De rechtvaardigheid van God

door Dean Hough

   

Gods rechtvaardigheid is niet simpelweg een rechtvaardigheid die zaken op orde brengt nadat ze fout gegaan zijn; het is een rechtvaardigheid die betrekking heeft op alles wat God doet. Als God moet Hij een doel hebben en zaken volbrengen in overeenstemming met zijn natuur. Zijn genade en liefde moeten niet minder rechtvaardig zijn dan Zijn oordelen.

De rechtvaardigheid van God is Zijn rechtvaardigheid bij het scheppen, in de gebeurtenissen van de aionen, en in het volbrengen van Zijn doelstelling. De neiging om deze eigenschap alleen toe te passen op Gods oordeelsdaden, heeft ons de indruk nagelaten dat er een conflict zou bestaan tussen rechtvaardigheid en genade. In het ene geval(zo wordt verondersteld) laat God Zijn rechtvaardigheid zien door er voor te zorgen dat de mens krijgt wat hij verdient; in het andere geval toont God Zijn liefde en genade door(onterecht?) Zijn geliefden te verlossen van wat men terecht verdient.

Zelfs als het offer van Christus wordt erkend als de basis voor Gods genade aan de gelovige, is er nog steeds de tendens, bewust en onbewust, om dit af te zonderen van Gods rechtvaardigheid. Dit is zo omdat de algemene leer is dat, hoewel Christus voor allen stierf, in feite slechts een een paar gered zullen worden. Indien de voordelen van het kruis op den duur niet door allen genoten zullen worden, en indien de voordelen die gegeven worden aan de gelovige een doel op zich zijn en niet een middel voor het zegenen van anderen en de heerlijkheid van God, dan kunnen we nog steeds vragen stellen bij Gods rechtvaardigheid.

Zowel genade als oordeel zijn middelen tot een doel.

De waarheid is dat zowel Gods genade als Zijn oordelen middelen zijn tot een doel en beide zijn in overeenstemming met Zijn rechtvaardigheid. Er zijn vele middelen die God gebruikt om Zijn doel te bereiken, en zelfs als ze in onze ogen zo nu en dan niet juist zijn, ze zijn toch allemaal goed. Maar wat is dan het bewijs dat dit zo is? Wij geloven dat God rechtvaardig is, maar hoe kunnen we er zeker van zijn dat niet alleen Zijn oordelen, maar ook al Zijn handelen goed en ten voordele zijn?

De uitroep van Job.

Of God nu wel of niet goed handelt in al wat Hij doet is een zeer belangrijke vraag in de Schrift. In het boek Job, dat waarschijnlijk het oudste boek in Gods Woord is, is het duidelijk een centraal thema. Wetend dat zijn beproevingen niet voortkwamen uit zijn eigen falen, en weigerend ze toe te schrijven aan Satan, werd Job aangezet God Zelf te ondervragen.

" mijn Rechter zou ik om genade moeten smeken..... Hij, die mij in de storm vermorzelt, mijn wonden zonder oorzaak vermeerdert"(Job. 9:15,17). "Ik zal tot God zeggen: Veroordeel mij niet; laat mij weten, waarom Gij U tegen mij keert"(Job 10:2).

Het antwoord dat God gaf was in volledige overeenstemming met Job's hoop. Het was de verzekering dat God alle dingen stuurt, zowel groot als klein. Dit was de onthulling die Job zocht, en toen ze eenmaal aan hem was gegeven hield hij op met klagen en bekeerde hij zich in nederigheid. Maar toch had hij, ondanks dat alles, geen enkel bewijs gekregen van een rechtvaardige basis voor wat God aan het doen was.

Hier zijn wij in staat verder te gaan dan Job. Nu, in de huidige tijd, hebben we niet alleen de zekerheid gekregen dat God alles doet werken naar de raad van Zijn wil(Efe. 1:11), maar mogen we ook met de ogen van ons hart, in geloof, waarnemen dat er een rechtvaardige basis is voor alle dingen. God handelt in alles rechtvaardig, en dit kan geverifieerd worden door het bewijs van het evangelie dat Christus stierf voor onze zonden en werd opgewekt op de derde dag(1Kor. 15:3,4).

