Christus' uiteindelijke overwinning

door W.H. Hammon

Veel mensen geloven niet dat de Bijbel goddelijk geïnspireerd is vanwege schijnbare tegenstellingen die zij er in vinden. Veel passages zeggen dat alle personen door Jezus Christus gered zullen worden, Die kwam en voor dit doel stierf. Veel andere teksten schijnen te bevestigen dat er een eeuwigdurende kwelling is voor hen die Hem afwijzen, of voor hen die alleen falen een kopje water aan de dorstige te geven.

Veel personen verwerpen het geloof in een God Die, zoals hen werd geleerd, eeuwige kwelling beveelt voor daden of mislukkingen van eindige wezens. "Mijn broeders, deze dingen zouden niet zo moeten zijn."

Er wordt vast geloofd dat de Schrift Gods geïnspireerde woord is en daarom zou er een manier moeten bestaan voor het harmoniseren van deze kennelijke verschillen en het wegnemen van oorzaken van zulke ernstige toestanden.

Het doel van dit werk is zoveel van deze leer samen te vatten als het vermoeide geweten van de schrijver bevredigde over het onderwerp.

De principes die werden gebruikt bij het maken van deze harmonie zijn:

  1. Het onderwerp overwegen met een open, onbevooroordeeld denken.
  2. In gevallen van twijfelachtige betekenis, de voorkeur geven aan dat wat God het meest verheerlijkt, want Hij kan nooit hoger verhoogd worden dan Hij verdient.
  3. In gevallen van schijnbare tegenstellingen en twijfelachtige of dubbelzinnige betekenissen, altijd de voorkeur aan geven aan die betekenis die neigt naar harmoniëren dan aan het verwerpen van de inspiratie van Gods woord.

Het gedane voorstel

Het wordt geloofd dat de Bijbel leert:

  1. Onze enige hoop op redding van zonde is door Jezus Christus. Aangezien Christenen dit algemeen geloven is verder geen bewijs nodig.
  2. Christus' uiteindelijke overwinning, of dat eens, ergens, Christus, de Redder van de wereld, voor Zichzelf ieder menselijk wezen zal winnen. Teksten die dit beeld ondersteunen volgen onmiddellijk deze voorstellen.
  3. De teksten die straf en de gevolgen van zonde eeuwig maken, zijn onjuist vertaald.
  4. Het wordt geloofd dat de Bijbel niet leert dat de enige tijd waarin iemand kan bekeerd, geloven en gered kan worden, beperkt is tot dit huidige leven op aarde.

Deel II

Enige teksten die het geloof
in de uiteindelijke overwinning
van Christus ondersteunen

1. Toen de engel van de Heer aan de herders verscheen die 's nachts de wacht hielden over hun kuddes, zei hij:

"En er waren herders in dezelfde landstreek, die in het veld verbleven, en in de nacht wachten hielden over hun kudde. En een boodschapper van de Heer stond bij hen en heerlijkheid van de Heer overschijnt hen, en zij waren bang met grote vrees. En de boodschapper zei tot hen: "Vreest niet! Want zie, ik breng jullie een evangelie van grote blijdschap, dat er zal zijn voor heel het volk, dat vandaag voor jullie de Redder is geboren, Die Christus is, Heer, in de stad van David.
En dit is voor jullie het teken: jullie zullen een baby vinden, omwikkeld geworden en liggend in een kribbe"

(Lukas 2:8-12;SW)

Het is heel duidelijk dat niet alle mensen in dit leven deze vreugde ontvangen; ja, een grote meerderheid van alle mensen hebben nooit van de belofte gehoord die aan de herders werd gedaan; en in beschaafde, zogeheten Christelijke landen, hoe relatief weinigen tonen door hun leven aan dat zij deze gezegende blijdschap hebben.

