij zal uitgelaten zijn over jouw met blijdschap. Hij zal stil zijn in Zijn liefde. Hij zal met gejubel juichen over jou."

Kunt u zich inbeelden dat God juicht over Zijn volk? Of het nu figuurlijk is of feitelijk, dat doet er niet toe. Het laat zien wat er in het hart van onze blije God is. Hij juicht met blijdschap over Zijn volk.

Aan ons, vandaag, schreef Paulus in Efeze 1:4-6 ...

"zoals Hij ons verkoos in Hem vóór de nederwerping van de wereld, ... ons tevoren bestemmend in de plaats van een zoon door Jezus Christus, in Hem, naar het welbehagen van Zijn wil..."

Niemand kan vol van genoegen zijn en tegelijk ongelukkig. God had al besloten ons Zijn kinderen te maken door Jezus Christus. Dat was wat Hij wilde en wat Hem een genoegen deed, en het brengt lof aan God vanwege Zijn heerlijke genade. God deed dit niet terwijl Hij bezig was en plotseling een goed idee kreeg. Hij bepaalde het voordat Hij de fundamenten van de aarde legde, en Hij heeft er een GENOEGEN in het te doen.

Christus wist dat God dingen verbergt voor de wijze en de verstandige, maar het aan kleintjes openbaart (Luk. 10:21). Dit, zegt Hij, werd een genoegen voor Zijn ogen.

God heeft ook een genoegen in het zegenen van Zijn volk. Laten we eerst naar de Hebreeuwse Schrift kijken. Jeremia 32:41 ...

"En Ik ben uitgelaten over hen, om hen goed te doen, en Ik plant hen trouw in dit land, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel."

Deuteronomium 30:9:

"Want JAHWEH zal terugkeren om voorgoed uitgelaten te zijn over jou, ..."

Psalm 35:27 vertelt ons dat Hij een genoegen heeft in het welzijn van Zijn dienaren.

Ja, het is waar dat al deze woorden gericht zijn op Zijn volk Israel. Maar ze laten Zijn hart zien. Israel wist uit deze en andere Schriftgedeelten dat zij de heersende natie zouden zijn. Zij zouden welvarend worden, sterk en gezond, en leven in een groots en heerlijk koninkrijk op deze aarde, onder hun Messias.

Als dat zou zijn wat we in de toekomst zouden kunnen delen, zouden we reden voor dankbaarheid hebben, omdat de natiën dan door Israel gezegend zouden worden. Maar dat is niet onze roeping.

Vandaag, in dit leven, wordt ons geen faam en fortuin, gezondheid en kracht beloofd. Zelfs in de toekomst zijn onze zegeningen niet op deze aarde. Maar waarom zouden ook maar enige zegen ontvangen? Als we eerlijk zijn tegenover onszelf, weten we dat we er vaak niet in slagen ons vlees te kruisigen en te vechten tegen onze geestelijke tegenstanders, ook al heeft God ons voorzien van een volledig pakket wapenrusting. Maar onze tekortkomingen zouden ons moeten overtuigen dat wij totaal onwaardig zijn om Gods gunst te ontvangen. Het zou ons dankbaar moeten maken voor Gods mededogen en genade.

Wanneer God Zichzelf onthult aan de hemelse menigten, zullen zij de rijkdom van Zijn genade en liefde veel helderder zien, omdat het dan duidelijk zal zijn dat de voorwerpen van Zijn gunst Zijn geschenken niet verdienen of waard zijn. God heeft iedere barrière overwonnen die Hem zou kunnen weerhouden van het voor altijd uitgieten van vriendelijkheid.

Christus werd verbrijzeld om de veroordeling te dragen die een barrière was tussen ons en Gods goedheid. Maar nu is er geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn (Rom. 8:1). He droeg en verdroeg ons verdriet en triomfeerde over de dood, "opdat Hij, in de komende aionen, de overstijgende rijkdom van de genade zou tonen, in Zijn goedheid voor ons in Christus Jezus" (Efe. 2:7).

Filippenzen 4:19 ...

"Mijn God nu zal al jullie nood vullen naar Zijn rijkdom, in heerlijkheid in Christus Jezus."

Dit zijn niet de beloften van een God Die er een hekel heeft iets weg te geven, maar het is het genoegen van een blije God. God geeft niet uit recht, verplichting of taak, maar omdat dit het verlangen is van Zijn hele hart en wezen. Maar zal het blijvend zijn? Hoe lang zal het duren voordat Gods aardse volk en Zijn hemelse volk gebruikt gaan worden voor de heerlijkheid en zijn rijkdommen gemeengoed gaan worden? 

Als we ons dat afvragen, kennen we God niet beter. God verveelt Zich nooit, is nooit moe, nooit gedeprimeerd of mopperig. Wij moeten iedere dag slapen om onze energie te vernieuwen. Soms zijn we verveeld en ontmoedigd, andere dagen voelen we ons vol met hoop en opgetogen. Soms zijn we "up", dan weer "down."

