Antwoord op een paar vragen
over de Drie-eenheid

door Onbekend

   

Deze vragen werden gesteld op een internet-discussiegroep, in een poging om het bestaan van de Drie-eenheid te bewijzen. Zou U gevallen zijn voor de simplistische redeneringen? Hoe zou U ze beantwoord hebben? Hieronder staat hoe ik het deed.

Wie deed Jezus opstaan uit de doden?
  • De Vader (Rom. 6:4. Hand. 3:26, 1 Thess. 1:10)?
  • De Zoon (Joh. 2:19-21; 10:17, 18)?
  • De Heilige Geest (Rom. 8:11)?
  • Of God (Hebr. 13:20; Hand. 13:30, 17:31)?

De logica van de Drie-eenheid ziet er indrukwekkend en zeer eenvoudig uit. Als de een of andere kunde, of daad, of macht, of iets dergelijks, allemaal aan Jezus, aan de Vader en aan de Heilige Geest toegeschreven worden, dan, hopla!, daar is de Drie-eenheid!

Maar het spijt me, de Drie-eenheid kan niet met zulke simplistische middelen bewezen worden, en wel in het bijzonder omdat de kerkvaders en de theologen 300 jaren(!!) nodig hadden om de leer te ONTWIKKELEN(of de leer af te leiden, als u daar op staat). Christenen van voor de tijd van Tertulianus hadden geen uitgewerkt begrip van "Één God, die eeuwig bestaat in drie personen." Dat begrip ontwikkelde zich uit de theologische discussies binnen de kerk en met ongelovigen, maar ook tegen de achtergrond van de Hellenistische, heidense, mythologische, filosofische opvoeding en cultuur van die tijden. Het werd niet gedaan in een vacuüm en het werd niet gedaan vanuit alleen de Schrift.

Wat zegt u over de Christenen die geloofden vóór Nicea, die eenvoudig liefhadden en geloofden in de Jezus waarover zij hoorden en lazen in de Schrift, of beter: die ze voorgelezen kregen? Ik denk dat zij dan geen Christenen waren, toch? En niet iedereen stemde in met de vindingen van de concilies (zoals Nicea). En de Arianen van die tijd waren net zo goed Bijbelstudenten als de theologen in het "orthodoxe" kamp. Het verbaast me zeer dat grootste en enige doctrine waarmee de "orthodoxie" van een persoon geoordeeld wordt, duidelijk niet in de Schrift geleerd wordt, maar alleen maar was AFGELEID; en het nam nog 300 jaren ook om dat te doen!

En wat dan vandaag de dag, wanneer iemand gered wordt en Christus als zijn persoonlijke Redder leert kennen? Is hij of zij dan gered door WAT hij of zij gelooft of begrijpt OVER Jezus? Is het evangelie niet eenvoudig geloven dat Christus stierf voor onze zonden, geheel volgens de Schrift, dat Hij werd begraven en dat Hij werd opgewekt op de derde dag(1Kor. 15:1-4).

Laten we nu gaan naar de vragen die u stelde en de antwoorden die u aangeeft.

Wie deed Jezus opstaan uit de doden?
  • De Vader (Rom. 6:4. Hand. 3:26, 1 Thess. 1:10)?
  • De Zoon (Joh. 2:19-21; 10:17, 18)?
  • De Heilige Geest (Rom. 8:11)?
  • Of God (Hebr. 13:20; Hand. 13:30, 17:31)?

Al deze verzen zeggen hetzelfde: dat de Here Jezus Christus uit de doden werd opgewekt door God, Zijn Vader. Jammer genoeg zeggen een paar van de verzen niet wat u beweert dat ze zeggen.

Over de eerste groep valt weinig te discussiëren: de vader wekte Jezus op uit de doden.

"..gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders"
(Rom. 6:4)

Misschien bewijst dit vers wel teveel; het zegt dat Jezus werd opgewekt door de MAJESTEIT van de Vader. Is dit NOG een ANDERE PERSOON in de Godheid, of is dit simpelweg wat u waarschijnlijk begrijpt wat het is: een metafoor voor het mechanisme of de middelen waarmee de Vader Jezus opwekte uit de doden?

"God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan"
(Hand. 3:26)

"uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus..."
(1Thess. 1:10)

De laatste groep zegt hetzelfde: God wekte Jezus op uit de doden.

"De God nu des vredes, die onze Here Jezus,.....heeft teruggebracht uit de doden"
(Hebr. 13:20)

"Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt;"
(Hand. 13:30)

"waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken. "
(Hand.17:31)

Maar de tweede en derde groep van tekstverwijzingen ZEGT NIET wat u beweert. U beweert dat de Zoon Zichzelf opwekte uit de doden, iets wat de Schrift niet leert.

"19 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.
20 De Joden dan zeiden: Zesenveertig jaren is over deze tempel gebouwd en Gij zult hem binnen drie dagen doen herrijzen?
21 Maar Hij sprak van de tempel zijns lichaams.
22 Toen Hij dan opgewekt was uit de doden, herinnerden zijn discipelen zich, dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en het woord, dat Jezus gesproken had."

(Joh. 2:19-22)

Ik vermeldde ook vers 22, vanwege de context, speciaal omdat het, door u weggelaten, vers de geciteerde verzen in het juiste daglicht stelt.