2. Johannes de Doper riep het uit toen hij Jezus zag:

"Zie, het Lam van God, die de zonde van de wereld wegneemt"
(Joh. 1:29;SW)

Zonde, de wortel en grond van zonden. Wereld, ja nog meer, de kosmos, het universum. Wist of geloofde Johannes de Doper, die was gevuld met de heilige geest vanaf de baarmoeder van zijn moeder, wat hij zei? Als Johannes de waarheid sprak, dan zal eens, ergens, iedere menselijke ziel verlost zijn door Christus Jezus. Wat een heerlijke, troostende gedachte!

Er zijn vele andere passages uit het evangelie van Johannes die een soortgelijke gevolg aanduiden. De volgende zijn citaten:

3. "Het was het ware licht, dat iedere mens verlicht, komend in de wereld" (Johannes 1:9;SW).
Kennelijk heeft het dat niet in dit leven gedaan.

4. "Want God zond de Zoon niet in de wereld opdat Hij de wereld zou oordelen, maar dat de wereld door Hem gered zal worden" (Johannes 3:17;SW).
Is het redelijk te geloven dat God in Zijn doelstelling verslagen zal worden?

5. "De Vader heeft de Zoon lief en heeft alles in Zijn hand gegeven" (Johannes 3:35;SW).
"Alles wat de Vader Mij geeft, zal bij Mij aankomen, en wie tot Mij komt zal Ik zeker niet buiten werpen. Want Ik ben neergedaald van de hemel, niet dat Ik Mijn wil zal doen, maar de wil van Die Mij zendt" (Johannes 6:37,38;SW)
Zal God falen?

6. Jezus zegt Zelf:

" En Ik, als Ik verhoogd zal zijn van de Aarde, zal allen tot Mij trekken"
(Joh. 12:32;SW)

Johannes legt dan uit:

"Dit nu zei Hij, aangevend welke dood Hij op het punt stond te sterven"
(Joh. 12:33;SW)

En zeker, zo werd Hij verhoogd. Misschien zal iemand zeggen dat Hij wel trekt, maar er niet in slaagt ze bij Hem te brengen; maar het Griekse woord dat hier met "trekken" wordt vertaald betekent "met gevolg brengen." Het wordt ook gebruikt in Johannes 21:6, waar de tekst zegt: ""Werpt het net uit aan de rechterkant van het schip en jullie zullen vinden." Zij dan wierpen en zij waren niet sterk genoeg om het te trekken, vanwege de menigte aan vissen". Ze trokken aan het net, maar waren niet in staat het binnen te halen, dwz. aan land te brengen.
Let ook op waarheen Hij hen trekt, "tot Mij." We hebben opgemerkt hoe Hij eerder had gezegd: "wie tot Mij komt zal Ik zeker niet buiten werpen." Geeft dit niet de verzekering van de uiteindelijk redding van allen?

7. "Want Ik kwam niet opdat Ik de wereld zou oordelen, maar opdat Ik de wereld zou redden" (Joh. 12:47;SW).

Opnieuw zeggen we, zal onze Heer verslagen worden in Zijn doelstelling door de eigenzinnigheid en boosaardigheid van een van Zijn schepselen?

Paulus doet in zijn brieven vele uitspraken die aangeven dat hij geloofde in de uiteindelijke redding van allen. Van de vele citeren we de volgende:

8. "Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven" (Rom. 5:18;SW).

"Want evenals in °Adam allen stervend zijn, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden" (1 Kor. 15:22;SW)

Praktisch heel het vijfde hoofdstuk van Romeinen en een deel van het vijfde hoofdstuk van 2 Korinthiërs, behandelen het onderwerp hoe alle zondaren met God verzoend zijn geworden door de dood van Zijn Zoon.

9. "dat ook deze schepping bevrijd zal worden van de slavernij van de vergankelijkheid, tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God" (Rom. 8:21;SW).

10."opdat in de Naam van Jezus iedere knie zou buigen, van hemelingen en van aardsen en van onderaardsen, en iedere tong zou belijden dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God, de Vader" (Filip. 2:10,11;SW).

Zou het mogelijk zijn voor iedere tong in de hemel, op aarde en in het dodenrijk, om Jezus de Christus te belijden tot heerlijkheid van God, als zij niet allen Zijn reddende genade hadden ervaren? Johannes zegt:
"Wie zou belijden dat Jezus de Zoon is van God, God blijft in Hem en hij in God" (1Joh. 4:15;SW).