Maar dat is niet het geval met God. De blije God zal ALTIJD een genoegen hebben in het geven van goede dingen aan Zijn schepping. God zal doen waarin Hij een genoegen heeft om te doen, of we nu begrijpen wat Hij op dat moment aan het doen is of niet. Wat we ook moeten begrijpen zal aan ons in de toekomst onthuld worden.

Waarom onthult God niet in één keer alles aan ons?

Misschien kan één reden zijn dat we snel verveeld zouden raken. Maar één reden moet zeker dezelfde reden zijn waarom Hij de lage dingen van deze wereld koos om hen de hoge plaats te midden van de hemelingen te geven, opdat geen mens ooit zou kunnen zeggen dat hij alles wist, dat ze het zelf zouden kunnen uitwerken, dat zij met God beraadslaagd hadden en Hij hun ideeën overnam. Zodat geen vlees ooit in staat zou zijn te roemen voor God.

Is dit alles niet wensdenken? Is het beste wat we kunnen zeggen: "We HOPEN dat we deel kunnen hebben aan de heerlijkheid van Christus en de andere rijkdommen"? Het is meer dan een vage hoop, het is een zekere VERWACHTING. God houdt ons niet maar aan een touwtje, Hij heeft veel meer in het vat.

Onze blije God spreidt Zijn liefde ten toon aan de hele schepping, het hele universum, door ons.

Hij koos ons vóór de schepping van de wereld. Alle pijn en lijden en verdriet dat HIJ ervaren heeft zal niet voorkomen dat Hij zijn doelstelling uitwerkt, om Zijn gekozen volk te verheerlijken en zegenen.

Gods naam en eer en heerlijkheid staan op het spel als Hij faalt. Maar Hij zal niet falen, want het hangt niet af van de mensheid.

We hebben nog geen fractie gezien van de rijkdom die over ons uitgegoten zal worden door een God Die niet beperkt is in macht en heerlijkheid. Waarom kunnen we zo absoluut zeker zijn, zo'n verwachting hebben? Omdat Christus ons voor ging. De kracht die het levenloze lichaam van Christus deed opstaan naar Zijn positie van heerlijkheid in de hemel, is dezelfde kracht die ONS zal doen opstaan om te delen in Christus' heerlijkheid in de hemel.

Wanneer zal dit zijn? Wanneer het complement van de natiën zal zijn in gegaan (Rom. 11:25).

Wanneer dat zal gebeuren weten we niet, maar er is geen andere geprofeteerde gebeurtenis die eerst moet gebeuren. Ons werd niet opgedragen uit te zien naar tekenen van de komst van Christus. Wij hebben te wachten op Gods Zoon uit de hemel.

Hoe zullen we opgewekt worden? 1 Thessalonicenzen 4:16,17 ...

"want de Heer Zelf zal afdalen van de hemel, met een bevelsroep, met de stem van de aartsengel en met de trompet van God, en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, die leven, die overblijven, tegelijkertijd, samen met hen, weggegrist worden, in wolken, in een treffen met de Heer in de lucht."

We zullen niet allemaal in leven zijn op dat moment, maar zullen allemaal in een kort ogenblik veranderd worden en zullen allen onvergankelijk opgewekt worden. We zullen lichamen hebben die passen bij een leven te midden van de hemelingen. Om dit te kunnen doen zullen we kracht nodig hebben en die kracht kan alleen van God komen. Het zal gebeuren, of we nu wakker zijn of half slapen.

Het is van belang dat we ONZE opstanding niet verwarren met die van de Hebreeuwse heiligen. We moeten het Woord van waarheid op de juiste wijze indelen.

Gods andere heiligen zullen een andere ervaring hebben. Wanneer Christus komt om Zijn koninkrijk op te richten op deze aarde, zal Hij landen op de Olijfberg, die in tweeën zal splitsen. Er zullen op dat moment heiligen zijn die in leven zijn en door de dag van Jakobs verdrukking zijn gegaan, die gewoonlijk de Grote Verdrukking wordt genoemd. De heiligen die vóór hen gestorven zijn, zoals Noach, Abraham, Izaäk, Jakob, Mozes, David enz., zullen een verdere periode van dagen moeten wachten voordat ze opgewekt zullen worden. Zij zullen heerlijke lichamen hebben die passen bij een aardse omgeving. Zij zullen Christus' priesters zijn tijdens de 1000 jaren, maar zij die ook KONINGEN zijn zullen dat voor de aionen van de aionen blijven, een veel langere periode.

De Schriftgedeelten waar we naar moeten kijken zijn Openbaring 20:6 en 22:5.

Er is een duidelijk onderscheid tussen Israel en het Lichaam van Christus. Indien we er geen onderscheid tussen maken zullen we verward raken in ons verstaan.

Wij zullen Christus in de lucht ontmoeten. Zij zullen Christus ontmoeten op de aarde.

Onze doden zullen een ogenblik voor de levenden opstaan. Hun doden zullen 75 dagen na de levenden opstaan.