Natuurlijk kunnen we dit bewijs alleen door geloof zien. Alleen de gelovige kan dit waarderen en de vruchten plukken van de voordelen van zekerheid en overwinning. Maar gelovend dat Christus de facto stierf voor onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging, hebben wij iets ontvangen dat Job niet kon ontvangen. Wij weten niet alleen dat God alle dingen doet, maar we weten ook dat Hij alle dingen tot een rechtvaardige voleinding zal brengen door allen via het kruis te laten gaan.

Gods rechtvaardigheid onthuld

Pas aan de apostel Paulus werden onthullingen gegeven die doordrongen tot in de diepten van God, Zijn rechtvaardigheid bekend makend als nooit tevoren. In het bijzonder in Romeinen stuiten we in een nieuwe en verrassende mate op dit onderwerp.

Ten eerste leren we dat de rechtvaardigheid van God de belangrijkste onthulling is van het evangelie: "Want gerechtigheid Gods wordt .... geopenbaard"(Rom. 1:17). Ten tweede wordt ons verteld dat de onrechtvaardigheid van de mens de rechtvaardigheid van God staaft(3:5), door middel van tegenstellingen. Dan wordt de gedachte van 1:17 voortgezet en verder ontwikkeld in 3:21-28. (Dit is misschien wel de belangrijkste discussie over het onderwerp in heel Gods Woord, en we moeten er nauwgezette aandacht aan geven). Tenslotte presenteert Paulus, in het deel dat over Israël gaat, de waarheid dat Christus Zelf de personificatie is van en de sleutel tot de rechtvaardigheid van God(10:3,4; verg. 1Kor. 1:30).

Overal in Romeinen en doorheen zijn brieven richt Paulus onze aandacht op de grote waarde van deze waarheid. God doet alle dingen rechtvaardig, omdat Hij rechtvaardig is in ieder aspect van Zijn wezen. Het bewijs hiervoor is het kruis van Christus.

Waarom is er verdriet en pijn?

"Romeinen" werd geschreven tegen een achtergrond van onzekerheid en ongemak. De apostel was, voor de laatste maal, op weg naar Jeruzalem(Rom. 15:25), "...gebonden door de Geest, ... niet wetende wat mij daar overkomen zal, behalve dat de Heilige Geest mij van stad tot stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan"(Hand. 20:22,23). Ook toen was hij zwaar belast met een diepe zorg voor Israël. "Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet, want mijn geweten betuigt mij dit mede door de heilige Geest: Ik heb een grote smart en een voortdurend hartzeer. Want zelf zou ik wel wensen van Christus verbannen te zijn ten behoeve van mijn broeders, mijn verwanten naar het vlees"(Rom. 9:1-3). Dit maakt deel uit van de achtergrond voor deze allesoverstijgende onthullingen over de rechtvaardigheid van God.

Kwellende vragen.

Job verlangde naar de zekerheid dat God de touwtjes in handen had, en hij verkreeg die zekerheid. Ook wij kunnen het feit aanvaarden dat, aangezien God alle dingen bewerkt, alles wat gebeurt ook goed is. We kunnen zelfs zulk "hard" onderwijs aanvaarden zoals gegeven in de eerste delen van Romeinen 3 en de hoofdstukken 9 t/m 11. Het falen van de mens maakt dat Gods trouw nog veel meer naar voren komt, en dat de onrechtvaardigheid van de mens Gods rechtvaardigheid staaft(Rom. 3:3-5). God is genadig voor wie Hij wil, "en Hij verhardt wie Hij wil"(Rom. 9:18). Net als Job kunnen we bevrediging en opluchting vinden door het weten dat het God is Die het doet. Maar zijn we voldoende tevreden om het onderwerp verder te laten liggen?

Gods rechtvaardigheid heeft betrekking op allen.