Paulus zegt

"Daarom maak ik jullie bekend dat niemand in geest van God sprekend zegt: vervloekt is Jezus, en niemand in staat is te zeggen: Heer is Jezus, niet dan in heilige geest" (1 Kor. 12:3;SW).
Is er een nog heerlijker belofte te vinden in heel Gods woord?

11. "Die wil dat alle mensen gered worden en komen in de bewustwording van de waarheid" (1 Tim. 2:4;SW).

De woorden die hier met "wil" en "kennis" worden vertaald zijn in het Grieks de sterkst mogelijke woorden. Zal de wil van God onderschikt zijn aan de wil van de mens, Zijn schepsel? Het is absurd te denken dat de wil van het schepsel de wil van de Schepper kan overwinnen.

Een ander vers met dezelfde betekenis is:
"De Heer is niet traag met de belofte, hoewel sommigen dat traagheid vinden, maar Hij is geduldig met jullie, niet willend dat iemand vernietigd wordt, maar dat allen ruimte maken voor bekering" (2 Petr. 3:9;SW).

12. "Want er is één God en één Middelaar van God en van mensen: de Mens Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als een passende losprijs ten behoeve van allen, het getuigenis in de eigen eras" (1 Tim. 2:5,6;SW).
Echt, we zijn gekocht met een prijs en de prijs is betaald. Zal de God van de hemel falen dat waarvoor Hij zulk een al-voldoende prijs heeft betaald veilig te stellen? Wij kunnen dat niet geloven.

13. "zodat door de genade van God, Hij zou proeven van de dood ten behoeve van iedereen" (Hebr. 2:9;SW).
Nogmaals, zal Hij falen te ontvangen waarvoor Hij stierf?

14. "Want de reddende genade van God verscheen aan alle mensen" (Titus 2:11;SW).

15. Laten we deze kant van het onderwerp afsluiten met deze verzen uit 1 Korinthe:

"daarna de voleinding, wanneer Hij het koninkrijk overdraagt aan Zijn God en Vader, wanneer Hij alle soevereiniteit en alle gezag en kracht zal hebben afgeschaft. Want Hij moet heersen totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal plaatsen. De laatste vijand wordt afgeschaft: de dood. Want alles onderschikt Hij onder Zijn voeten. Maar wanneer Hij zou zeggen dat alles onderschikt is geworden, dan is dat duidelijk buiten Hem die Hem het al Onderschikt. En wanneer Hem het al zal zijn onderschikt, dan zal Hij, de Zoon, worden onderschikt aan Hem die Hem het al Onderschikt, opdat God zij alles in allen" (1 Kor. 15:24-28;SW).

Christus kan kennelijk het Koninkrijk niet overdragen aan de Vader en God "alles in allen" zijn, totdat Hij het werk heeft voltooid dat Hij kwam om te verrichten, en waarvan op z'n minst een deel was, zoals Hij Zelf zei in Mattheüs 18:28 ...

"Want de Zoon des mensen is gekomen om te redden wat verloren is."

Herinner u in dit verband dat het Griekse woord hier vertaald met "verloren," zeer regelmatig wordt vertaald met "vergaan" en "vernietigen." Het wordt vertaald met "verloren" in het welbekende Johannes 3:16. Het wordt vertaald met "vernietigen" in de tekst "Vreest veeleer Die in staat is én ziel én lichaam te vernietigen in Gehenna." (Matt. 10:28;SW).

