De Grootheid van Gods Doel
deel 2: Scènes van verwoesting

door John H. Essex


Deel 1: Inleidende scènes
Deel 2: Scènes van verwoesting
Deel 3: Scène Zes
Deel 4: Ere zij God
Deel 5: Stefanus en Paulus
Deel 6: Toekomst scènes


Scènes van verwoesting.
De orde van de schepping werd opgevolgd door verwoesting en chaos. Licht werd vervangen door duisternis; doelgerichte schepping schijnt zich te hebben overgegeven aan doelloze verlatenheid. Wat is er gebeur? wat was de reden hiervoor?

Er kan twijfel aan zijn dat de woestenij zoals beschreven in Genesis 1:2, het gevolg was van een eerdere opstand onder Gods hemelse schepselen tegen Zijn gezag, dat Hij had neergelegd in de Zoon van Zijn liefde. We kunnen stellen dat Satan altijd Gods doelstelling zal aanvallen daar waar deze wordt geopenbaard. De morgensterren en zonen Gods mogen dan wel jubelend hebben gezongen toen ze zagen dat de fundamenten van de aarde werden gelegd, maar er is slechts weinig twijfel over het feit, dat veel van de hemelse wezens, misleidt door de Tegenstander, leedvermaak hebben gehad toen ze de chaos zagen die werd veroorzaakt door de ontwrichting waarmee de eerste aion tot een einde kwam.

Laten we over een punt heel duidelijk zijn. De ontwrichting werd God niet opgedrongen, maar het was een essentieel en voorzien onderdeel van Zijn doelstelling. God laat het niet over aan de Tegenstander om te bepalen met welk middel iedere aion aan zijn einde komt, noch het moment wanneer dit zal gebeuren. Hij Zelf bracht het oordeel over Noach's dagen, lang nadat de decadentie van de tweede aion was begonnen door Adam's overtreding. Hij ook zal de gerichten ten uitvoer brengen bij de sluiting van de huidige aion en het gericht van de grote witte troon aan het eind van de volgende. Tijden en eeuwen zijn altijd binnen Zijn eigen rechtsgebied (Hand. 1:7).

De duisternis die het hele toneel van Genesis 1:2 overdekte begon te worden verjaagd toe de Geest van God trilde over de wateren van de ondergedompelde chaos. Duisternis is het bewijs van de vervreemding van God en de gedeeltelijke verschijning van licht betekende de eerste stap naar het herstel van de eenheid met God. Let er ook op dat het God was Die deze stap nam; de schepping had niet het vermogen dat te doen. De duisternis werd echter niet geheel verjaagd, maar werd toegestaan af te wisselen met licht, ieder vier- en twintig uur het toneel van deze aarde overstekend. Hiermee wordt de schepping voortdurend met het voortgaande bestaan van de duisternis geconfronteerd. Ze zou weer worden gevoeld, maar dan in haar meest intense vorm, bij de kruisiging van Gods Zoon, zo erg zelfs dat Christus het zou uitschreeuwen tot Zijn Vader vanuit een gevoel van verlatenheid.

Met het gedeeltelijk terugkeren van het licht was God in staat een wezen te scheppen met wie Hij kon wandelen en spreken, een wezen naar Zijn beeld en in overeenstemming met Zijn gelijkenis. Door dit te doen, gaf God als het ware een bericht aan de hemelingen dat Zijn doelstelling vanaf dat moment zou worden uitgevoerd via de mensheid.

Scène Vijf
Nu krijgen we een veel kleinere scène in de gaten. We zijn in een tuin warin God Zijn meest recente schepping heeft geplaatst: de mens. Er is, zoals we zojuist hebben aangegeven, een grootheid in de schepping van de mens die niet wordt gedeeld door andere wezens, geestelijk (engelen) of vleselijk(dieren). Want de mens (de mensheid) werd geschapen naar het beeld en gelijkenis van zijn Schepper.

In Kolossenzen 1:15 en ook in 2 Kor. 4:4, wordt Christus afgeschilderd als het zichtbare beeld van God. Geen enkel ander wezen in de hemelse gewesten wordt zo beschreven. Er is inderdaan iets zeer wonderbaarlijks in het feit dat de mensheid werd geschapen naar het beeld van de Alueim. Vooruitlopend op onze studie, dit werd gedaan opdat Christus Zelf, Gods ware Beeld, op den duur zou verschijnen in de gedaante van een mens, zonder zijn gelijkenis met God te verliezen en dat op den duur, allen onderworpen zouden worden aan Hem als Hoofd van de nieuwe mensheid (Hebr. 2:8).

De mens werd een beetje inferieur geschapen in vergelijking met de hemelse boodschappers, maar bekleed met heerlijkheid en eer (Psalm 8:5; Hebr. 2:7). Maar wat heeft de mens die heerlijkheid en eer misbruikt!!! Want in die tuin, de Hof van Eden, vond de zonde een ingang door de ongehoorzaamheid van de eerste mens en ging vervolgens als een plaag door op al zijn nakomelingen, zodat Paulus duizenden jaren later de toestand kon samenvatten met

"Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods"
(Rom 3:23; NBG)

Het is goed op te merken dat de verleiding in de Hof van Eden werd gedaan door een slang, een van de schepselen waarover Adam het beheer had gekregen. Als de mens al niet een van de lagere dieren kon controleren, hoe kon God dan de onderwerping van alle dieren aan de mensheid voor elkaar krijgen? Waarlijk, Satan had Gods doelstelling aangevallen op een vitaal onderwerp, maar kon het geen dodelijke wond toebrengen. Hoewel Adam zou sterven als resultaat van zijn ongehoorzaamheid en hoewel een tweede Mens, de laatste Adam, ook zou kunnen sterven door zijn gehoorzaamheid, God zal toch allen onderworpen maken aan Christus als het Hoofd van de nieuwe mensheid.

God formeerde de mens uit het stof van de aarde en door dat zo te doen, en tegelijkertijd hem te scheppen naar Zijn eigen beeld en gelijkenis, liet God heel duidelijk zien dat Hij zijn doelstelling door de mensheid heen zal uitwerken, op deze aarde - dit stofje in het universum. Vanaf dit moment treden de hemelen terug in de achtergrond. Later zullen we zien dat ze weer op volle sterkte in beeld komen. Natuurlijk zijn ze er altijd wel en zo nu en dan komen een aantal van haar bewoners ten tonele, zoals bijvoorbeeld bij de geboorte van onze Heer; maar, over het algemeen, zijn ze toeschouwers, getuigen van het uitwerken van Gods doelstelling op deze aarde. Enkelen onder hen (en in het bijzonder de Tegenstander zelf) proberen Gods werkzaamheden te hinderen; maar deze hinderingen zijn altijd beperkt en onderhevig aan Gods allesoverheersende controle, zoals we zien in het verhaal van Job.

We leggen speciaal de nadruk hierop, want we willen dat u dit en de volgende drie scènes goed opneemt: een voortdurend toespitsing van Gods doelstelling - een steeds grotere concentratie totdat het op den duur scherp gesteld wordt op een ding: een stervende Man aan een kruis. Daarna wordt het beeld weer wijder totdat het alles omvat wat oorspronkelijk bedacht werd tijdens de schepping van de hemelen en de aarde.

John H. Essex

Ga naar deel 3




© Grace and Truth Magazine