Ezechiël 28:1-19,

een vertaling vanuit de Concordant Version
gebaseerd op de Septuagint,
de Griekse vertaling van het Oude Testament
door Wim Janse

1 Komend tot mij is het woord van Yahweh, zeggende:
2. "En jij, zoon van de mensheid,
zeg tot de bestuurder van Tyrus:
"Zo zegt mijn Heer Yahweh:
Omdat jouw hart hoogmoedig is en jij zegt
'Ik ben El[God]!
Op de zetel van de Elohim zit ik,
in het hart van de zeeën.'
Maar jij bent mens en niet El[God],
en jij geeft jouw hart een plaats
als het hart van de Elohim.
3. Zie! Jij bent wijzer dan Daniël!
Houdt jouw intelligentie je niet in bedwang in jouw sluwheid?
Alles wat verborgen is, is dat niet bij jou?
4. Door jouw wijsheid en jouw verstand
maak je jouw vermogen!
En jij verkrijgt het goud en zilver
in jouw schatkamers!
5. Door jouw grote wijsheid en door jouw handel
neemt je vermogen toe!
En hoogmoedig is je hart in je vermogen.
6. Daarom, zo zegt mijn Heer Yahweh,
Omdat jij jouw hart een plaats geeft
als het hart van de Elohim,
7. daarom, zie Mij de vreemdelingen over je brengen,
de verschrikkers van de natiën,
en zij ontbloten hun zwaarden tegen jou
en tegen de liefelijkheid van je wijsheid.
En zij schenden jouw glans;
8. Naar de poel zullen zij je afvoeren
en jij sterft de doodsdoem van de geschondenen,
in het hart van de zeeën.
9. Zeg jij zelfs 'Elohim ben ik' voor je moordenaar?
terwijl je mens bent en niet de El[God] in de hand van jouw schenders!
10. De doodsdoem van de onbesnedene zul je sterven,
door de hand van vreemdelingen.
Want Ik heb gesproken verzekert mijn Heer Yahweh."

11. Komend tot mij is het woord van JAHWEH,
12. "Zoon van de mensheid, hef een klaagzang aan over de koning van Tyrus,
en je zult tegen hem zeggen, Zo zegt mijn Heer Yahweh:
'Jij bent een zegelafdruk van een model,
vol van wijsheid en volmaakt in liefelijkheid.
13. In de heerlijkheid van de tuin van Elohim kom je te zijn.
Van iedere kostbare steen is jouw tent-achtige verblijfplaats gemaakt
rode jaspis, chrysoliet en prasem, turkoois, chrysopraas en nefriet, lazuursteen, hematiet en malachiet.
En met goud heb je de schouders van je verblijfplaats gevuld,
en de alkoven die in jou zijn.
In de dag van jouw schepping vestigden ze
14. de tent van de gezalfde cherub.
En Ik verleen je toegang in de heilige berg van Elohim.
Jij komt te zijn te midden van de vurige stenen.
15. Je wandelt zonder gebrek op je wegen,
vanaf de dag dat je werd geschapen,
totdat er ongerechtigheid in je werd gevonden,
16. in de toename van je handelen.
Ze vullen je midden met geweld
en je zondigt.
En Ik zal je wegdoen van de berg van Elohim,
en verdrijven zal jou de cherub van de tent
vanuit het midden van de vurige stenen.
17. Hooghartig is jouw hart in je liefelijkheid.
Je vernielt je wijsheid vanwege je glans.
Door de veelheid van je zonden,
werp Ik je op de aarde.
Voor koningen zal ik je stellen om een spektakel van je te maken.
18. Door je vele verdorvenheden
door middel van de ongerechtigheid van je zaken doen,
ontheilig je jouw heiligdommen.
En Ik zal een vuur voortbrengen vanuit je midden.
Het verteert je.
En Ik zal je tot as brengen op de aarde,
voor de ogen van allen die je zien.
19. Allen die jou kennen onder de mensen zullen versteld staan over jou
Je wordt decadent
en je zult niet meer zijn, tot de aion.

Kort commentaar:
Ezechiël 28:1-19 wordt door velen gezien als het bewijs voor de stelling dat Satan, de Duivel, een gevallen engel is.
Maar als het hier gaat om de Satan, zoals men uit de vertaling uit het Hebreeuws meent te kunnen opmaken, waarom wordt er in vers 16 gesproken over het feit dat deze mens(!!) door de "cherub van de tent" wordt verdreven(lees Genesis 3:24)? Dit is nooit met de Duivel gebeurd, maar wel met Adam, die hier als voorbeeld wordt gebruikt. Ezechiël 28:11-19 gaat niet over Satan, de Duivel, het gaat over de TOP mens in al zijn verdorvenheid, de anti-christ.




© www.hetbestenieuws.nl