Daarom kwam Hij om het verlorene en vernietigde te redden. Wat een schitterende gedachte!
"bij God zijn alle dingen mogelijk" (Matt. 19:26;SW). En Paulus zegt: "Want ik ben overtuigd dat noch dood, noch leven, ja, niets!, noch boodschappers, noch machten, noch wat is, noch wat komt, noch krachten, noch hoogten, noch diepten, noch welk ander schepsel ook, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, in Christus, onze Heer" (Matt. 8:38;SW)


Deel III
Het zogeheten eeuwige leven en de eeuwige straf overwogen

De leerstukken over eeuwig leven en eeuwige bestraffing rusten voornamelijk op de betekenis van twee Griekse woorden, het zelfstandig naamwoord "aion" en het bijvoeglijk naamwoord dat dezelfde wortel heeft: "aionios." Het zelfstandig naamwoord is meer dan honderd maal te vinden in het Nieuwe Testament. De eerste betekenis van het woord, gegeven in vrijwel ieder Grieks-Engels woordenboek, is "age" (tijd of tijdperk), en op iedere plaats waar dit woord in het Nieuwe Testament wordt gevonden, is dit een heel logische vertaling.

Echter, in de King James vertaling is het op zestien verschillende manieren vertaald, maar slechts twee maal met "age" (tijd of tijdperk). Aion, in de vierde naamval enkelvoud, vooraf gegaan door "eis ton" (lett. in de tijd of in het tijdperk), wordt vertaald met "voor altijd." Hetzelfde geldt voor het meervoud, "eist tous aiona" (in de tijden of in de tijdperken), dat ook met "voor altijd" wordt vertaald. Dit is onjuist, want indien het enkelvoud "voor altijd" betekent, is er geen plaats voor een meervoud. Verder is de gebruikelijke betekenis van het voorzetsel "eis" "in," "tot," "naar," en niet "voor." Vijf maal wordt "aion" genoemd als zijnde een begin, vier maal dat het een einde heeft en vier maal als iets dat nog moet komen, alle onmogelijk passend bij de betekenis van "altijd." Om deze onmogelijkheden te voorkomen, is het woord in deze gevallen vertaald met "wereld," maar de betekenis "tijd" of "tijdperk" past overal. Twintig maal worden de bovenstaande uitdrukkingen gevolgd door "ton aionion," (van de tijden of van de tijdperken) en het geheel wordt vertaald met "voor altijd en altijd," een verzameling van woorden zonder een bijzondere betekenis, want als het ene deel "voor altijd" betekent, kan er geen "altijd" volgen. De duidelijke betekenis van deze uitdrukkingen is "de tijd van de tijden," of het meervoud "de tijden van de tijden;" want tijd - verleden, heden en toekomst - is samengesteld uit tijden of tijdperken, waarvan één of twee een hogere rang hebben dan alle andere.

De vertaling van aion als tijd of tijdperk in de laatste zin van Mattheüs 12:32 geeft toe aan hoop, zelfs voor die schuldig zijn aan de "onvergeeflijke" zonde. De zin leest dan als volgt:

"doch wie zal spreken tegen de geest, de heilige, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze aion, noch in de toekomende"
(SW)

Het feit dat de zin stelt dat de zonde niet wordt vergeven in die en de volgende tijd, duidt zeker een pardon of vergeving aan ná die periode. Als de wet een overtreder veroordeelt tot bestraffing tijdens een gegeven periode, houdt dat zeker in dat de bestraffing zal ophouden wanneer de periode voorbij is.

Verwijzend naar het afgeleide bijvoeglijk naamwoord aionios, is er een taalwet die zegt dat een bijvoeglijk naamwoord, dat dezelfde wortel heeft als een zelfstandig naamwoord, ook er mee verbonden moet zijn in betekenis. Daarom, als aion staat voor een beperkte periode van tijd, dan moet een soortgelijke beperking ook gelden voor het afgeleide bijvoeglijk naamwoord. Het is ook een taalwet dat het bijvoeglijk naamwoord altijd dezelfde toestand of kwaliteit moet aangeven van welke zelfstandig naamwoord waar het voor staat; dat wil zeggen, het bijvoeglijk naamwoord heeft altijd de kwaliteit van het zelfstandig naamwoord en niet andersom, zoals sommige vertalers schijnen te denken.*1)