Paulus was dat niet. Stoutmoedig brengt hij andere vragen naar voren die achter alle onthullingen over Gods handelen met Job lijken te liggen en achter Zijn handelen met de aartsvaders en de natie van Israël. "Maar, indien de waarachtigheid Gods door mijn leugen des te overvloediger is gebleken tot zijn heerlijkheid, waarom word ik dan nog als zondaar geoordeeld?"(Rom. 3:7). Zeker, God heeft het bij het goede eind bij alles wat Hij doet, maar hoe zit het met alle dingen die er met ons gebeuren? God verklaart: "Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat"(Rom. 9:13). "Wat zullen wij dan zeggen: Zou er onrechtvaardigheid zijn bij God? Volstrekt niet!"(Rom. 9:14). Er is in God geen onrechtvaardigheid, maar zowel Jacob als Esau hebben geleden, en, als je alles goed bekijkt, Jacob zelfs meer dan Esau.

De traditie zegt ons dat deze kwellende vragen van Romeinen 3 en 9 worden beantwoord met een afwijzing. "Volstrekt niet!" "o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? Zal het geboetseerde soms tot zijn boetseerder zeggen: Waarom hebt gij mij zo gemaakt?"(Rom. 9:20). Maar dit zijn slechts uitbreidingen van het dilemma; zij stellen de oplossing eerder uit dan dat ze het probleem oplossen. Het echte antwoord is te vinden in het evangelie, dat de rechtvaardigheid van God tentoonspreidt. Daar ligt het antwoord op Romeinen 3:5-8 in de verzen 21-28 en het antwoord op 9:14-19 is te vinden in 11:32-36.

Het evangelie

Op de een of andere manier hebben we het belang van de onthulling van de rechtvaardigheid van God in het evangelie over het hoofd gezien. We zijn gaan denken dat Romeinen 3:21 spreekt van een rechtvaardigheid van God voor ons. Er is inderdaad een toerekening van Gods rechtvaardigheid aan ons, maar de hoofdzaak hier is het tentoonspreiden van Gods eigen rechtvaardigheid. Is die te zien waar mensen lijden, en zelfs waar God onder ons kiest voor verschillende doeleinden, en waar God zelfs door de onrechtvaardigheid en het falen van mensen heerlijkheid ontvangt? In Romeinen worden we aangezet deze zeer lastige vragen onder ogen te komen, net zoals Job er toe werd gebracht diepe problemen in aanschouw te nemen.

Het geloof van Christus brengt de pracht van Gods rechtvaardigheid.

Als het belangrijk is deze vragen ter hand te nemen, dan is het dubbel zo belangrijk dat we bereid zijn naar Gods antwoord te luisteren. "Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden"(Rom. 3:21). Het geloof van Jezus Christus heeft het voor ons mogelijk gemaakt de rechtvaardigheid van God te zien! Alles is uit God en door Hem en voor Hem, en het wordt allemaal gekanaliseerd door Christus op Golgotha's kruis! God is rechtvaardig als Schepper, Plaatser en Beschikker, omdat Hij bezig is een rechtvaardig en heerlijk einde voor allen te maken, door de verlossing die is in Christus Jezus.

Let er op dat het evangelie niet begint met een onthulling van Gods gunst aan ons die geloven, maar in plaats daarvan begint het met een onthulling van de rechtvaardigheid van God. Het tweede punt van het evangelie heeft ook al geen directe betrokkenheid met ons, maar met Christus: "gerechtigheid Gods door het geloof van Jezus Christus". Hier hebben we meer dan zekerheid dat God rechtvaardig is. De woorden zijn in daden omgezet geworden. Daardoor kunnen we zien dat God rechtvaardig is. Door Zijn Zoon heeft God een actie uitgevoerd die het kanaal wordt voor de rechtvaardiging van alles wat Hij gedaan heeft en doet, alsook voor de rechtvaardiging van al Zijn schepselen. Zodra we de boodschap aanvaarden dat het geloof van Jezus Christus, Zijn dood ten behoeve van ons, de weg opent naar een volledige rechtvaardiging en verheerlijking van allen, dan kunnen we rechtvaardigheid van God zien.

Daarom(zo leren we als het derde punt van het evangelie) is het "voor allen"(vers 22). Wat is het tragisch dat schriftgeleerden en wetenschappers, die geen waarde konden ontdekken in de onderscheiden zinsdelen "voor allen" en "op allen", geprobeerd hebben dit laatste uit de tekst te verwijderen. Dit heeft er toe geleid dat de mens al bij aanvang het evangelie vervalst heeft. Zij hebben "een rechtvaardigheid van God" veranderd in "een rechtvaardigheid uit God", en "het geloof van Jezus Christus" in "het geloof in Jezus Christus", en "voor allen en op allen die geloven" in "voor allen die geloven". Gods rechtvaardigheid is er voor allen! En ze is op allen die geloven. Het is er voor iedereen; alleen wordt het voor nu alleen toegepast op zij die geloven.