Het probleem is dat velen vergeten dat voor het "herrijzen"(=opstaan) van een dode, eerst "opwekken" komt.

Noot van de vertaler.
In de Griekse tekst staat in bovenstaande verzen drie maal een woord dat afgeleid is van "egeiro", wat opwekken betekent, in de zin van wakker worden. Nu kan zeker in vers 19 niet gesproken worden van opwekken, want dat doet de betrokken dode niet zelf. Dit wordt bevestigd door vers 22, waar staat dat Christus opwekt was, een daad van een ander.
Egeiro wordt echter in de Schrift ook gebruikt voor opstaan, de beweging. Denk aan Marc. 3:3(de man met de verschrompelde hand die in het midden moest gaan staan), aan Joh. 5:8(de verlamde man die genezen werd en zijn matras op moest nemen), aan Matt. 12:11(waar een schaap uit een put getrokken wordt). Het heeft dus een bredere lading dan alleen "opwekken", wakker worden.

Drie maal wordt het woord opwekken(herrijzen) gebruikt. Volgens mijn "Analytical Greek New Testament" is het de eerste maal als volgt samengesteld: werkwoord, aantonend, toekomstig, actief, 1e persoon, enkelvoud = Ik zal opwekken[in dit geval dus "opstaan";WJ]. De tweede maal gaat het zo: werkwoord, aantonend, toekomstig, actief, 2e persoon, enkelvoud = u zal opwekken[ook hier weer "opstaan"; WJ]. De derde maal gaat het zo: werkwoord, aantonend, aorist(doorgaand), PASSIEF, 3e persoon, enkelvoud = Hij werd opgewekt(d.w.z. door iemand anders, door God). De doden kunnen zichzelf niet opwekken. Jezus STIERF. Hij was dood. Hij moest eerst uit de dood opgewekt worden door God, voordat Hij actief Zijn lichaam, dat gevallen was, kon doen opstaan. Indien Jezus letterlijk Zelf opstond uit de dood, dan was Hij niet echt dood, niet op dezelfde wijze als u en ik sterven(ik bedoel Bijbels dood, niet de theologische bedenksel van "scheiding van God," maar de Bijbelse dood, de afwezigheid van leven, de ontbinding van de persoon, het ophouden van zijn gedachten en bewustzijn).

"17 Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen.
18 Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen."

(Joh. 10:17,18)

Wees voorzichtig als u deze woorden interpreteert. U wil toch niet stellen dat Jezus zelfmoord pleegde? Deze verzen gaan rechtstreeks naar het hart van Golgotha en wat daar gebeurde. De dood van Jezus aan het kruis had in werkelijkheid weinig van doen met de Joden, Rome, Kajafas of Pilatus, Judas of Petrus. Het hart van Golgotha is een transactie tussen God en Zijn Zoon, een letterlijke herhaling van wat er symbolisch gebeurde met Abraham en Izaäk, toen God tussenbeide kwam en voorzag in een ram als slachtoffer. Op Golgotha sloeg God Zijn eigen Zoon voor onze zonden. De Zoon onderschikte Zich gewillig aan Zijn God en Vader en gaf daarbij Zijn leven op. Maar nu Hij gestorven was, hoe kon Hij weer tot leven komen? Door het "gebod" dat Hij eerder van Zijn Vader ontvangen had, de toestemming om Zijn leven weer op te nemen nadat Hij het afgelegd had. Buiten dit "gebod" van God had Hij niet weer Zijn leven kunnen opnemen, omdat de doden zichzelf niet kunnen opwekken! Dit toont zeer zeker niet de gelijkheid aan tussen God, Jezus en de Geest, zoals de Drie-eenheid leert, en zoals uw vragen en hun bedoelde antwoorden poogden te bewijzen, maar de onderschikking van Christus Jezus aan Zijn God en Vader. Dit wordt later door Paulus nog eens aangetoond in 1Kor. 15:28.

U beweert dat de Heilige Geest Jezus deed opstaan, waarmee u de daad van een aparte persoon/persoonlijkheid/individualiteit binnen de Godheid suggereert.

"En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont."
(Rom. 8:11)

Dit zegt hetzelfde als Romeinen 6:4 eerder deed. Het was God Die Jezus opwekte uit de doden. De Geest wordt hier genoemd als zijnde het MIDDEL waarmee God Jezus opwekte uit de doden, en het middel ook waarmee God ONS zal opwekken uit de doden, bij de opstanding. Het zegt NIET dat de Geest Jezus opwekte. Ga anders nog eens terug naar Romeinen 6:4 en wees er op voorbereid de Heerlijkheid van de Vader te aanbidden als 4e lid van de Godheid. U citeert uit Romeinen 6 om te laten zien dat het de Vader was, en niet Zijn heerlijkheid, die Jezus opwekte. Nu citeert u uit Romeinen 8 om aan te tonen dat het de Geest was, niet God, die het deed. Zorg er voor dat uw regels voor exegese eensluidend zijn, zou ik zo zeggen.

Onze Here Jezus Christus werd door Zijn God en Vader opgewekt uit de doden, door middel van dezelfde Heilige Geest die in Zijn ecclesia verblijft en door welke Hij hen die van Hem zijn zal opwekken bij de wederkomst van onze Heer.

   


© www.hetbestenieuws.nl