Dit bijvoeglijk naamwoord wordt in de King James vertaling 67 maal vertaald met "eternal" (eeuwig) of "everlasting (altijd durend). Er zijn drie gelegenheden waar het woord de betekenis van tijd krijgt toegekend. Aangezien tijd, van nature, tijdelijk is, niet eeuwig, zijn in deze drie plaatsen de twee woorden vertaald met "wereld begon." Indien aionios altijd op juiste wijze tijd kan aanduiden, kan het niet eeuwig betekenen. Als het in deze drie plaatsen niet eeuwig betekent, kan het dat in welke andere plaats dan ook niet betekenen, zelfs als vragen stellen bij deze vertaling de algemeen aanvaarde mening van veel Christenen zou trotseren en de status van de meeste geloofsbelijdenissen.

Robert Young geeft in zijn "Analytical Concordance" de betekenis van aionios als voor de duur van een tijdperk, en in zijn vertaling "tijdperk durend". Josepf Rotherhams vertaling maakt er "tijd blijvend" van, en Richard Weymouths vertaling "van de tijden." A.E. Saxby stelt voor dat het bijvoeglijk naamwoord een kwaliteit aanduidt, en niet zozeer tijdsduur.*1)

Gelukkig wordt de sleutel voor de echte betekenis van aionios gegeven door onze Here Jezus Zelf. Hij zegt in Zijn bemiddelend gebed:

"Dit nu is het aionische leven, dat zij U zullen kennen, de enig ware God, en Die U zendt: Jezus Christus."
(Joh. 17:3;SW)

Deze definitie bevat mogelijk zowel kwaliteit als duur, en harmoniseert zo met de hierboven gegeven betekenissen. Het is verrassend dat deze simpele definitie al niet lang geleden harmonie heeft gebracht tussen in conflict zijnde geloven.

Als aionisch leven dat leven is dat er de oorzaak van is dat wij Hem kennen, de enig ware God en Jezus Christus, Die Hij zond, dan moet, aangezien de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord altijd dezelfde moet zijn, aionion, bestraffing, correctie enz. dat zijn wat er de oorzaak van is dat wij God en Zijn Zoon, Jezus Christus, kennen. Dat wil zeggen, het doel van de bestraffing is corrigerend (zoals alle bestraffing dat zou moeten zijn), om te veroorzaken dat de ontvanger Hem gaat kennen; en wanneer dat bereikt is, zal de bestraffing ophouden. Zo zal aionisch vuur en vernietiging branden (geestelijk!) en alles verteren wat de zondaar verhindert Hem te kennen en Christus' redding te ontvangen.

De uitdrukkingen aionion God en Geest zijn die manifestaties van God en Geest die Zijn schepselen Hem doen kennen. Het aionisch koninkrijk, heerlijkheid, verbond en redding zijn alle voor een gelijksoortig doel, dat wij Hem en Jezus Christus kennen Die Hij zond. In feite is aionische tijd voor dit doel. Deze betekenis van aionios schijnt ieder gebruik van het woord te bevredigen in heel de Schrift, en harmoniseert perfect met de geciteerd passages die in deel II als zijn gegeven.

Wat is het God te kennen en Jezus Christus, Die Hij gezonden heeft? Het is Zijn eigenschappen te kennen, Zijn gerechtigheid. Meer over dit onderwerp zal in deel IV gegeven worden.

De Schrift loopt over van Gods onbegrensde liefde, mededogen, genade en bereidheid om te vergeven.

"maar God beveelt Zijn liefde aan ons aan, ziende dat, toen wij nog zondaren waren, Christus ten behoeve van ons stierf"
(Rom. 5:8;SW)

Het maakt duidelijk Zijn ongebonden genade en kracht bekend waarmee Hij ...

"in staat is jullie te bewaken voor struikelen, en smetteloos, met gejuich, te doen staan in het aangezicht van Zijn heerlijkheid"
(Judas 24;SW)

Het maakt Zijn kameraadschap bekend, Zijn advies, correctie en instructie waarmee u in staat bent voor Hem te wandelen. Mogen allen Paulus vergezellen in die diepe, geestelijke uitspraak, opgeschreven in een van zijn gevangenisbrieven...