Het geloof van Christus is het kanaal waardoor deze hoogste en meest volle manifestatie van Gods rechtvaardigheid werd bereikt. Een verder getuigenis voor dit feit wordt gegeven in Romeinen 3:23 en 24. In de Griekse manuscripten van deze tekst staan geen punten en komma's of een indeling in paragrafen, en vers 24 begint een zin die verbonden moet worden met de verzen 23 en 27, om de gedachte volledig weer te geven. We kunnen deze passage zo lezen, want er is geen onderscheid, want allen zondigden en derven de heerlijkheid van God, om niet gerechtvaardigd in Zijn genade, door de verlossing die is in Christus Jezus.... Wat valt er dan te roemen?

Niet alleen de grammaticale overwegingen doen ons hier toe komen, maar veel meer van belang is de volgorde van denken die ons naar deze conclusie leidt. Er is een onderscheid tussen hen die geloven en hen die niet geloven. De gelovige krijgt Gods rechtvaardigheid aangerekend. Maar er is geen onderscheid in het feit dat wij allen zondaren zijn en ook dat onze rechtvaardiging om niet moet zijn en tot ons komt door middel van de verlossing die is in Christus Jezus. En ze zal op die manier tot allen komen!

Voorbij gaan aan straffen.

Er was een tijd dat God voorbij ging aan de straffen voor de zonden van Israël. Dit gebeurde "onder de verdraagzaamheid Gods"(Rom. 3:25). Was dit juist? Niet op zichzelf, maar als het inderdaad gebaseerd was op het geloof van Jezus Christus, dan was God rechtvaardig bij het gebruik van dit middel om het werk van Chrustus af te beelden als een offer voor zonde en een voorbereiding voor Israël voor hun plaats in het komende Koninkrijk. De basis voor Pasen was het bloed van Christus. Alles wat God gedaan heeft en doet heeft ditzelfde solide fundament.

Wij verheerlijken ons in wat God heeft bereikt.

Gods rechtvaardigheid staat nu tentoon gesteld, zodat allen het in geloof kunnen zien. Hoe dankbaar zouden we moeten zijn te mogen leven in de huidige tijd. We neigen er naar alleen te zien met onze vleselijke ogen en we zien alleen onze beproevingen en worstelingen en frustraties. Maar Gods rechtvaardigheid wordt tentoon gesteld voor ogen van geloof, om te zien(Rom. 3:26). Dacht u dat Paulus leefde in "die goeie ouwe tijd?" Het Romeinse Rijk was verre van aangenaam! De problemen en druk van leven waren niet minder dan die wij nu ervaren. In feit waren ze, zoals al eerder opgemerkt, zeer zwaar voor Paulus, zoals hij in zijn brief aan de Romeinen schreef.

Mogen wij de gunst ontvangen van te geloven wat Christus heeft gedaan, en ons geloof vestigen in Hem Die onze Verlossing en Rechtvaardigheid is, zodat wij nog meer precies kunnen zien op die tentoonspreiding van Gods rechtvaardigheid die in het evangelie aanwezig is. Al vanaf het begin is deze rechtvaardigheid werkzaam geweest. Ze was werkzaam toen God voorbij ging aan de zonden van de natie Israël. Ze was werkzaam toen Paulus op weg was naar Jeruzalem en in de gevangenis verdween. Ze is nu werkzaam wanneer we ziek en vermoeid zijn in lichaam en geest. Ze zal voortgaan werkzaam te zijn, totdat, uiteindelijk, God Alles in allen zal zijn geworden. Niets kan Gods rechtvaardigheid weerhouden van het volbrengen van de voorgenomen loopbaan, want ze is stevig gefundeerd op het werk en geloof van Christus.
Mogen wij meer en meer heerlijkheid geven aan God voor Zijn grote rechtvaardigheid.

   


© www.hetbestenieuws.nl