Wij zullen verheerlijkte lichamen hebben die passen bij ons nieuwe huis in de hemelse gewesten.

Zij zullen verheerlijkte lichamen hebben die passen bij hun nieuwe thuis op de aarde.

Ons zal de tijd van de grote verdrukking bespaard worden. God heeft ons niet tot lijden onder TOORN gesteld, om vernietigd te worden of te lijden in een altijd lijdende hel, maar om redding te ontvangen door onze Heer, Jezus Christus (1 Thess. 5:7-9). Aangezien wij nu gerechtvaardigd zijn door Christus' bloed, hoeveel meer zullen wij door Hem gered worden van Gods toorn?

Al Gods heiligen lijden onder verdrukking. Sommigen zullen op dit moment door een grote verdrukking heen gaan, maar dit is bewijs van Gods vaderlijke zorg en tuchtiging, niet van Zijn verontwaardiging en toorn.

"Dat mag allemaal wel zo zijn," zal een criticus zeggen, "maar wat dan met alle anderen' Zal uw blije God blij zijn om ze voor eeuwig te zien branden in een hel?"

Zullen mensen in staat zijn weg te komen met moord? Zal iemand de perfecte misdaad gedaan hebben?

NEE!! 

De Rechter van de hele aarde, zal Hij niet oordelen?

Openbaring 20:11-13 beschrijft de tijd na het Millennium, wanneer alle doden voor de GROTE WITTE TROON zullen staan. Hemel en aarde zullen gevlucht hebben, dus dit is niet in de hemel of op de aarde. Dit zijn allen die niet in Christus geloofd hebben, om wat voor reden dan ook. Ze zullen krijgen wat hen toekomt, in overeenstemming met wat zij gedaan hebben, goed of fout. Iedereen zal recht ontvangen.

Hun opstanding is niet tot aionisch leven. Zij sterven opnieuw. Zij worden in de Poel des Vuurs geworpen - de tweede dood.

Is dat het dan? Hebben de criticasters gelijk? Zullen Gods favorieten eeuwig leven krijgen en zal de rest, voor eeuwig, lijden in de Poel des Vuurs? Als we maar een paar verzen uit het boek Openbaring selecteren, zouden we mogelijk zo gaan denken. Maar zelfs daar zouden we opmerken dat de Poel des Vuurs voor deze mensen de tweede dood is. En we zouden opmerken dat de Dood en Hades ook in de Poel des Vuurs geworpen worden. De Dood zal vernietigd worden, om nooit weer te bestaan.

God is blij omdat Hij ten goede voor ons werkt, zodat Hij uiteindelijk verheerlijkt zal worden in alle eeuwigheid en door heel de mensheid.

Ezechiël 18 vertelt ons dat God geen genoegen heeft in de dood van wie dan ook. Maar heeft zelfs geen genoegen in de dood van de BOOSAARDIGE (vers. 23).

1 Johannes 2:2 stelt duidelijk:

"En Hij is de verzoening betreffend onze zonden, maar niet alleen betreffend de onze, maar ook betreffend de hele wereld."

Lees ook 1 Timotheüs 2:4:

"... God, Die wil dat alle mensen gered worden en komen in de bewustwording van de waarheid."

en Hebreeën 2:10:

"... zodat door de genade van God, Hij zou proeven van de dood ten behoeve van IEDEREEN."

Laten we deze Schriftgedeelten niet verdraaien zodat ze gaan betekenen dat God iedereen wel zou willen redden, maar dat Hij de vrije wil van de mens moet respecteren en toestaan dat sommigen vernietigd worden of lijden in een altijd brandende hel. We moeten God beter kennen dan dat. God zal bereiken wat Hij heeft beloofd, ondanks de mensheid. Kan een kleine mens de plannen dwarsbomen van een almachtige, al-liefdevolle God? Wat zou dat betekenen voor de faam en eer en heerlijkheid van onze blije God?

Eerder vermeldde ik al dat menselijke wezens diep van binnen weten dat er iets aan hun leven ontbreekt.

Dat "iets" is God. Vandaag hebben gelovigen een aanbetaling, een voorschot, op Gods Geest. Maar in de toekomst zal God ALLES in SOMMIGEN zijn. Daarna, in de voleinding, bij de finish, zal God ALLES in ALLEN zijn.

Iedereen die ooit geleefd heeft zal sterven, en dan voor altijd leven. De grote leegt in ieder leven zal gevuld worden. God wordt het meest verheerlijkt wanneer WIJ het meest in Hem bevredigd zijn.

Maar nu moeten we God beter kennen ...

zodat wij de heerlijke toekomst die wij kunnen verwachten kunnen begrijpen.
zodat wij ons bewust kunnen worden wat een rijke en heerlijke erfenis Hij ons heeft gegeven.
zodat wij kunnen beginnen de ongelofelijke grootheid van Zijn kracht voor ons te verstaan.

Moge Paulus' gebed ONS gebed zijn voor onze blije God! <



© www.hetbestenieuws.nl