"om Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding en de deelname aan Zijn lijden, gelijkvormig wordend aan Zijn dood, als ik maar zou komen tot de opstanding uit de doden"
(Filip. 3:10,11;SW)

Het oordeel van de gelovigen

De Schrift leert duidelijk dat er een oordeel is voor zowel heilige als zondaar. Paulus zegt ...

"Want wij allen moeten verschijnen voor de daïs van Christus, opdat een ieder terug betaald zal krijgen wat hij doorheen het lichaam deed, met het oog op wat het tot stand brengt, hetzij goed, hetzij slecht"
( 2 Kor. 5:10;SW)

Door "wij" te zeggen sluit Paulus zichzelf in bij dit oordeel. Let er ook op dat het zowel de slechte als de goede omvat. Hij zegt ook ...

"ieders werk zal duidelijk worden, want de dag zal het duidelijk maken, omdat het onthuld wordt met vuur, en wat voor soort ieders werk is, het vuur zal het testen. Indien iemands werk, dat hij verder bouwt, zal blijven bestaan, dan zal hij loon krijgen. Indien iemands werk zal verbranden, dan zal hij het verliezen, maar hijzelf zal gered worden, maar zo: als doorheen vuur"
(1 Kor. 3:13-15;SW)

Dit werd gesproken tot Gods werkers, Zijn beheerders, Christenen. Wij zullen allen een vurig oordeel krijgen, maar, Gode zij dank, allen zullen gered worden nadat de slakken zijn weggebrand.

De Tweede Dood

In deze bespreking van aion en het bijvoeglijk naamwoord aionios, zijn we ons er van bewust dat alle passages in de Bijbel die zouden kunnen wijzen naar een eeuwige bestraffing, niet overwogen zijn geworden. Een daarvan is al geciteerd in de derde paragraaf van onze veronderstellingen, namelijk Openbaringen 21:8. Dit vertelt over hoe de ergste van de zondaren hun deel zullen hebben aan het meer dat brandt met vuur en zwavel; wat de tweede dood is. Let er alstublieft op dat er niets gezegd wordt dat de bestraffing eindeloos zou maken. Daarom, aangezien er uitspraken zijn die een uiteindelijke universele redding aangeven, moeten we de conclusie trekken dat ook dit meer van vuur een einde zal hebben.

Verder vraagt C.H. Pridgeon de aandacht voor het feit dat het woord voor zwavel, theion, ook "goddelijk" betekent, en in oude tijden, en ook nu nog, werd gebruikt om te zuiveren. Zou dit niet het doel zijn van het er in werpen van zondaren, zodat hun kwade aarden verslonden zouden worden en zij er, door het vuur gezuiverd, uit mogen komen, zo ongeveer als beschreven in 1 Korinthe 3:14-17, hierboven behandeld?

In het negende hoofdstuk van Markus zijn er verscheidene verzen waarin Christus opdracht geeft dat als hand, voet of oog er de oorzaak van zijn dat iemand struikelt, het overtredende lid afgesneden moet worden, liever dan dat de twee in de hel (Gehenna) geworpen zullen worden, "naar het Gehenna, in het onuitgebluste vuur." Het mag beweerd worden dat, omdat het vuur als onuitblusbaar wordt genoemd, de straf eindeloos zou zijn, maar dat wordt hier niet gezegd, en om de reden die hierboven werd gegeven, moeten we dit als een valse conclusie beoordelen. Trouwen, het vuur van Gehenna, waar hier naar wordt verwezen, ging al eeuwen geleden uit.

Johannes de Doper zegt dat wanneer zijn Heer komt...

"Hij zal Zijn dorsvloer doorreinigen en Hij zal Zijn graan bijeen verzamelen in de schuur, doch het kaf zal Hij verbranden met onuitblusbaar vuur"
(Matt. 3:12;SW)

Sommigen geloven dat het kaf de zondaren voorstelt; maar tarwe en kaf zijn van dezelfde stam, en kan het niet betekenen dat de nutteloze, onvruchtbare elementen in Christenen zo worden verwijderd, zoals hierboven beschreven in 1 Korinthe 3:13-15?


Deel IV
Hoe kan de uiteindelijke redding van allen bereikt worden?
Alleen door Jezus Christus, Gods Zoon, onze Heer.

Onze gezegende Heer was niet alleen het Lam van God toen Hij aan het wrede kruis van Golgotha hing, maar doorheen alle tijden. Hij was...

"het Lammetje, geslacht werd vanaf de nederwerping van de wereld"
(Openb. 13:8;SW)

Voordat het eerste wezen werd geschapen, plande God dat Zijn Zoon geboren zou worden uit een vrouw, lijden, veracht en verworpen worden, Zijn onterende dood sterven, en weer opstaan als onze Verlosser. Zo werd het Lam geslacht vanaf de nederwerping van de wereld.

Het lijkt er op dat een zekere verantwoordelijkheid moet rusten op onze Schepper voor ons bestaan met elementen in ons die kunnen toestaan (en dat kennelijk al hebben gedaan) dat de overgrote meerderheid van de mensheid neerdaalt in het graf zonder de reddende genade van Jezus Christus te hebben ontvangen en aanvaard. Als voortdurende kwelling het enig lot is van deze ontelbare menigte, is dan God niet, tot op zekere hoogte, verantwoordelijk voor deze gruweldaad? Dit is tegengesteld aan ons begrip van een God van liefde. Daarom is er een zoektocht geweest om te ontdekken waar deze fout zit en gepoogd ze te verwijderen. Gods gerechtigheid vereist dat, naar mate God verantwoordelijk is voor ons vermogen om te zondigen, Hij gebonden is te voorzien in een afdoende en effectieve genezing. Christus' offer sinds de grondlegging van de wereld zal uiteindelijk overwinnen.

Meer dan de helft van iedere generatie, sinds Christus stierf, heeft nooit van Zijn Naam gehoord. Kan het zijn dat Hij die de haren op onze hoofden telt en geen musje op de grond laat vallen zonder Zijn medeweten, geen effectief reddingsplan heeft voor deze verloren menselijke schepselen? Hij Die zorgt voor de vogels in de lucht, zou Hij geen plan hebben voor ieder detail van ieder leven en het vermogen het uit te voeren? Wij geloven dat precies zo'n plan bestaat.

Het voorbeeld van Paulus

Niet allen hebben gelijke gelegenheden voor redding in dit leven. Mr. Eugene C. Callaway, in zijn "Harmony of the Eons," vraagt de aandacht voor Saulus' bekering, waarvan hij zegt dat hij "te vroeg geboren werd," letterlijk "geaborteerd," dat wil zeggen vóór de tijd. Hij werd niet, zoals wij, gered door geloof, maar door zien, zoals de Joden dat zullen wanneer Christus terugkeert en zij op Hem zien Die zij doorstoken hebben, en de natie in één dag geboren zal worden. Als Christus zo een man zal verblinden en neerslaan door Zijn aanwezigheid en heerlijkheid om hem te redden, dan moet Hij, uit gerechtigheid, van plan zijn precies zoveel te doen voor de redding van iedere andere zondaar, want Hij kijkt niet naar de persoon; en zoals Hij dit (eigenlijk te) vroeg deed voor Saulus, moet Hij dat doen wat vereist is om anderen te redden nadat dit leven geëindigd is, als het al niet daarvoor is gebeurd.

Wanneer dit alles is gedaan, zullen we Christus' werk voltooid zien. Het Lam van God zal uit het universum het laatste spoortje van zonde, met alle boze gevolgen, verwijderd hebben en zal God "Alles in allen" zijn.

Pittsburgh, 1929.

Medewerker van Charles H. Pridgeon, Pittsburg Bible Institute.
Het enige doel van de schrijver is geloof in de heilige Schrift te vestigen, en zijn Redder, Heer en Koning, Christus Jezus te verhogen.


Noot.
*1) - A.E. Saxby behandelt dit diepgaand in zijn "In the Mouth of Two or Three Witnesses."




© www.hetbestenieuws.nl